|
||||||||||
versie: 26 november 2017
De officier van Justitie had Van den Weg graag voor het gerecht gebracht, maar de wet gaf hem daartoe geen bevoegdheid. Hij eiste tegen haar 1 jaar en 6 maanden gevangenisstraf. Conform de eis werd ze door de Zwolse rechtbank veroordeeld.
De vermoedelijke daders worden al vrij snel gearresteerd. Het zijn de ca. 37-jarige Bleiswijker C. Uitdenbogerd* en Antonie Kraaijenbrijnk. De laatste wordt na enkele maanden voorarrest vrijgelaten. Uitdenbogerd wordt tot 15 jaar gevangenisstraf veroordeeld. Zijn cassatie wordt in 1904 verworpen. Bronnen
Een afschuwelijke moord te Berkel. Twee slachtoffers. Rotterdamsch nieuwsblad, 18-01-1899. http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010177666:mpeg21:a0064 Inbraak en dubbele moord. Tilburgsche courant, 19-01-1899. http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010186231:mpeg21:a0047 Nadere bizonderheden. Nieuwe Tilburgsche Courant, 26-01-1899. http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010155194:mpeg21:a0022 De moord te Berkel. Leeuwarder courant, 26-01-1899. http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010595374:mpeg21:a0015 De moord te Berkel. Vrijlating een der verdachten. Rotterdamsch nieuwsblad, 30-05-1899. http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010177775:mpeg21:a0005 Rechtszaken. Nieuwe Tilburgsche Courant, 15-06-1899. http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010155234:mpeg21:a0022 Moord en roof. Buit: fl. 30.000 aan effecten. De locomotief, 17-02-1899. http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010299646:mpeg21:a0085 Moord te Berkel. Beloning fl. 1000,-. De Sumatra Post, 12-04-1899. http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010283591:mpeg21:a0056 Nieuwe dader? De dubbele moord te Berkel.. Leeuwarder Courant, 01-08-1899. http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010595531:mpeg21:a0009 De moord te Berkel. De Telegraaf, 04-09-1900. http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110556470:mpeg21:a0014 De dubbele moord te Berkel. Algemeen Handelsblad, 09-02-1902. http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010647132:mpeg21:a0017 De dubbele moord te Berkel. Nieuwsblad van het Noorden, 11-02-1902. http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010890510:mpeg21:a0008 Rechtszaak tegen C. Uitdenbogerd. De dubbele moord te Berkel. De Telegraaf", 27-08-1903. http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110553966:mpeg21:a0042 Zittingsverslag. Rechtszaken. Provinciale Drentsche en Asser courant, 28-08-1903. http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000100224:mpeg21:a0010 Veroordeling van C. Uitdenbogerd, 15 jaar. Dubbele moord te Berkel. Nieuwe Tilburgsche Courant, 11-09-1903. http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010157029:mpeg21:a0013 Hoger beroep op 17-12-1903. Rotterdamsch nieuwsblad, 23-10-1903. http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010179267:mpeg21:a0034 Rechtzaken. Moord te Berkel. Zittingsverslag. De Tijd, 19-12-1903. http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010386172:mpeg21:a0095 Cassatie verworpen. Rotterdamsch nieuwsblad, 01-03-1904. http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010178617:mpeg21:a0020 De moord te Berkel. Horloge van Ripping duikt op in Amerika. De Tijd, 24-01-1906. http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010529396:mpeg21:a0100 J.A. Blaauw. Dubbele roofmoord in Berkel. De Heraut, 16-09-2015. http://www.herautonline.nl/?p=44671
Kort na de aanval arresteert de politie de verdachten. Op 10 mei oordeelt de rechtbank te Breda dat de vier schuldig zijn aan mishandeling met dodelijke afloop, en legt deze gevangenisstraffen op: J.W. van Loon 3 jaar; J.A. Smit 3 jaar, J. Smits 4 jaar en A.W. van Loon 3 jaar. De zwaarte van de straffen is gelijk aan de strafmaat die bij veel doodslagzaken anno 1899 wordt opgelegd. Stadnieuws. Tilburgsche courant, 16-02-1899.
Bronnen Moord. Nieuwe Tilburgsche Courant, 23-03-1899.
