Breukers'leugens
   
versie: 30 december 2014
.


Bart FM Droog en Gerrit Komrij

In december 2014 verklaart Chrétien Breukers over mijn onderzoek naar zijn zakelijk handelen: "Met Gerrit Komrij heeft hij hetzelfde gedaan. Zwart maken tot aan zijn dood."1

Deze beschuldiging komt niet uit de lucht vallen. Tijdens het onderzoek naar Breukers' gefraudeer als Gildemeester van het Utrechts Dichtersgilde2, kreeg ik van Alexis de Roode, de opvolger van Breukers, het verwijt dat ik in het verleden op kruistocht was gegaan tegen o.a. Gerrit Komrij en Ilja Leonard Pfeijffer.3

De Roode verkeerde ook in de waan dat 'gestook' van mij Gerrit Komrij in januari 2004 tot het besluit had gebracht voortijdig op te stappen als Dichter des Vaderlands.

Ik schreef hem toen dit4:

 
"Dat kruistochtenverhaal en dat Komrij vanwege uitlatingen van mij zou zijn opgestapt is complete kolder. Als je dit allemaal écht denkt en rondbazuint dan maak je je volstrekt belachelijk. Ik raad je dan ook aan eerst na te gaan of wat je uitkraamt wel klopt. Dit is namelijk gebeurd (en valt ook te checken):   

Komrij is in januari 2004 opgestapt. Waarom? Dat is tot op de dag van vandaag onduidelijk. Hij heeft er een hele serie tegenstrijdige uitlatingen over gedaan. 

Van november 2003 tot in maart 2004 heb ik in nauwe samenwerking met Komrij en Job Lisman (uitgever van Bert Bakker/Prometheus) De Dikke Komrij (editie 2004)  gepromoot, op Rottend Staal. Eerst met stapsgewijs onthullen wie was opgenomen, later met verder nieuws over dit boek. Allemaal na te lezen in het Rottend Staal-archief. 
Zie: http://www.epibreren.com/rs/archief.html 

In 2006 vond een ledenwerfactieactie voor de Poëzieclub/Awater plaats, waarbij € 100.000,- over de balk werd gesmeten middels dure advertenties in allerhande kranten. En onder Komrij's naam werd i.v.m. deze actie een bijzonder slecht reclamegedicht gepubliceerd.  Dáár heb ik Komrij op aangesproken - dus in 2006, ruim twee jaar ná zijn aftreden. In verband met die ledenwerfactie werd ook Poëzie in Carré georganiseerd - waar ik kritisch over heb bericht. En ik was niet de enige: ook Erik Han Harmens en Pfeijffer lieten zich er kritisch over uit. Pfeijffer zelfs op Rottend Staal.5 

In 2007 kreeg ik een mail van Job Lisman - ik   neem aan met toestemming van Komrij -    waarin hij me vroeg te helpen bij de promotie van het eveneens door Komrij samengestelde De Nederlandse Kinderpoëzie in  1000 en enige gedichten. Dat heb ik toen geweigerd, omdat ik niks van jeugdpoëzie weet. 

Daarna, opmerkelijkerwijs, begon Komrij op mij te vitten [zie Kinder-Komrij], culminerend in de debiele beschuldiging, vlak voor zijn dood in een interview door Pfeijffer, dat hij door mijn acties als DdV was opgestapt. Tsja.   

Wat de kruistocht tegen Pfeijffer betreft: het is waar dat hij en ik elkaar regelmatig in de haren vlogen, 12 jaar geleden. Rond 2005 hebben we afgesproken de strijdbijl te begraven. Dat ging een aantal jaren goed (zie o.a. het onderstaande interview), tot hij, al dan niet opgejut door Komrij,  weer rare uitlatingen over mij ging doen. Dat mag, natuurlijk - maar om dát een kruistocht van mij tegen hem te noemen is tamelijk... vreemd."
 

Alexis de Roode antwoordde hierop dat Komrij hem, in een Utrechts café in 2008 of 2009, verteld had, dat hij was opgestapt als Dichter des Vaderlands omdat ik kritiek gehad zou hebben op de selectieprocedure en daar niet over ophield.

Nu had ik inderdaad kritiek op de selectieprocedure, die eind 2004 plaats vond. Ruim zes maanden ná het opstappen van Komrij. En die kritiek betrof niet de selectieprocedure voor de verkiezing van Komrij (in 1999/2000), maar de procedure die vooraf ging aan de verkiezing van Driek van Wissen, Dichter des Vaderlands 2005-2009.


Daarop gaf De Roode toe dat hij Komrij's beweringen over mij nooit had gecheckt.

