DROOG
HOME   
UITGEVERIJ   
UTRECHT 
FONDS   
versie: 26 juni 2015


Online periodiek voor droge feiten | voorpagina


50 jaar Letterenfonds, 1965-2015

Met het zoeklicht op de commoties | Jaarverslagen 2005-2014

Aanloop

Zie de Nederlandse Poëzie Encyclopedie:

Dichtersprotest (1958)
Schrijversprotest (1963)
Oprichting Fonds voor de letteren (1965)

In werking

Fonds v/d Letteren is op de verkeerde weg. Telegraaf, 10-12-1966
Auteurs verontrust over verdeling (...). De Telegraaf, 12-12-1966
Schandaal was te voorzien. De Telegraaf, 14-02-1969
Fonds roept op tot inzenden aanvragen. De Tijd, 20-11-1969

'Tweede schrijversprotest', 1970
Letterenfonds beschuldigd van willekeur. De Tijd, 27-03-1970
Stipendia (...) voor schrijvers. Nederlands Dagblad, 12-05-1971.

Over literaire prijzen. Het Vrije Volk, 04-10-1980
Verrips voorzitter van letterenfonds. NvhN, 02-09-1981
Toegezegde vertalerssubsidie opgevraagd. NvhN, 04-03-1982

De scriptie van Peter Vleesch Dubois, 1981 -1982

Overheid, auteur en subsidie. Juni 1981
Het geheim CRM-Dossier. Peter Vleesch Dubois, 1982
Het niet schrijven wordt duur betaald. Het Parool, 18-06-1982
Politici eisen blik in geheim dossier. De Telegraaf, 23-06-1982
'Geen kongsi's bij letterenfonds'. NvhN, 02-07-1982
Jaloezie. 20 jaar ruzie. Vrij Nederland, 03-07-1982
Fonds voor letteren. Nederlands Dagblad, 05-07-1982
Minister De Boer steunt Fonds. Nederlands Dagblad, 07-07-1982
Borgers veroordeelt scriptie. Vrij Nederland, 24-07-1982
Aart 'Almanak' '83. Geld en de letteren. NvhN, 19-10-1982

De kritiek van Max Pam, 1986

Max Pam over Fonds. Vrij Nederland, maart 1986.

'Bestuursleden die zichzelf subsidiëren? Onzin' LC, 17-03-1986
Fondsbestuurders. Het Vrije Volk, 20-03-1986
Verrips verdedigt Fonds. LC, 11-04-1986
Leuke meenemertjes van 't letterenfonds. NvhN, 19-04-1986
VvL spreekt vertrouwen in Fonds uit. LC, 21-04-1986

Diversen

Meer geld voor Fonds. De Waarheid, 16-11-1988
Produktiefonds (...) in de maak. De Telegraaf, 03-05-1989.
Letterenfonds bepleit verdubbeling subsidie. LC, 03-11-1989

Nieuwe voorzitter Fonds. NvhN, 13-12-1990
Produktiefonds (...) in werking. Leeuwarder Courant, 21-12-1990
Interview met Rudi Wester (directeur (N)LPVF). LC, 21-06-1991
Angst voor buitenlandse auteurs. Diverse kranten, 1992
Over willekeur bij toekenningen. NRC Handelsblad, 15-05-1992
Interview met vertrekkend directeur. NRC Handelsblad, 30-06-1992
Subsidie-aanvragen bij De Slegte. De Telegraaf, 26-02-1993
Beslaglegging op oude aanvragen. De Telegraaf, 03-03-1993
Paperassen. Nederlands Dagblad, 06-03-1993
Schrijvers: meer inkomsten. NRC, 22-04-1994
Kunstsector woedend (...). Limburgsch Dagblad, 18-08-1994
Nieuwe structuur Fonds voor de Letteren. NRC, 12-12-1996

Oprichting Vlaams Fonds voor de Letteren

Lisa Kuitert

Kuitert moet namen (...) noemen. Trouw, 29-03-2002
Ons leest ons. NRC, 05-04-2002.

Fusie FvdL/NLPVF, 2010

Geenstijl versus Letterenfonds, 2010
Verhuizing naar Nieuwe Prinsengracht. 2011
Letterenfonds over subsidies Komrij. 06-07-2012
Propria Cures versus Joost Zwagerman, oktober 2013


Stichting Nederlands Letterenfonds is een zelfstandig bestuursorgaan. Opgenomen in het:

ZBO-register

Het ZBO-register bevat informatie over alle zelfstandige bestuursorganen in Nederland. Een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) is een bestuursorgaan op het niveau van de centrale overheid dat niet hiërarchisch ondergeschikt is aan een minister. Het register geeft een overzicht van de ZBO's en biedt daarnaast informatie over kerngegevens per ZBO.
https://zboregister.overheid.nl/

naar boven



Jaarlijkse overheidssubsidie


1989:
fl. 4 miljoen (FvdL)
bron: NRC, 22-04-1994.
1990: fl. 4,3 miljoen (FvdL)
bron: NRC, 11-05-1990.
1992: fl. 6 miljoen (FvdL)
bron: NRC, 22-04-1994.
1994: fl. 8 miljoen (FvdL)
bron: NRC, 22-04-1994.
1995
: fl. 8 miljoen (FvdL)
bron: Sylvia Dornseiffer, directeur FvdL, NRC, 06-12-1996.
1996: fl. 9 miljoen (FvdL)
bron: NRC, 27-11-1997.
2000: fl. 10 miljoen (FvdL)/ fl. 4,3 miljoen NLPVF
bron: Arjen Fortuin, NRC, 22-09-2000.
2004: €. 5,2 miljoen (FvdL)
bron: Ron Rijghard, NRC, 23-04-2004.

Zie ook: CBS-calculator voor omrekenen bedragen, met inflatiecorrectie, naar nu.