Op Goede vrijdag steekt de door drank benevelde arbeider Dingeman J. Kort in hun woning aan de Kleine Leeuwenlaan zijn vrouw neer. Hij wordt tot 3 jaar gevangenisstraf veroordeeld. De eis was 5 jaar. De moord te Rotterdam. De Telegraaf, 03-04-1899.
Rotterdamsch Nieuwsblad, 19 mei 1900: "Niet tevreden met het hoofd van den romp te scheiden, de armen en beenen af te kappen, heeft hij zelfs de borsten afgesneden en diepe insnijdingen in de zijden toegebracht. Middelburgsche Courant, 6 juni 1900: "De Belgische justitie (...) legde in Antwerpen de hand op zekeren Augustus Carolus Misseghers, toen 39 jaren oud, die in Koewacht woonachtig was geweest, doch kort vóór het verdwijnen van de vrouw zijn have en goed te gelde had gemaakt en zich te Antwerpen gevestigd had, waar hij nu als stalknecht werkzaam was. Middelburgsche Courant, 22 mei 1899: "Vrijdag middag begaf zich, terwijl de Belgische en Nederlandsche justitie den omtrek hadden afgezet, een geoefend zwemmer uit Moerbeke, verbonden aan een stevig touw, in den put. Na een minuut of vijf' gezocht te hebben, bracht hij een goed dichtgemaakte baal boven water, die een verpestende lucht verspreidde. Nadat vastgesteld is dat de moord, althans het aan stukken snijden van het lijk, op Nederlands grondgebied had plaats gevonden en de in België gearresteerde verdachte, Augustus Carolus Misseghers (1860), een Nederlander was, wordt hij op 22 november 1899 uitgeleverd aan Nederland. Bronnen De moord te Koewacht. De locomotief, 23-08-1899. Uitspraak rechtbank. Leeuwarder courant, 25-06-1900.
Iemand tipt de politie dat begin mei 1899, dus kort na Albert verdwijning, een rijtuigje 's ochtendsvroeg een kwartier stil heeft gestaan, dichtbij de plek waar Albert is gevonden. Deze tip leidt echter tot niets. Bronnen Binnenland. Haagsche Courant, 28-04-1899. Het gestorven knaapje. Leeuwarder courant, 17-10-1899.
Op 13 januari 1900 wordt hij, na een klopjacht in de bossen bij Putten, weer gearresteerd. Bij de behandeling van zijn hoger beroep, eind januari 1900, bekent hij de moord. Waarna het levenslang wordt omgezet in 20 jaar gevangenisstraf.Hij kwam vervroegd vrij (wanneer precies is onbekend) en vestigt zich als landbouwersknecht te Putten. Daar treedt hij op vrijdag 29 maart 1918 opnieuw in het huwelijk. Niet met de huishoudster, maar met een andere vrouw. Jacob Zeegers overlijdt in 1943 te Putten. naar boven Bronnen
Hij wordt veroordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf.
Bronnen Kindermoord. De Telegraaf, 27-06-1899.
Bronnen 5 Juli 1899. Mishandeling met dood tot gevolg, Ter Apel (Gr) Slachtoffer: Hendrik Pijper. Status: opgelost Bij een woordenwisseling tussen Weerdingermonders en Ter Apelers steekt de 16-jarige arbeider Willem H. M. uit Ter Apelkanaal met een mes op het hoofd van het slachtoffer in. Deze overlijdt de 10de juli. Aanvankelijk wordt de dader tot 4 jaar gevangenisstraf veroordeeld; in hoger beroep wordt dat jaar en 6 maanden gevangenisstraf.