Terwijl het toch zo makkelijk was geweest - vrijwel alles wat Komrij beweerde kon aan de hand van online bewijsmateriaal eenvoudig ontkracht worden.

naar boven


Noten

1 Robert Oosterbroek.' Het jaar van Chrétien Breukers: “Met Gerrit Komrij heeft hij hetzelfde gedaan. Zwart maken tot aan zijn dood”'. De Utrechtse Internet Courant (DUIC), 29-12-2014.
http://www.duic.nl/nieuws/het-jaar-van-chretien-breukers-met-gerrit-komrij-heeft-hij-hetzelfde-gedaan-zwart-maken-tot-aan-zijn-dood/

2 Utrechts Dichtersgilde - inmiddels met terugwerkende kracht tot omgedoopt tot Utrechts Stadsdichtersgilde
3 Alexis de Roode, e-mail aan Bart FM Droog, 5-9-2014.
4 Bart FM Droog, e-mail aan Alexis de Roode, 5-9-2014.
5 Ilja Leonard Pfeijffer, in interview met Liesbeth van Dalsum [=Bart FM Droog], Rottend Staal, 13-02-2006

 
DISTANTIËRINGS- EN NIET-DISTANTIËRINGSACTIE 

Leiden/Epibreren - De Poëzieclubledenwerfactie en Poëzie in Carré blijven de gemoederen bezig houden. Gisteren , op een borrel van de Vereniging voor letterkundigen, was er veel gemor te horen van dichters die deelnamen in 1966 en niet voor de 'reprise' (letterlijk: heropvoering, toegift) van 2006 gevraagd zijn. Onze hoofdredactrice bleef daar niet te lang, want ze had te Leiden een afspraak. 

Liesbeth van Dalsum: 'Lieve Ilja, hoe zit dat nu met die distantiërings- en niet distantiëringsactie van je uit december 2005?'
Ilja Leonard Pfeijffer: 'Ik heb mij gedistantieerd van de Poëzieclub vanwege de genante ledenwerfcampagne, vanwege het feit dat daar een enorm bedrag in werd gepompt terwijl de Poëzieclub geen geld heeft om redacteuren en medewerkers uit te betalen en vanwege organisatorische blunders waaronder met name de door jou gesignaleerde laksheid in het verwerven van kortingen voor de leden. Dat is het.' 
Van Dalsum: 'Dus?'
Pfeijffer: 'Awater vind ik een mooi blad, dat misschien beter kan, maar toch een bepaalde functie vervult. De redactie van Awater is onafhankelijk. De Poëzieclub bemoeit zich niet met de inhoud (behalve van de twee roze pagina's met clubnieuws achterin). Daarom kan ik mij van de Poëzieclub distantieren zonder mij van Awater te distantiëren. Sterker nog, met mijn pleidooi om de uitbetaling van medewerkers voorrang te geven boven een malle reclamecampagne heb ik willen opkomen voor de belangen van het blad.'
Van Dalsum: 'Maar de Poëzieclub gaat over de leden en de financiën van het blad. Er is gebleken dat de Poëzieclub al jaren structureel aan financieel wanbeleid doet, waarvan én redacteuren én medewerkers én abonnees de dupe zijn. Dan zwijg ik nog over de gemiste kans om een poëzieboekenclub te beginnen, waarvan echt iedereen in de poëziewetreld profijt zou hebben gehad. Jouw distantiëring klinkt me daarom vrij hol in de oren. Zou Awater niet beter af zijn als simpelweg met de Poëzieclub gebroken wordt? Wat let jullie?'
Pfeijffer: '...'

Van Dalsum: 'Iets heel anders: Poëzie in Carré?'
Pfeijffer: 'Poëzie in Carré vind ik in principe een geweldig initiatief, hoewel ik ook wel enkele bedenkingen heb bij de programmering, maar dat houd je altijd en ik heb besloten daar niet kinderachtig over te doen.'
Van Dalsum: 'Ik ben wel benieuwd naar je bedenkingen. Alle dichtende redacteuren en ex-redacteuren, jezelf incluis, van Awater staan geprogrammeerd. Daar hoef je niet kinderachtig over te doen. Dus waarover wel?'
Pfeijffer: '...'
Van Dalsum: 'De ledenwerfcampagne. Hoe staat het ervoor?'
Pfeijffer: 'Dat de ledenwerfcampagne zo weinig succes heeft gehad, was te voorspellen. Overigens geloof ik dat het iets minder erg is dan jij op je site vermeldt - ik hoorde informeel een iets hoger aantal nieuw geworven leden dan honderd, het precieze getal ben ik vergeten -, maar het blijft genant.'
Van Dalsum: 'Vorige week signaleerden we een aanwas van 100 nieuwe leden. Jij zegt dat je een iets hoger aantal hoorde dus dat maakt me erg nieuwsgierig. 150? 200? 300? Over welke orde van grootte gaat het - het precieze getal interesseer me niet: een 'ongeveer' volstaat.
Pfeijffer: '...'
Van Dalsum: 'Vorige week nam Erik Jan Harmens afstand van Awater. Wat is daarop je reactie?'
Pfeijffer: 'Dat Erik Jan Harmens zijn medewerking intrekt van Awater vind ik onnodig en vooral ook heel erg jammer. De redactie van Awater is slechts zijdelings bij de programmering van Poëzie in Carré betrokken geweest. De line up is goeddeels de verantwoordelijkheid van de Poëzieclub (i.e. Chris ten Kate)...'
Van Dalsum: 'Wacht eens, je zegt: de Poëzieclub ís Chris ten Kate, oftewel een uitgever? Formuleerde Komrij bij de start van de Poëzieclub niet zoiets dat de Poëzieclub los van uitgeverijen en fondsen zou moeten opereren?'
Pfeijffer: '...'
Van Dalsum: 'Nu, dank voor je verhelderende antwoorden.'
http://www.epibreren.com/rs/archief.html