Jaarverslagen 2001-2014

Fonds voor de Letteren
(FvdL) / Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfons (NLPVF) / Nederlands Letterenfonds

2001: subsidie Ministerie OCSW: NLPVF fl. 4,4 miljoen
http://www.letterenfonds.nl/dl.php?file=16

Overgang gulden-euro: 1 januari 2002.

2002: subsidie Ministerie OCSW: NLPVF fl 5,15 miljoen
bron: NLPVF-jaarverslag 2001

2003: subsidie Ministerie OCSW: NLPVF € ? miljoen
http://www.letterenfonds.nl/dl.php?file=18

2005: subsidie Ministerie OCSW: FvdL € 5,9 miljoen
http://www.fondsvoordeletteren.nl/bestanden/Jaarverslag_20051.pdf
2005: subsidie Ministerie OCSW: NLPVF € ? miljoen*
http://www.letterenfonds.nl/dl.php?file=20
* Wordt niet in jaarverslag vermeld

2006: subsidie Ministerie OCSW: FvdL € 5,5 miljoen
http://www.fondsvoordeletteren.nl/bestanden/Jaarverslag
_2006_Fonds_voor_de_Letteren.pdf

2006: subsidie Ministerie OCSW: NLPVF € ? miljoen*
http://www.letterenfonds.nl/dl.php?file=21
* Wordt niet in jaarverslag vermeld

2007: subsidie Ministerie OCSW: FvdL€ 6,2 miljoen

http://www.fondsvoordeletteren.nl/bestanden/Jaarverslag_2007_
Fonds_voor_de_Letteren _binnenwerk.pdf

2007: subsidie Ministerie OCSW: NLPVF € ? miljoen*
http://www.letterenfonds.nl/dl.php?file=22
* Wordt niet in jaarverslag vermeld

2008: subsidie Ministerie OCSW: FvdL€ 6,4 miljoen
http://www.fondsvoordeletteren.nl/bestanden/Jaarverslag_2008 _def_LR_voor_website.pdf
2008: subsidie Ministerie OCSW: NLPVF € 3 miljoen
http://www.letterenfonds.nl/dl.php?file=23

2009: subsidie Ministerie OCSW: FvdL€ 6,4 miljoen
http://www.fondsvoordeletteren.nl/bestanden/Jaarverslag_2009
_opmaak_april_2010.pdf

2009: subsidie Ministerie OCSW: NLPVF € ? miljoen**
**Jaarverslag niet te traceren.


2010: subsidie Ministerie OCSW: € 10,6 miljoen (na fusie NLPVF)
http://www.letterenfonds.nl/dl.php?file=25 [jaarverslagen 2010 en 2011]

2011: subsidie Ministerie OCSW: € 11 miljoen

2012: subsidie Ministerie OCSW: € 11,8 miljoen

http://www.letterenfonds.nl/download.php?file
=Nederlands-Letterenfonds-Jaarverslag-2012.pdf

2013: subsidie Ministerie OCSW: € 11,9 miljoen
http://www.letterenfonds.nl/images/issue_download/Nederlands-Letterenfonds-Jaarverslag-2013.pdf

2014: subsidie Ministerie OCSW: € 10,4? miljoen*
http://www.letterenfonds.nl/images/issue_download/
Nederlands-Letterenfonds-Jaarverslag-2014.pdf

*Een heldere balans en jaarrekening ontbreken op dit jaarverslag.

Voorzitters / directeuren

Pieter Hagers, ? - eind 1990
Greetje van der Bergh, eind 1990- juni 1992
Nelleke Noordervliet, juli 1992 - eind 1997
H.U. Jessurun d' Oliveira, eind 1997 - eind 2003
Hans Maarten van de Brink (a.i), eind 2003 - ?
Sylvia Dornseiffer, ? - 1 april 2008
Henk Pröpper

naar boven


DROOG- tijdschrift voor puike en diepgravende onderzoeks-journalistiek. Droog, onafhankelijk en ter zake. Over zaken uit heden en verleden die er toe doen of deden. Zaken die meer aandacht vragen dan in een artikel van een of twee papieren pagina’s gegeven kan worden. 

Steun ons op Facebook: Droog - Slow jounalism


De kranten


De Telegraaf
, 10-12-1966

Fonds v/d Letteren is op de verkeerde weg.

Verhief zichzelf tot JURY

De letterkundige Henk Fedder te Wassenaar, die vele bestuursfuncties bekleedt en o.a. bestuurslid is van de Vereniging van Letterkundigen, laat hieronder kritiek horen op de wijze, waarop het Fonds voor de Letteren aanvullende honoraria verdeelt onder Nederlandse schrijvers. Zaterdag a.s. houdt de vereniging haar najaarsvergadering, waarop deze kwestie aan de orde zal komen.

JARENLANG heeft de Vereniging van Letterkundigen geijverd om een fonds te verkrijgen, waarin de overheid gelden zou storten ten behoeve van Nederlandse schrijvers o.m. in de vorm van aanvullende honoraria op uitgegeven werk: boeken, gedichten, essays, hoorspelen enz.