Twee bewusteloze zwaargewonde mannen, vleeshouwer Lieffert Eerkes (37) en de bij hem inwonende spekslager Hinderikus Meijer worden naast elkaar in Eerkes' slagerij te Wildervank aangetroffen. Eerkes heeft een schietmasker in de hand. Beiden overlijden kort nadat ze gevonden zijn. Het is onduidelijk of het hier om een moord gevolgd door zelfmoord of om een dubbele zelfmoord ging. Omdat, als het om moord ging, de verdachte – Lieffert Eerkers – overleden was, is geen nader onderzoek ingesteld. Leeuwarder Courant: “Maandag avond waren de slagers L.E. en H.M. gezamenlijk uit en dronken hun borreltje bij den kastelein van Lent te Wildervank. Na eenigen tijd aldaar vertoefd te hebben, haalde E. een tweeloops pistool voor den dag en pareerde M. met een dolkmes. Te ongeveer 10 uur verlieten beiden, aldus gewapend, de herberg en begaven zij zich in den onmiddellijk daarnaast staanden spekslagerswinkel van A. ten H. Na aldaar een stuk metworst van Ten H. te hebben gekocht, vroegen zij diens knecht H.S. te spreken en verzochten deze even met hen mede te gaan. S. wenschte evenwel niet aan hun verzoek te voldoen en trok zich terug. E. en M. maakten zich hierover zeer boos, zij haalden pistool en dolk voor den dag, drukten deze den bewoner ten H. tegen de borst en bezwoeren hem bij kris en kras, dat S. zou sterven.Hoewel ten H. hen verscheidene malen verzocht zich te verwijderen en zich te kalmeeren, bleven zij razen en tieren, totdat Ten H. zich eindelijk van een list bediende on de slagers kwijt raakte. Ten H. heeft echter klachte bij de politie gedaan. 't Zal echter niet noodig zijn dat de politie zich met de zaak bemoeit. Naar men met zekerheid meent te weten, hebben de beide schuldigen, Liefert E. en Henderikus M. zelfmoord gepleegd.” Middelburgsche Courant: “De slager E., reeds sedert jaren door zijn bloeddorstigen waanzin een groot gevaar voor de plaats, waarin hij woonde, had in de laatste dagen zekere H.M. Bij zich in huis genomen. Samen maakten ze geregeld allerlei zwerftochten, waarbij zij zich geducht te buiten gingen aan het gebruik van sterken drank. Nog Woensdag jl. gedroegen zij zich in zulk een toestand op de onmogelijkste wijze. Zij lokten o.a. een reizend koopman in huls en mishandelden hem. Eindelijk schijnen beiden tot het besluit te zijn gekomen, een eind aan hun leven te maken en doodden zich door middel van een schietslachtmasker. ”Tubantia: “Een koopman in manufacturen uit Pekela die E. zijn waren wilde aanbieden, hoorde een hevigen knal en zag, binnentredende in de achterkamer een ontzettend schouwspel. Hij vond M. liggende naast een stoel, een kogel was door zijn hoofd gegaan en had ook nog een wand getroffen. E. lag eveneens op den grond en hield het masker nog in de hand. Hij had een kogel in het hoofd. M. moet dus eerst gedood zijn, waarna E. het masker weer geladen moet hebben. Op de tafel vond men een groot mes. Dr. Eerkes word ontboden, maar zijn hulp mocht niet baten. De doodstrijd eindigde voor E. te half acht, voor M. te half elf. De beide lijken, verwond en met verwrongen trekken, leverden een afgrijselijken aanblik op. Den geheelen avond bewoog zich een groote menigte volk om de woning, waarin de dubbele zelfmoord was gepleegd. De politie, die reeds spoedig ter plaatse was, bleef den geheelen nacht in de woning.Middelburgsche Courant: “'t Zal wel voor altijd een geheim blijven, of E. aan M. den dood met een schietmasker heeft toegebracht,of dat M. zulks zelf heeft gedaan, in welk laatste geval E., om zich aan de misschien gemaakte afspraak tot gezamenlijken zelfmoord te houden of uit angst voor de gevolgen, zich door een schot heeft gedood.” Provinciale Drentsche en Asser Courant: “Het laatste gedeelte van 't ontzettend drama, dat te Wildervank in den omtrek zulk een diepen indruk heeft gemaakt, is afgeloopen. De lijken der beide jonge mannen, wier leven op zulk een afschuwelijke wijze een einde nam, zijn ter aarde besteld. Naar men zegt laat E. een niet onbelangrijk vermogen na, dat hij grootendeels aan zijn eenigen broeder moet hebben vermaakt. M. had voor een klein bedrag een verzekering gesloten bij een Assurantiemaatschappij. Daar nu wel nooit omtrent M's dood de zekerheid zal worden verkregen van 't plegen van zelfmoord, zal de Maatschappij de premie wel moeten uitbetalen, hoewel dit door sommigen wordt betwijfeld.” Overlijdensaktes, Wildervank.
naar bovenBronnen Nieuwe Tilburgsche Courant, 27-07-1899.
