|
versie: 25 juli 2016
Gisterenochtend is door den heer commissaris Batelt een photographie genomen van den hoek der voorkamer waarin het lijk tusschen het venster en de kachel lag. Men onderstelt, dat de weduwe uit de asangrenzende slaapkamer op het venster is toegeloopen met het doel naar buiten om hulp te roepen en dat de dief haar daar heeft aangegrepen. Zij heeft zich verzet, want ook over de vingers van een harer handen zijn sneden zichtbaar en het bloed is overal rondgespat. De man die Woensdagmiddag bij het huis werd gezien, is verhoord maar kan geen licht over de zaak verspreiden. Hij was een vriend der vermoorde vrouw. Maar daar juffrouw Dijkshoorn zich niet gaarne over haar geldzaken uitliet, weet bij niet te schatten welk bedrag den dief in handen zal zijn gevallen. Ook dienstmeisjes, die vroeger bij haar hebben gediend, konden hieromtrent weinig zeggen. Het onderzoek is in handen van mr. Van Dam, substituut officier, en mr. Bijdendijk, rechtercommissaris Gisteren zijn vijf personen verhoord, die in den laatsten tijd het huis van juffrouw Dijkshoorn hebben bezocht. Van deze vijf werden er vier weder spoedig vrijgelaten, maar de vijfde was laat in den middag nog in verhoor. Omtrent dezen man, wiens naam nog niet te vermelden is, zoolang er geen bepaalde verdenking op hem rust, wist het op 5 December ontslagen dienstmeisje, dat hij den daarop volgenden Dinsdag zou komen zooals hij zeer vaak deed ; en deze persoon kwam ook wel eens alleen bij de weduwe. Juist wijl hij Dinsdag komen zou, liet de juffrouw den 5en het dienstmeisje, alvorens deze voorgoed zou heengaan, de kachel in de voorkamer zetten. Dinsdagmorgen heeft de melkboer nog met juffrouw Dijkshoorn gesproken; Dinsdagmiddag kreeg hij geen gehoor toen hij belde en Dinsdagavond kwam het dienstmeisje toevallig langs het huis en zag er toen geen licht branden terwijl het toch immers de gewoonte der juffrouw was geweest prompt om half zeven licht op te steken. Het brandden van dit licht diende om de bezoekers te doen weten dat zij het huis konden binnengaan. Naar deze gegevens te oordeelen zou de moord des Dinsdag en wel midden op den dag gepleegd moeten zijn. De weduwe woonde eerst sedert kort in de Dubbele Buurt. Zjj was altoos zeer angstig voor inbrekers, had dezer dagen met den timmerman het vervaardigen van houten luiken voor de vensters der achterkamer besproken, en nam 's nachts haar sieraden en geldswaardig papier, in eene zakdoek gebonden, mede naar bed. Men meldt uit Amsterdam nader: Omtrent den moord op de weduwe Dijkshoorn valt nog mede te deelen, dat de justitie, den man, dien zij hedenmiddag nog aan een verhoor onderwierp, later weder op vrije voeten heeft gesteld. Op dit oogenblik bevindt zich dus geen enkel persoon in arrest, wat niet wegneemt dat morgen het onderzoek weder om in verschillende richtingen wordt hervat, echter met geringe hoop op slagen. In de slaapkamer der vermoorde, waar de dief vergeefs naar gold heeft gezocht, is thans het kistje, dat de weduwe des avonds mede placht te nemen, teruggevonden in ongeschonden staat. Het bevatte sieraden en geld, en er is alle reden om te gelooven, dat de moordenaar, die het gansche huis heeft doorzocht, geen cent heeft bemachtigd. Andere voorwerpen van geringe waarde, als zilveren lepeltjes, heeft hij onaangeroerd gelaten. Er is veel duisters in het geval. Op elke kamer staat waschgerei, daar alle kamers als slaapvertrekken waren ingericht. In al de lampetkannen is het waschwater ongebruikt bevonden, terwijl toch de dader met bloed bespat moet zijn geweest. En aan de achterzijde van het huis en ook aan de keukendeur die later open gevonden werd, is geen enkel spoor van braak te zien, terwijl toch niet wel aangenomen kan worden, dat de dief toegang heeft verkregen door gewoon aan te bellen, daar de vermoorde in nachtgewaad en blootsvoets is gevonden."
Leentje Moerman (61) wordt in haar woning aan de Amstelveenseweg 54 in Amsterdam gedood bij een inbraak. |