In 1965 stelde de regering fl. 330.000,— ter beschikking, het bestuur van het Fonds voor Letteren zonderde van deze som fl. 100.000,— af voor bovenvermelde publikaties; 250 auteurs zonden in. Aangezien het F.v.d.L. als doorgeef- en noodfonds slechts tot taak heeft dit geld uit te delen, had men iedere inzender fl. 400,— moeten geven. Zonder enig onderzoek in te stellen naar de financiële situatie van de schrijvers, bepaalde F.v.d.L. eigenmachtig het minimum op fl. 1000,— en schiep daarmede de moeilijkheid van selecteren. Geen nood: men deed zichzelf de jurymantel om, onderwierp 250 inzenders ongevraagd aan een vergelijkend examen; de jury zou nu wel uitmaken wie er schrijven kon en wie niet. Gevolg: 100 geslaagden kregen fl. 1000,-, 150 gezakten kregen een verder nietszeggend stencil thuis, waarin vermeld, dat zij niet in aanmerking kwamen.

naar boven

"Voldoende kwaliteit"

De voorwaarden tot deelneming bevatten o.m. de clausule: "dat het werk voldoende literaire kwaliteit bezit." De 150 kregen dus een onvoldoende op hun rapport, waarmee het F.v.d.L. tegelijkertijd de bevolkingsgroepen voor wie deze boeken enz. waren geschreven discrimineerde. Deze handelwijze is ontoelaatbaar. Als men per se een minimum wil vaststellen, dient dit onder alle deelnemers verloot te worden. Liever een beslissing door het blinde, doofstomme lot, dan door een jury die zijn eigen oordeel in alle subjectiviteit hanteert, of de huidige letterkundige mode volgt. De mode in de letterkunde wijzigt zich overigens te snel om een basis te vormen voor het uitkeren of onthouden van geld.

Ik heb dit alles in de bestuursvergaderingen van de Vereniging van Letterkundigen besproken; niemand van mijn mede-bestuurders deelde mijn mening. Slechts één van hen vond dat inderdaad iedere schrijver een aanvullend honorarium toekwam, maar daar was geen geld genoeg voor beschikbaar. In wezen is dus niet het tekort aan literaire kwaliteit de grond van de afwijzing, maar geldgebrek. Welnu, laat dan het F.v.d.L. dit dan ronduit zeggen en ophouden met aan auteurs een brevet van onvermogen uit te reiken. Hierdoor kwetst men betrokkenen onnodig in hun schrijverschap, dat een integrerend deel van hun bestaan uitmaakt.

naar boven

Ten slotte nog dit: het F.v.d.L. moet aanvullende honoraria uitbetalen, omdat de Nederlandse schrijver in de meeste gevallen te weinig van zijn uitgever ontvangt. Wij hebben hier dus te doen met een toeslag, uitkering, ondersteuning, enz. in alle geval met financiële hulp. Die hulp heeft met literaire kwaliteiten niets uit te staan. Is een boek bij een bona fide uitgever verschenen, dan is het door hem, zij het dan mede op andere gronden, vooraf aan drie personen ter beoordeling gegeven. "Het Fonds is autonoom en bepaald onafhankelijk, het zal met deelnemers of andere belanghebbenden niet in discussie treden." Dit laatste betekent prijsvraag-allures er op na te houden.

Nogmaals: de taak van het F.v.d.L. is op het gebied van de aanvullende honoraria geen andere dan deze, het uit de schatkist verkregen geld eerlijk te verdelen. Door de selectie zijn nu bedragen uitgereikt aan schrijvers van bestsellers en aan lieden die in goeden doen zijn.

Dit is nooit de bedoeling geweest. Ik heb daarom het F.v.d.L. voorgesteld om de toeslagen in eerste Instantie te bestemmen voor schrijvers wier inkomen, dat van hun echtgenoot of echtgenote beneden de welstandsgrens (fl. 12.570) ligt.

De huidige methode die ook bakkerskinderen brood geeft, berust op een sociaal onrecht. Zou de nieuwe minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk bereid gevonden worden om een einde te maken aan deze wantoestand?

HENK FEDDER

Bron: http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110590127:mpeg21:a0556

Commentaar: Henk Fedder (1890-1979), was een van de bekendere verzetsdichters.
Zie:
http://www.nederlandsepoezie.org/dichters/f/fedder.html

naar boven



De Telegraaf
, 12-12-1966

Auteurs verontrust over verdeling
overheidsgelden

Van een medewerker
AMSTERDAM, maandag

NEDERLANDSE. schrijvers zijn verontrust over de wijze waarop overheidsgelden, bestemd als aanvullend honoraria op literaire uitgaven, door het Fonds voor de Letteren worden verdeeld. Afgelopen zaterdag werd in onze bladen dit probleem aan de orde gesteld door de letterkundige Henk Fedder, tevens bestuurslid van de Vereniging van Letterkundigen, die het Fonds, dat geen andere taak heeft dan de overheidsgelden eerlijk te verdelen, verweet zich de taak van jury te hebben aangemeten, waardoor van de 250 auteurs die in 1965 gepubliceerd werk inzonden, er slechts 100 voor een aanvullend honorarium in aanmerking kwamen, terwijl de overigen een gestencild "brevet van onvermogen" thuiskregen, alsof hun werk onvoldoende literaire kwaliteiten zou bezitten.

Als er geen geld genoeg beschikbaar is, aldus, Fedder, moet men niet doen alsof artistieke merites de doorslag geven, maar eventueel de grens trekken bij schrijvers wier inkomen beneden de welstandgrens ligt. Zoals het nu gaat, geeft al te vaak een subjectieve waardering voor modestromingen de doorslag.

naar boven

In een bewogen vergadering van de Vereniging van Letterkundigen, zaterdagmiddag in het Carltonhotel te Amsterdam, brak Fedder opnieuw een lans voor al die schrijvers, die zich door het Fonds "begapt", "beledigd" en "bedonderd" voelen, en voor hun lezers. "Er zullen altijd mensen zijn", aldus Fedder, "voor wie moderne literatuur Sanskriet is, maar ook deze staatsburgers hebben recht op lectuur."

Autonoom

Voorzitter prof. Garmt Stuiveling, mede-bestuurslid van het Fonds, zei dat men moest selecteren, omdat er geen geld genoeg beschikbaar is. Het feit dat hun werk is uitgegeven, zei hem niets betreffende de literaire verdiensten daarvan; zonder stil te staan bij het feit dat de meeste uitgevers competente literaire adviseurs in dienst hebben, stelde Stuiveling dat de uitgever niet in staat mag worden geacht, een werk op zijn literaire verdiensten te beoordelen, zulks in tegenstelling tot de redacties van literaire tijdschriften.