De twee broers Hendrik en Peter Janssen krijgen ruzie over de hulp die ze elkaar boden bij het oogsten van vruchten. Hendrik schopt zijn broer daarbij zo heftig, dat deze er aan overlijdt. Hendrik, die bekend geschopt te hebben, maar zegt dat dit 'uit tegenweer' deed, wordt veroordeeld tot 1 jaar gevangenistraf wegens mishandeling met dodelijke afloop. Bronnen Laatste Berichten. De Maasbode, 05-08-1899 12 Augustus 1899. Doodslag, Barneveld (GL) Slachtoffer: Gerrit van Dronkelaar (25) Status: opgelost Naam slachtoffer ook gespeld als: G. Dronkelaar en G. van Drongelen. Tijdens een dronkemansrel tussen Barnevelders en jongeren uit andere dorpen komt de 25-jarige boerenknecht Gerrit van Dronkelaar om het leven. Hij is doodgeslagen door de 20-jarige metselaarsknecht A. Burgering. Nieuwsblad van het Noorden: “Een zevental boeren te Barneveld, met messen gewapend, stond (...) tegenover een groot aantal dorpelingen, die zich van knuppels, lange slokken en steenen voorzien hadden. Vooral twee boeren, die zich vooraan bevonden, kregen hevige slagen met zware knuppels op het hoofd, tengevolge waarvan beiden neerzegen. De een kon echter, hoewel een diepe wonde aan het hoofd hebbende, opstaan en zocht toen zijn heil in de vlucht, de ander daarentegen, een 25-jarig jonkman, genaamd G. van Dronkelaar, bleef roerloos liggen.” Haagsche Courant: “Door zijn makkers, die meenden, dat hij sliep, omdat hij zwaar snorkte, [werd hij] op een nabijgelegen bleekveld gedragen, waar hij 's morgens om 4 uur dood gevonden werd.” Nieuwsblad van het Noorden: “Bij onderzoek bleek dat hem de schedel geheel verbrijzeld was. (…) De knuppel, waarmede de doodelijke slag is toegebracht, is bijna 2 meter lang. Behalve deze zijn nog drie andere zware knuppels in beslag genomen. Toen Zondagmorgen de ouders van het slachtoffer zich ter kerke wilden begeven, hoorden zij het vreeselijk lot, dat hun zoon had getroffen. Een persoon is in hechtenis genomen.”De volgende maandagmiddag is een verdachte gearresteerd, een 20-jarige metselaarsknecht genaamd A. Burgering. Kort daarna worden nog twee verdachten gearresteerd, de metselaarsknerchten J. Vis en R. van Veldhuizen, beiden óók metselaarsknechten . Alledrie bekennen. Op 8 november 1899 vindt de rechtszaak plaats. Tegen Burgering wordt 2 jaar gevangenisstraf geëist, met als verzachtende omstandigheid 'de strijdlust der beide partijen'. Tegen de twee andere verdachten wordt 45 dagen gevangenis geëist. Hoe de uitspraak, die op 20 november door de rechtbank te Utrecht uitgesproken moet zijn, luidde, is onbekend. Overlijdensakte, Barneveld.