 


De Kinder-Komrij

Het niet meewerken aan (de promotie van) de Kinder-Komrij veroorzaakte hoogstwaarschijnlijk deze twee woedeuitbarstingen van Gerrit Komrij. In februari 2008 tegen mij:


  "Ik herinner me Bart 'Telraam' Droog vooral als de man die op zijn website Rottend Staal, zaliger nagedachtenis, een verbeten campagne voerde om het zojuist ingestelde instituut van dichter des vaderlands om zeep te helpen. En daarna als degene die tot vervelens toe, op dezelfde site en overal waar hij een mogelijkheid zag, de oprichting van een niet-commerciële poëzieclub probeerde te saboteren."

Gerrit Komrij. 'Negorijdichter. Lucifer in het hooi. 14-02-2008.
http://komrij.blogspot.nl/2008/02/negorijdichter.html
 

Daar ging een aanval tegen Ted van Lieshout aan vooraf, in december 2007:


  "Ik heb een bloemlezing gemaakt die nog niet bestond, met redelijk veel plezier en redelijk veel liefdadigheid. De wereld van de nog levende kinderdichters is, heb ik achteraf moeten constateren, voor een deel een wereld die te vies is om aan te raken. Zelfpromotie, onderlinge bewieroking, territoriumdrift en zelfoverschatting woeden daar nog een graadje erger dan in de grotemensendichterwereld. Het is daar geen wereldje, het is een achtertuintje, een klein strafkampje waar neuroten, hysterische groupies, feitenverdraaiers, onnozelen en verpletterende burgermannetjes de scepter zwaaien. Ze zijn zich gaan verbeelden dat de kinderpoëzie hun persoonlijke koninkrijk is en dat je hun toestemming nodig hebt om het te betreden.

Maar goed. Ik maak een bloemlezing en de uitgever zorgt voor de afrekening. Ik mag er van uitgaan dat de uitgever dat correct doet en zoals in ‘het veld’ gebruikelijk. Er staan bijna anderhalfduizend gedichten in het boek en het kost nog geen vijfentwintig euro. Veel zal er nooit uit rollen, dat kan een kind uitrekenen. Maar zekere dichters, gewoon om op de kleintjes te letten, zagen de kans schoon hun ingezakte en vergeelde naam onder de aandacht te brengen door Schande! te roepen. Werkelijk vierentwintigsterangs dichters, ik kan het niet anders zeggen. Producenten van sentimentele, pederastische, jankerige gewrochten. 

Het is bij de beesten af welke insinuaties men zich tijdens zo’n internet-discussie moet laten welgevallen. Ik heb het niet over een vooraanstaand dichter als Ted van Lieshout. Ik zou niet durven. Hij is bestuurslid van de Vereniging van Letterkundigen en woont in een woud dat is volgeplant met Gouden Griffels en Gouden Penselen. Hij is van vele jury’s lid, adviseert de CPNB bij haar Kinderboekenweek en is dus een eminent mens en vooral… een vooraanstaand dichter. Bovendien heeft hij inderdaad na een tijd zijn Rechtvaardige Aanklacht onder het tapijt gemoffeld omdat hij zo verstandig was van de uitgever een viercijferig bedrag in euro’s aan te nemen, zijnde een kleine tegemoetkoming in het onmetelijke onrecht dat zijn Dichterschap en Boboschap was aangedaan.
Alles bijeen heb ik aan mijn korte kennismaking met de kinderdichterswereld, gelukkig op een afstand, een nare smaak overgehouden. Er houdt zich met kunst- en vliegwerk een handjevol middelbare kinderdichters staande waarbij ik zou willen zeggen: arme kinderen."

 

Sander de Vaan. 'Het vrije woord zal de politicus worst zijn'. Interview met Gerrit Komrij. Meander, 29-12-2007.
http://meandermagazine.net/wp/2012/07/interview-met-gerrit-komrij/




Deze pagina vormt onderdeel van het Dossier De Contrabas

.

naar boven