Het Fonds, aldus Stuiveling, is autonoom; als men het met de zaken niet eens is, kan men hoogstens de in het Fonds zitting hebbende VVL-bestuurleden dwingen hun bestuursfunctie in het Fonds neer te leggen.

Voorzitter Stuiveling kon weinig waardering hebben voor een andere stem uit de vergadering, die voorstelde tòch het weinige beschikbare geld eerlijk onder alle schrijvers te verdelen, een gang van zaken die niet alleen principieel juist is, maar tevens de publieke aandacht zou vestigen op het feit dat de overheid te weinig middelen, een gang van zaken die schikking stelt.

naar boven

Emotioneel

Dit zakelijke geluid werd overstemd door de emotionele reacties van enkele aanwezigen, die zich verbolgen toonden omdat "480.000 abonnees van een ochtendblad" door Fedders publikatie op de hoogte waren gebracht van het onbehagen van sommige schrijvers over de gang van zaken bij het Fonds. Pathetisch riep Stuiveling daarop uit: "Ik beschouw deze publikatie als een dolkstoot in mijn rug, door een gerespecteerd bestuurlid, met wie ik tien jaar heb samengewerkt!"

Op een verzoek van de vergadering met een tegenartikel in De Telegraaf te reageren, antwoordde Stuiveling geëmotioneerd: "Ik schrijf niet in De Telegraaf!" Wel stemde, hij toe een "tactisch geredigeerd communiqué" over deze kwestie te sturen aan het ANP.

In een slotwoord verdedigde Henk Fedder zich tegen de aanvallen door erop te wijzen, dat hij het als zijn zedelijke plicht beschouwde te helpen voorkomen, dat de gelden van de belastingbetalers terechtkomen bij mensen die het niet nodig hebben.

Bron: http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110590128:mpeg21:a0202

naar boven



De Telegraaf, 14-02-1969

Schandaal was te voorzien

Artikel door mr. L.R.J. Ridder van Rappard n.a.v. het Holland Festival. Hij wijdt één alinea aan het Fonds voor de Letteren:

Op staatskosten

Diezelfde lijdelijkheid heeft minister Vrolijk in 1964 verleid tot het in het leven roepen van het fonds der letteren, waaraan jaarlijks uit de staatskas meer dan een half miljoen gulden toevalt, ter toedeling aan zogenaamde hedendaags "creatieve" schrijvers. Het weer op Thorbecke's uitspraak terug te voeren bezwaar, dat de overheid niet behoort uit te maken wie al dan niet onder de categorie van creatieve schrijvers behoren te worden gerekend, heeft tot de absurde consequentie geleid, dat thans als gevolg van een eenzijdige bestuurssamenstelling een klein aantal bevoorrechte Sex- en Schundschrijvers elkaars schuttingwoorden rijkelijk plegen te belonen. Op staatskosten wel te verstaan.

Bron: http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110590700:mpeg21:a0360

naar boven



De Tijd, 20-11-1969.

[Fonds roept op tot inzenden aanvragen].

HET FONDS voor de letteren kan in 1970 stipendia (f 12.000), werkbeurzen (f 6000) en toelagen (f 3000) verlenen aan letterkundigen om het hun mogelijk te maken meer tijd aan scheppende letterkundige arbeid te geven. Zij, die voor een uitkering in aanmerking wensen te komen, kunnen zich vóór 10 januari 1970 schriftelijk wenden tot het bestuur van het Fonds voor de letteren. Steenvoordelaan 370. Rijswijk (ZH), onder mededeling of men in aanmerking wenst te komen voor een stipendium, dan wel voor een werkbeurs of toelage.

Bron: http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011238471:mpeg21:a0116

naar boven



1970

'Tweede schrijversprotest'

Op 13 januari 1970 voeren schrijvers actie voor het uitleenrecht - d.w.z. een vergoeding voor de auteurs bij uitlening van hun boeken bij bibliotheken. Dit groeide snel uit tot een bredere actie, voor betere honoraria door uitgevers voor auteurs en vertalers, ondersteund door de VvL.

De eisen waren: regeling van een minimum royalty, standaardcontracten en minimum tarieven voor vertalers.

Betrokken auteurs waren o.a. J. Bernlef, Mies Bouhuys, R.A. Cornets de Groot, Simon Carmiggelt, A. den Doolaard, Heere Heersma, Ed. Hoornik (gestorven maart 1970), Yvonne Keuls, Leo Platzak (?), Annie M.G. Schmidt en Mischa de Vreede.

Zie o.a.:

NvhN, 14-01-1970. 'Schrijversprotest ontmoet begrip bij minister'
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011015624:mpeg21:a0038
Het Vrije Volk, 14-01-1970. 'Schrijvers na boekenroof (...) naar Klompé'
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010957120:mpeg21:a0245
De Waarheid, 31-01-1970: 'Onderhoud schrijvers-CRM'
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010374086:mpeg21:a0045
Limburgsch Dagblad. 20-02-1970. Oproep tot boycot Boekenweek'
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010541247:mpeg21:a0400
De Waarheid, 09-03-1970. 'Schrijversprotest'
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010374117:mpeg21:a0112
De Tijd, 04-04-1970: 'Rel om speenvarken op boekenfestijn'
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011235638:mpeg21:a0152
Limburgsch Dagblad, 12-03-1970. 'Minister denkt aan uitleenvergoeding'
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010541215:mpeg21:a0116
De Tijd, 24-10-1970. 'Schrijversprotest te koop op Boekenmarkt RAI'
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110612257:mpeg21:a0187
De Telegraaf, 24-10-1970. Interviews met directeur Meulenhoff en auteur
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011196715:mpeg21:a0712
De Waarheid, 30-10-1970. Over de acties en een boekwerkje
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010374313:mpeg21:a0145

Dit 'Tweede schrijversprotest' (het eerste had plaats in 1962-1963) was eigenlijk het derde: in 1969 vond namelijk ook een 'schrijversprotest' plaats. Dit nadat een leraar Nederlands, drs. Bonset, onslagen was door het Bussumse Nieuwe Lyceum omdat hij het boek Een ellendige nietsnut van Remco Campert behandeld had.