In de protestantse weesinrichting te Neerbosch, een 'zelfvoorzienend wezendorp' bij Nijmegen, waar destijds ruim 900 kinderen 'verpleegd' werden, sterft de 12-jarige Johan Tiecken. Dit kort nadat de 26-jarige opzichter Cornelis Lak hem met een karwats het bed uitranselde, waarbij de 33-jarige verpleegster Alida Drektraan de jongen op het hoofd sloeg. Johan was de jongste van drie zonen van weduwe Harmina Tiecken-Lusink, die door de diaconie van Angerlo waren 'uitbesteed' aan de weesinrichting Neerbosch. De weduwe kreeg kort na de 19de augustus een brief, waarin botweg stond dat haar jongste zoon in het weeshuis gestorven was en dat de begrafenis op 22 augustus in Neerbosch plaats zou vinden. Bij de uitvaart hoort ze van mensen uit het dorp Neerbosch dat haar zoontje doodgeslagen zou zijn. Ze wendt zich tot de directeur van het weeshuis, Johannes van 't Lindenhout, die haar vertelt dat de jongen ziek was, en daardoor is overleden. De weduwe gelooft hem niet en deelt haar zorgen met de dominee Drost, de predikant van Angerlo, die op zijn beurt Van 't Lindenhout vraagt wat gebeurd is.
Dominee Drost neemt met de antwoorden van de directeur en dokter van het weeshuis geen genoegen. Hij besluit contact op te nemen met de Officier van Justitie te Arnhem. Die stelt vervolgens een onderzoek in. Het lichaam van de jongen wordt, weken na diens dood, voor sectie opgegraven en herhaaldelijk bezoek Justities het weeshuis om getuigenverklaringen op te nemen. Intussen had in september een vergadering in het weeshuis plaats, waarbij opzichter Cornelis Lak 'ernstig berispt' was. Deze bood zijn excuses aan en zei daarbij dat hij de jongen wel met een karwats had moeten slaan, omdat hijzelf wratten op z'n handen had. Dit 'deemoedige berouw' werd door de weeshuisleiding geaccepteerd. Begin oktober 1899 wordt bekend dat Justitie genoeg belastende informatie heeft gevonden om een rechtszaak tegen de opzichter en de verpleger te beginnen. De aanklacht is dat ze gezamenlijk en in vereniging Johan Tiecken dusdanig mishandeld hebben dat hij ten gevolgde daarvan stierf. In februari 1900 vindt de rechtszaak plaats. Lak en Drektraan erkennen dat ze Johan Tiecken geslagen hebben, Lak met 'de karwats op de knie', Drektraan 'met de hand om zijn beide oren'. Ze deden dit omdat de jongen 'in bed gebleven was, terwijl zestig andere jongens van de zaal reeds vertrokken waren, [en] bovendien grond en bed bevuild had.'Johan vertelde hen dat hij hoofdpijn had. Lak en Drektraan geloofden dat niet en bevalen hem op te staan. Toen hij dit niet deed, hanteerde Lak de karwats en tilde Drektraan hem het bed uit, terwijl ze hem sloeg en – volgens meisjes die erbij aanwezig waren – 'Je gaat dood, je gaat dood!' riep. Ze kleedde hem vervolgens aan, sleepte het wankelende knaapje naar het privaat, 'waar hij geweldig braakte', en bracht hem naar het ziekenhuis waar hij nog dezelfde morgen overleed. Omdat de sectie eerst weken na de dood van Johan had plaatsgevonden, konden deskundigen geen eensluidend antwoord geven op de vraag of de jongen inderdaad aan de gevolgen van de mishandeling was overleden. De Officier van Justitie veranderde daarom de aanklacht van 'mishandeling met dodelijke afloop' in 'mishandeling'. Gaandeweg het proces wordt ook duidelijk dat de leiding – bestaande uit vader en zoon Van 't Lindenhout – zo goed als geen leiding gaven (ze hadden het te druk met geld inzamelen), dat mishandelen op Neerbosch schering en inslag is, en dat het personeel overbelast en niet voor hun taken geschikt is.De Tilburgsche Courant, 1 maart 1900: “De rechtbank te Arnhem heeft gisteren Lak en mej. Drektraan schuldig verklaard aan mishandeling te Neerbosch, doch, in aanmerking nemend dat het slaan nimmer door de directie verboden was en een gewoon tuchtingsmiddel was op Neerbosch, hen veroordeeld tot f 10 boete, subsidiair 10 dagen hechtenis.” Zowel Het Openbaar Ministerie als de verdediging gaan hiertegen in hoger beroep. De centrale vraag daarbij was of wat Johan Tiecken overkomen was gezien moest worden als mishandeling of als de onder het toenmalige recht geoorloofde 'castigatio paterna' (ouderlijk tuchtigingsrecht). In mei 1900 bevestigde het Gerechtshof te Arnghem het eerdere vonnis: 10 gulden boete voor zowel Lak als Drektraan, wegens mishandeling. De Apeldoornsche Courant, 5 mei 1900: “In de overwegingen wordt gezegd, dat het begrip vaderlijke kastijding bij het slaan van den knaap verre is overschreden, doch beklaagden niet wisten, dat het kind ernstig ongesteld was. Daarom en ook omdat de beklaagden het toezicht hadden over te veel kinderen in eene inrichting, waarin slaan oogluikend toegelaten, althans niet geweerd wordt, wordt geen gevangenisstraf opgelegd.” Naschrift 2007 Bronnen
Overlijdensakte Johan Tiecken. Gelders Archief.
Neerbosch. Het nieuws van den dag, 17-02-1900. Zaak Neerbosch [1]. Arnhemsche courant, 17-04-1900. Cornelis Lak (Den Helder, 1873 - Portugal?, 1918)
Op zaterdagavond 19 augustus 1899 keert de rietdekker Franciscus van der Boom uit Heeswijk niet terug van zijn werk. De volgende ochtend wordt langs de weg, achter de protestantse kerk in Berlicum, zijn ontzielde lichaam in een bloedplas aangetroffen.De Tijd: "Aanvankelijk dacht men aan een bloedspuwing, doch toen het lijk naar Heeswijk was vervoerd en men het daar ontkleedde, constateerde men een diepen messteek in de linker borst, aan welke wonde de man, blijkens verklaring van den dokter, overleden is. Hij laat een weduwe met vier kinderen achter. Hij stond als zeer oppassend bekend. De verslagenheid te Heeswijk is dan ook algemeen. Van de toedracht der zaak weet men nog niets. Geld en horloge werden op het lijk gevonden." Nieuwe Tilburgsche Courant: "De doodende wonde is vrij zeker met een bajonet toegebracht, en de meening wint veld, dat de aanvaller in de meening zal hebben verkeerd den veldwachter van Berlikum voor zich te hebben gehad. Deze toch heet veel gelijkenis met den verslagene en heeft met vele zijner collega's dit gemeen, dat hij bij stroopers en dergelijke niet erg gewild is." Wat er gebeurd is, blijft tot 3 december 1901 onduidelijk. Rotterdamsch Nieuwsblad: "Hoewel vermoeden bestond, dat zekere H. Jonkers, boerenknecht aldaar, meer van die misdaad wist, mocht het gedurende al den tijd, die sedert verliep, niet gelukken daarvoor voldoende bewijzen bij te brengen, totdat Zondag j.l. de gemeenteveldwachter van Berlikum, de gewezen marechaussee Van der Busse, al pratende met Jonkers, achter de waarheid kwam, dat deze de moordenaar was. Bronnen
Bij een vechtpartij op de kermis te Megen raakt een 'jongmensch uit het naburige Haven' zo verwond, dat hij na drie dagen overlijdt. Het is onbekend of deze zaak gezien werd als doodslag of mishandeling met de dood tot gevolg. Het is ook onbekend of de dader veroordeeld is. Op 26 oktober 1899 is wel een persoon genaamd A.L. uit Megen door de rechtbank te Den Bosch veroordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf wegens mishandeling. Gezien de hoogte van de straf zou dit verband kunnen houden met het sterfgeval na de Megense kermis. Bronnen Doodslag. De Telegraaf, 02-09-1899. http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110554973:mpeg21:a0018
Zaterdag 2 september 1899. In Leerdam ontmoet rijksveldwachter Adrianus de Wit uit Beesd de stiefbroers Evert van Leeuwen, een 21-jarige glassnijder en de als stroper bekende Gradus de Keizer. Eerder die dag heeft De Wit zijn vrouw begraven. Hij nodigt de broers uit om te drinken, en gedrieën bezoeken ze meerdere café's in Leerdam, waarbij ze flink innemen. Rond tienen zijn de drie behoorlijk aangeschoten en gaan naar het huis van De Wit, waar deze een geweer aan De Keizer wil verkopen. Hij wil echter niet dat diens stiefbroer Evert daarbij aanwezig zou zijn. De verkoop van een geweer aan een notoir stroper zou de veldwachter in de problemen kunnen brengen, en een extra getuige komt daarbij niet van pas. Evert van Leeuwen wil echter niet weggaan. Er breekt, in of bij de Huigensteeg (nu: Huigenstraat) te Acquoy een vechtpartij uit, waarbij de dronken veldwachter z'n revolver trekt. Gradus de Keizer: “Toen ik zag dat De Wit zijn revolver nam, sprong ik toe en greep met de eene hand den pols van De Wit en met de andere hand den tromp van de revolver, en zei tegen mijn broer: 'Vlucht, want ik kan de revolver niet meer vasthouden,' waarop ik beiden van mij afstiet." Ook rijksveldwachter De Wit wordt