Het protest bestond uit een door Jaap Harten namens de redacties van de tijdschriften Kentering en Podium verstuurd telegram aan het schoolbestuur en de rector.

Zie: 'Schrijversprotest tegen ontslag Hilversumse leraar drs. Bonset. Nieuwsblad van het Noorden, 27-02-1969.
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011015475:mpeg21:a0313

naar boven




De Tijd, 27-03-1970

Letterenfonds beschuldigd van willekeur

MAASTRICHT, 27 maart — De Limburgse schrijver Ton van Reen beschuldigt het bestuur van de stichting Fonds voor de Letteren van dictatuur in een open brief aan het bestuur van het fonds, de minister van CRM, de Federatie van Beroepsverenigingen, de Raad van de Kunst, het Pencentrum Nederland, de Maatschappij voor Letterkunde en het Voorzieningsfonds voor Kunstenaars.

Aanleiding tot het schrijven van de brief vormt de mededeling van het Fonds voor de Letteren dat Van Reen over 1970 geen stipendium, werkbeurs of toelage zal worden verleend. Hij meent dat de verdeling van het geld van het fonds (één miljoen gulden) in hoge mate willekeurig gebeurt en een onderonsje vormt van een kliek.

„Na informatie onder de auteurs is mij gebleken dat kapitaalkrachtige auteurs die het geld niet nodig hebben. ook nu weer in de fondspot delen", aldus Ton van Reen. „Ik acht het fonds evenwel in staat haar besluit te herroepen en mij alsnog op korte termijn een toelage of werkbeurs toe te kennen. Wanneer op dit verzoek negatief gereageerd, wordt, zal ik een persoonlijk onderhoud vragen met de minister van CRM om met haar mijn zorgen te bespreken.' Rekeningen van dokter en psychiatrische kliniek zal ik aan het bestuur van de stichting Fonds voor de Letteren doen toekomen met het verzoek deze te willen voldoen", aldus Ton van Reen.

Bron: http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110612129:mpeg21:a0214

naar boven



Nederlands Dagblad, 12-05-1971.

Stipendia, toelagen en beurzen voor schrijvers.

DEN HAAG — Van de 257 aanvragen om toekenning van een stipendium, toelage of werkbeurs heeft het bestuur van de Stichting Fonds voor de Letteren voor dit jaar er 137 kunnen honoreren uit de driekwart miljoen gulden, die hiervoor beschikbaar was.

Vijftien aanvragen werden gehonoreerd met een stinendium tot maximaal ƒ.12.000. 91 met een toelage van fl. 4.000,- en 31 met een werkbeurs tussen de fl. 3.000 en fl. .9.000. Van hen, wie gelden zijn toegekend, zijn er twaalf literair vertaler.

[in het gelinkte krantenartikelel staan alle namen vermeld]

Bron: http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010558469:mpeg21:a0030

naar boven



Het Vrije Volk, 04-10-1980

Over literaire prijzen

[fragmenten]

(...) Een van de eigenaardigste critici van dat Fonds is Herbert Leupen, die in het "Nieuwsblad voor de boekhandel", een zakelijk vakblad, allerlei oplossingen verzint om aan het door hem verzonnen wanbeleid van dat Fonds een einde te maken.

"Ze" geven het aan elkaar". Segers, met zijn loterij-theorie, wijst enkel op de onbekwaamheid van de jury's die naar hij hoopt binnenkort bij zijn nieuwe wetenschap te rade kunnen gaan. Leupen gelooft in complotten, vriendjespolitiek, en hij staat niet alleen in zijn wantrouwen.

Wie "ze" zijn die het "elkaar" geven? Ik ben misschien erg naief, maar ik begrijp de verdachtmaking niet. In het algemeen, zou ik zeggen, gaat het bij het verdelen van prijzenn en beurzen zo redelijk mogelijk toe. Aperte vergissingen worden meestal hersteld. (...)

Commentaar: Artikel van Alfred Kossmann (1922-1998), die, zo bleek uit later onderzoek van Peter Vleesch Dubois en uit Aarts Almanak '83 , vanaf 1969 t/m 1982 elke jaar werkbeurzen kreeg, of van het Fonds voor de Letteren of van het Amsterdamse Fonds voor de kunst.

Dit stuk zou gezien kunnen worden als 'spin, erop gericht om critici af te serveren als gestoorde complotdenkers. Het is natuurlijk niet bekend of Kossmann dit op eigen initiatief deed of op verzoek vanuit het Fonds.

Bron: http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010960674:mpeg21:a0405

naar boven



Nieuwsblad van het Noorden
, 02-09-1981

Ger Verrips voorzitter van letterenfonds

De Amsterdamse schrijver Ger Verrips is benoemd tot voorzitter van de Stichting Fonds voor de Letteren. De benoeming is reeds op 1 augustus j.l. ingegaan en geldt voor drie jaar. Verrips heeft onmiddellijk nadat zijn benoeming bekend werd zijn functie van secretaris van de schrijversvakbond, Vereniging van Letterkundigen (VvL), neergelegd. Hij acht de functies onverenigbaar.