verhoord. Hij beroept zich op noodweer. Aan zijn verhaal wordt aanvankelijk geloof gehecht. Bij de rechtszaak verandert dat, als zeven mensen getuigenissen afleggen die het verhaal van van Gradus de Keizer ondersteunen. Arnhemsche Courant: “De verklaringen der andere 7 personen betreffen meer de details en komen alle overeen. Het visum repertum [schouwrapport] der doktoren wordt voorgelezen zooals gemeld werd, is het schot de oorzaak van den dood.” Beklaagde, die den indruk maakt niet bijzonder verlegen te zijn, zegt, dat hij uit noodweer heeft gehandeld, eene verklaring, die niet klopte met eene andere van beklaagde, dat hij op het oogenblik, dat hij schoot, alleen met de Keizer aan het worstelen was, een persoon in lichaamskracht verre de mindere van De Witt.” “Met de verklaring van De Witt, dat hij er in het wilde op losgeschoten heeft, is voorts in strijd het feit dat hij na de vlucht van de Keizer en Van Leeuwen drie kwartier op de plaats van het ongeval heeft doorgebracht. Hij wist, dat zijn schot een slachtoffer gemaakt had, omdat het welgericht was.” Bronnen Moord te Acquoy. De Telegraaf, 05-09-1899.
Haar advocaat, Mr De Veer, wees er bij de rechtszitting op dat het 'dringend wenschelijk is dat spoedig de wet verandere, die thans alleen de ongehuwde moeder aansprakelijk stelt maar den vader vrij laat."Ze werd in november 1899 wegens kindermoord veroordeeld tot één jaar gevangenisstraf, met aftrek. Bronnen Gemengde berichten, Nieuwsblad van het Noorden, 22-09-1899.
Een tweede, op den dag gehouden verhoor door de inmiddels mede ontboden marechaussee uit Vechel [Veghel] had een beter resultaat. Aanvankelijk werd ook toen door de onverlaten alles weer stoutweg ontkend en geloochend, maar gebracht bij het lijk van den verslagene, erkende Van W. eindelijk den manslag te hebben, gepleegd. Hulde aan onzen burgemeester en zijne ijverige politiemannen, Koop en Jansen, voor hun doortastend optreden in deze zoo diep treurige zaak, waardoor de moordenaar, naar iedereen hoopt, eene aan zijne misdaad geëvenredigde straf zal moeten ondergaan. De verslagene toch was een oppassend, algemeen geacht huisvader, die nooit iemand eenig leed deed en eene diepbedroefde vrouw met jeugdige kinderen achterlaat. Omtrent den moord te Erp bericht men ons nog: Gisteren middag kwamen hier uit 's-Bosch aan de heeren mr. baron van Lamsweerde, rechteroommissaris voor strafzaken en mr. Schaepman, substituut-officier van justitie met den waarn. griffier en de Doctoren van der Hagen en Heken om een onderzoek naar den doodslag in te stellen. Het lijk van den zoo ongelukkig om het leven gekomen Martinus Smits werd door genoemde doctoren geschouwd en daarbij bleek, dat deze om het leven was gebracht door een messteek in den rug. De verdachte L. werd na verhoor op vrije voeten gesteld, omdat deze aan den doodslag zelven onschuldig bleek te zijn. Daarentegen leverde het onderzoek zwaarwichtige aanwijzingen van schuld op tegen zijnen medeverdachte Van W., die dan ook gevankelijk naar den Bosch is overgebracht.” Bij de rechtszaak eist de officier van Justitie 10 jaar tegen de verdachte, de 18-jarige dienstknecht J. v. W. Hij wordt beschuldigd van het opzettelijk en met voorbedachte rade toebrengen van zwaar lichamelijk letsel met de dood tot gevolg. De rechtbank veroordeelt hem tot 5 jaar. ? November 1899. Moord. Amersfoort? (Ut)
In maart 1900 staan de drie Duitsers voor de rechter. Het zijn de stokers S.H. (26) en O.W. (28) en 'artist' K.A.R. (27). Ze zeggen nu dat ze op de bewuste avond door Engelsen zijn aangevallen en zich verdedigd hebben. Bronnen Stadsnieuws. Rotterdamsch nieuwsblad, 13-11-1899.