Bron: http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011008337:mpeg21:a0318

naar boven



Nieuwsblad van het Noorden, 04-03-1982


Toegezegde vertalerssubsidie opgevraagd. NvhN, 04-03-1982

De Vereniging Van Letterkundigen/Vakbond van schrijvers VVL/VVS) vindt dat het hoog tijd wordt dat de toegezegde subsidie van 350.000 gulden ten behoeve van literaire vertalers voor 1981 beschikbaar wordt gesteld. De organisatie is er verontwaardigd over dat het door de Tweede Kamer vorig jaar aangenomen amendement-Worrel, waarin die extra subsidie werd verlangd, nog steeds niet is uitgevoerd. Dit ondanks toezeggingen vorig jaar van minister Van der Louw van CRM.

Volgens de schrijversorganisatie heeft het Fonds voor de letteren een uitstekend plan ingediend voor de besteding van dit extra subsidie-bedrag, maar het plan kan niet worden uitgevoerd, omdat CRM het geld nog steeds niet heeft overgemaakt. "De literaire vertalers worden hierdoor ernstig gedupeerd," aldus de VVL/VVS, die verlangt dat het amendement onmiddellijk wordt uitgevoerd.


Bron: http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010351:mpeg21:a0384

naar boven



Overheid, auteur en subsidie
, 1981

De scriptie van Peter Vleesch Dubois

In juni 1981 voltooide de Amsterstamse student Neerlandistiek Peter vleesch Dubois de doctoraalscriptie Overheid, auteur en subsidie. Hij geeft daarin een overzicht van de wijze hoe de overheid vanaf de middeleeuwen auteurs subsidieert, met literatuurbevordering als doel. Ook behandelt hij de financiële positie van auteurs, alsmede het schrijversprotest van 1962-1963 en de oprichting van het Fonds voor de Letteren.

In het laatste hoofdstuk gaat hij uitgebreid in op de taken en werkzaamheden van het Fonds. Ook probeert hij een antwoord te vinden op de vraag welke criteria het Fonds bij subsidietoekenningen hanteert.

Zijn bronnen zijn o.a. jaarverslagen van het Fonds (1965-1979) en het Amsterdam Fonds voor de Kunsten (1973-1975) én - en dat is het meest opzienbarend - honderden subsidieaanvragen en werkplannen uit 1973-1975.

Hoe Vleesch Dubois de beschikking kreeg over deze aanvragen, is onbekend. Wel werd in 1993 (!) bekend dat ze uit het archief van het Amsterdamse Fonds voor de Kunst afkomstig waren.

Het bestaan van deze scriptie ging aanvankelijk onopgemerkt aan Nederland voorbij. Eerst toen Parooljournalist Herbert Leupen in 1982 een paginagroot artikel aan de bevindingen van Vleesch Dubois wijdde, brak een publicitaire werden pers en politiek opgeschud.

P. 158 uit de scriptie. AF =Amsterdamse Fonds voor de Kunst, dat destijds een deel van de aanvragen afhandelde.




Kort na de commotie publiceerde Vleesch Dubois het laatste hoofdstuk van zijn scriptie, met tabellen en enkele facsimiles van de aanvraagformulieren in:

Het geheim CRM-Dossier,
1982

Op titelpagina:

P.D. Vleesch Dubois
Overheid, auteur & subsidie
Doctoraalscriptie

Vakgroep Moderne Letterkunde Instituut voor Neerlandistiek
Amsterdam, juni 1981
[93]p.

Op omslag:
Peter Vleesch Dubois
'Het geheime CRM-dossier'
C.J. Aarts
Amsterdamse Schotschriften 9


Een uitgave van C.J. Aarts, Amsterdam, [1982].

Slotwoorden van Peter Vleesch Dubois:

“Het valt te verwachten dat de negatieve oordeelaars van overheids-subsidie voor kunst hun stem in de nabije toekomst steeds luider zullen laten klinken. Om hen niet in de kaart te spelen, dient het thans beschikbare geld zo effectief mogelijk besteed te worden.”

Biblion-recensie

Juni 1981 schreef P.D. Vleesch Dubois zijn doctoraalscriptie 'Overheid, auteur en subsidie'. Juni 1982 publiceerde Het Parool de belangrijkste conclusies. In dag- en weekbladpers ontstond een verhitte discussie, paginabreed uitgemeten, over het functioneren van het Fonds voor de letteren. De onderzoeker tracht criteria op te sporen voor het wel of niet verlenen van subsidie. Op basis van plm. 800 aanvragen en werkplannen uit '73-'75 (uit een 'geheime' CRM-lade) en de verdelingen van de gelden, wordt geconcludeerd dat de 'sociale' criteria (levensonderhoud) de inhoudelijke criteria (produktie en kwaliteit van het werk) hebben verdrongen. VD pleit voor het handhaven van een prestatienorm. Hier het deel van de scriptie dat over het Fonds handelt. In de bijlage facsimile's van aanvragen van o.a. de huidige Fondsvoorzitter Verrips. Een informatieve maar eenzijdig kwantitatieve uitgave waarin wetenschap en human interest hand in hand gaan.Voor de grotere o.b.

(NBD|Biblion recensie, Drs. J.C. Prins)
Bron: www.bol.com, 2015.

naar boven



Het Parool, 18-06-1982

Het niet schrijven wordt duur betaald

Door Herbert Leupen

Integraal afgedrukt in Aarts' Letterkundige Almanak voor het boekenjaar 1983, maar op een onleesbaar, te klein afgedrukt, formaat. Met moderne technieken is het gelukt het toch weer leesbaar te maken

Het artikel bestaat uit een bespreking van de scriptie van Peter Vleesch Dubois (te lezen op deze pagina) en interviews met:

Gerrit Borgers (voorzitter van het Fonds voor de Letteren van circa 1975 tot juli 1981 en vanaf 1979 hoogleraar Nederlandse Letterkunde verbonden aan het Instituut voor Neerlandistiek van de Gemeentelijke Universiteit Amsterdam. Peter Vleesch Dubois is bij hem afgestudeerd.
Dat interview is op deze pagina te lezen.

En met Neeltje Maria Min, Sybren Polet, Rudy Kousbroek en Harry Mulisch. Die zijn te lezen op deze pagina.

naar boven


De Telegraaf, 23-06-1982

Politici eisen blik in geheim CRM-dossier

Van onze parlementaire redactie
DEN HAAG, woensdag

De PvdA-Kamerleden , drs. A. Kosto en F. Niessen wensen opheldering over een geheim CRM-dossier, waaruit zou blijken dat aan enkele schrijvers jarenlang, zonder dat ooit naar hun produktie of werkplan was gevraagd, beurzen werd verstrekt. In Kamervragen aan CRM-minister H. de Boer willen zij weten hoe het Fonds voor de Letteren zonder enige voorwaarde vooraf, beurzen voor drie tot vijf jaar kan verstrekken.

Bron: http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011205374:mpeg21:a0221

naar boven



Nieuwsblad van het Noorden
, 02-07-1982

Minister De Boer: 'Geen kongsi's bij letterenfonds'

Minister De Boer van CRM vindt dat het Fonds voor de Letteren zijn werk goed doet. Er is binnen het fonds geen sprake van 'kliekvorming' en de geldmiddelen worden op juiste wijze gebruikt. De Boer antwoordt dit op schriftelijke vragen van de PvdA-Kamerleden Kosto en Niessen.

Beide parlementariërs wilden weten in hoeverre de doctoraalscriptie van Vleesch Dubois over het Letterenfonds op waarheid berust. In dit onlangs gepubliceerde onderzoek wordt onder andere gesproken over een "geheim CRM-dossier", waaruit zou blijken, dat het fonds in elk geval in de periode 1973-76 aan een beperkte kring van steeds weer dezelfde auteurs beurzen heeft verstrekt. Minister de Boer ontkent het bestaan van genoemd dossier.

Wel acht de bewindsman de instelling noodzakelijk van een onafhankelijke beroepsinstantie, waar door het fonds afgewezen schrijvers in beroep kunnen gaan. Deze beroepsinstantie, waaraan al wordt gewerkt, moet elke schijn van onzorgvuldigheid en partijdigheid vermijden, aldus De Boer.

Bron: http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010442:mpeg21:a0358

naar boven



Vrij Nederland, 03-07-1982

Jaloezie
'Schrijver? Dat is geen vak. Kunt u dan goed tikken?'
Het Fonds voor de Letteren: twintig jaar ruzie over de verdeling van de subsidiepot


[Door] Kees Schaepman

[Paginagroot artikel - enkele fragmenten]

Het Fonds voor de Letteren, dat onder meer werkbeurzen aan schrijvers toekent – is in opspraak. En dat is niet zonder gevaar voor het Fonds in een tijd waarin zo hard wordt gezocht naar slachtoffers voor nieuwe bezuinigingen. Basis voor de kritiek op het Fonds is een scriptie waarin ‘een geheim CRM-dossier werkbeursaanvragen’ wordt geciteerd. Alleen: CRM bezit helemaal geen werkbeursaanvragen van het Fonds, die zijn vertrouwelijk.

Fonds-voorzitter Verrips: “Buiten de vergaderingen van het Fondsbestuur is de inhoud van die werkplannen nooit ter kennis gebracht van ambtenaren van CRM, mondeling noch schriftelijk.’

Professor Gerrit Borgers, jarenlang voorzitter van het Fonds, was ook voorzitter van de examencommissie die de gewraakte doctoraalscriptie vorig jaar beoordeelde. Hij had hem, zei hij vorige week tegen ‘NRC Handelsblad’, pas tien dagen tevoren ter inzage gekregen en had hem ‘te laat ingezien om erover na te denken’. Nu, een jaar na acceptatie van de scriptie, is hij van mening ‘dat de scriptie te slecht geïnformeerd is om van werkelijk veel waarde te zijn.’ Zo gaat dat bij universitaire examens.

naar boven

(...)

Want ook al zijn de onthullingen van Vleesch Dubois meer dan een jaar geleden gepubliceerd, tot vrijdag 18 juni jongstleden was dat behalve aan vrienden en bekenden niemand bijzonder opgevallen.

De scoop was voor Het Parool, een blad dat de slagzin op zijn affiches ('Wat ze nou met Het Parool aan het doen zijn...') ook inhoud probeert te geven. Onder de kop Het niet-schrijven wordt duur betaald pakte medewerker Herbert Leupen [1] paginagroot uit tegen de praktijken van het Fonds voor de Letteren, dat maar 'in eeuwig kwijnend talent investeert, terwijl anderzijds veelbelovend talent haast systematisch wordt afgewezen.' De bron voor Leupens galspugerij: de scriptie van Vleesch Dubois. En zijn eigen kennis natuurlijk, want Leupen - die in de afgelopen vijftien jaar helaas niet meer verkrijgbare werkjes als Toeten en blazen [2] en Muis in de Melk [3] publiceerde - ontving in 1971 zélf een stipendium van het Fonds. En vroeg in 1972 opnieuw geld aan. Tevergeefs. En in 1973. Tevergeefs. En in 1974. Tevergeefs. En in 1975. Tevergeefs. Zodat hij zijn helaas nooit gepubliceerde roman met de werktitel Jaloezie geheel op eigen kracht moest voltooien. Zo werd een veelbelovend talent in de kiem gesmoord. Zelfs Leupens waarschuwing in zijn aanvraag voor 1975 dat hij niet in staat was nog langer 'de offers van zelffinanciering van schrijftijd te brengen'mocht niet baten. '


Herbert Leupen, circa 1969
Fotograaf onbekend
Bron: Het Vrije Volk, 08-11-1969

[1] Herbert Leupen, 1934-1986
[2] Toeten en blazen. De Arbeiderspers, 1965
[3] Herbert Leupen. Muis in de melk. Verhalen. De Bezige Bij, 1969. 223p. Literaire reuzenpocket 304.