De Tijd: "In den vroegen ochtend van Maandag 4 December liep te Breda het gerucht, dat zekere Van Ham, een berucht persoon, bij een nachtelijken twist in de Ginnikenstraat door een niet minder berucht persoon, Van Nunen genaamd, was vermoord. Weldra bleek de waarheid van het gerucht en werd v. N., die reeds verscheiden jaren gevangenisstraf achter den rug heeft, door de gemeente-politie opgespoord en naar het huis van bewaring getransporteerd, ter beschikking van den officier van justitie."Tilburgsche Courant: "De vermoedelijke dader ontkent den moord gepleegd te hebben doch daar hij zijn alibi niet kan bewijzen, gelooft men, dat zijn ontkennen niet zal baten. Aan de politie verklaarde v. N. dat hij eergisteravond 10 uur naar bed was gegaan en circa 12 uur is hij door een agent van politie nog op straat gezien en kwart voor één uur verliet hij een koffiehuis op de Ginnekenstraat, dus zijn beweren klopt niet met de feiten."De Grondwet: " 't Was natuurlijk in een kroeg, bij de jeneverflesch, natuurlijk op een uur, dat elk fatsoenlijk mensch reeds lang te bed ligt, dat een nietige aanleiding tot twist, gevonden werd. Buiten werd de twist voortgezet. Messen werden getrokken en het monsterachtig dierlijke, sommigen onzer natuurgenooten geheel beheerschend, maakte in een oogenblik een einde aan een menschenleven."De dader, de 55-jarige J. van Nunen, wordt in januari 1900 veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf, wegens mishandeling met de dood ten gevolge. Bronnen
Tussen twee groepjes stropers breekt een ruzie uit. Een van hen, de 28-jarige Dirk Pieters van der Meer uit Bergum, beslecht deze door z'n geweer op te halen en twee van de drie rivaliserende stropers neer te schieten. Een van hen sterft direct, de ander raakt zwaargewond maar herstelt. Bronnen Overlijdensakte Auke Wagenaar. Tresoar, Leeuwarden.
De kranten berichtten anno 1899 ook over onderstaande vreemde sterfgevallen. Of het hierbij om levensdelicten, ongelukken of 'natuurlijke oorzaken' ging is anno 2016 onduidelijk. De Tijd: "Te Apeldoorn is een onderzoek ingesteld naar de vermoede oorzaak van den dood van jhr. C. J. Stern, aldaar. De familie spreekt in de kennisgeving van het overlijden van een "onmenschelijke mishandeling", en inderdaad is de heer Stern in den avond van 26 Aug. j.l. omstreeks 12 uren, met gebroken been op den weg nabij zijn woning gevonden, volgens zijn opgaaf door twee personen mishandeld. Na behandeling in het ziekenhuis en amputatie is den 7en dezer de dood gevolgd.Hoewel een paar personen verhoord moeten zijn, heeft men tot dusver van geen bepaalde stappen van de justitie vernomen. Er kunnen dus ook natuurlijke oorzaken van den dood in het spel zijn."Er is één vervolgbericht, waaruit ongemaakt kan worden dat de jonkeer schulden had. Maar of dat wil zeggen dat hij aan de gevolgen van een zelfmoordpoging is overleden of dat er andere 'natuurlijke oorzaken' (maar
|
||||||||||