Maar hij publiceerde ook de roman Daho zonder Tulband ( De Bezige Bij, , 1969); boeken over 'De Mounties' (een destijds populair komisch duo) en John Woodhouse, alsmede vier vertalingen.

Leupen kwam in 1958 in het nieuws toen hij, na publicatie van een artikel tegen de paus in Propria Cures, door katholieke studenten ontvoerd en mishandeld was.

Rond 1978 was hij tv-recensent bij Het Parool. Hij overleed 'volkomen onverwacht' in 1986. [BP]

 

naar boven

Misschien is het beter om het verhaal écht bij het begin te beginnen, want het Fonds voor de Letteren is altijd omstreden geweest. Zo omstreden, dat alleen al de polemieken die erover gevoerd werden, het povere bedrag dat de Nederlandse overheid jaarlijks voor haar auteurs beschikbaar stelt (dit jaar een kleine vier miljoen) rechtvaardigen. Ger Verrips: 'Er worden altijd meteen de meest krasse termen gebruikt: fraude, nepotisme, vriendjespolitiek. Ik zit echt eens in de twee maanden op het puntje van mijn stoel om weg te lopen. Zo'n bestuursfunctie is toch al frustrerend en zelfs storend voor je eigen schrijfwerk. '

[Gevolgd door een verhaal over het ontstaan van het Fonds en hoe moeilijk auteurs het hebben, qua inkomsten. Gevolgd door interviews met de door het Fonds gesubsidieerde auteurs Hanny Michaelis, Mischa de Vreede en Louis Ferron (die vanzelfsprekend positief zijn over het Fonds) en - wederom - Ger Verrips - BD].

Het Fonds werkt met maandeenheden - die aanduiding moet symboliseren dat het er om gaat schrijvers tijd te geven en niet alleen maar platte pecunia. Een maandeenheid bedraagt fl. 2955,-. Het maximium dat een schrijver kan krijgen is dus twaalf maal dat bedrag. De toekenning wordt gedaan op grond van ingediende werkplannen. Volgens Vleesch Dubois, bijgevallen door de miskende Leupen in Het Parool, wordt er niet of nauwelijks gecontroleerd wat er van die werkplannen terecht komt.

naar boven

Verrips kan zich daar echt kwaad over maken: "Ik sta niet op het standpunt dat je ieder jaar heel precies een verantwoording moet vragen. Stel dat ze halverwege het jaar door iets heel anders geïnspireerd worden. Mag dat soms niet? (...) Schrijver hebben wel eens inzinkingen, waardoor ze een jaar niet publiceren. Moet je dan hun werkbeurs intrekken en ze naar de bijstand verwijzen?'Verrips: "Vleesch Dubois noemt bij voorbeeld Kossmann, die een tijdlang niets publiceerde. Dat klopt, hij heeft een ernstig auto-ongeluk gehad en toen kwam er van zijn werkplan niets terecht." En of [sic!] the record geeft Verrips nog een aantal voorbeelden waarbij het fonds sociale - inderdaad , het is een schande - sociale factoren mede een rol heeft laten spelen bij de toekenning van een werkbeurs, en niet alleen heeft gekeken of daar de literatuur wel voldoende mee gestimuleerd werd. Of the record, want het mag natuurlijk helemaal niet van CRM.

(...)

Het grootste probleem waar het Fonds mee kampt is natuurlijk dat de spoeling zó dun is, dat het een heksentoer is om geld voor veelbelovend nieuw talent te reserveren zonder dat daardoor meteen schrijvers en dichters die een minder productief jaar hebben, meteen van hun inkomstenbron afgesneden worden. Maar méér geld, dat is natuurlijk reen taboe sinds ook de PvdA de bezuinigingen ontdekt heeft. En dus beperken socialistische Kamerleden zich tot de vraag of er wel voldoende tozicht is op het Fonds van de Letteren.

naar boven



Nederlands Dagblad, 05-07-1982

Fonds voor letteren


ER IS een relletje uitgebroken in de culturele wereld. Een student Nederlands aan de universiteit van Amsterdam heeft de hand weten te leggen op een geheim dossier betreffende de toekenning van subsidies aan schrijvers in de periode 1973-1976 en dit verwerkt in een doctoraalscriptie over 'Overheid, auteur en subsidie". Zijn conclusie is dat dit overheidsgeld lang niet altijd zo besteed wordt als het in het belang van de letterkunde zou zijn. Er worden schrijvers ondersteund die in het geheel niet meer actief zijn, maar wel goede relaties hebben met het bestuur dat over de toekenning beschikt.

Deze scriptie is overigens alweer een jaar oud, maar pas onlangs kwam ze in de openbaarheid door middel van artikel in "Het Parool". Vervolgens werd door PvdA-kamerleden opening van zaken gevraagd aan minister De Boer van CRM. Het antwoord daarop hebben we nog niet gezien.

naar boven

Voor subsidie aan letterkundigen staat elk jaar zo'n 3,5 miljoen op de rijksbegroting. Daarvan worden beurzen toegekend, die de auteurs in staat stellen zich geheel aan hun kunst te wijden, zodat ze niet verplicht zijn hun romans of gedichten te schrijven in de tijd die overblijft nadat ze voor hun onderhoud hebben gezorgd. Maar weinig schrijvers zijn namelijk zo succesvol, dat ze van de opbrengst van hun boeken kunnen leven, en dat geldt zeker van de auteurs van moderne literatuur.

Nu wil de minister van CRM niet zelf over de verdeling van dat geld beslissen, want in ons land geldt de regel, dat de overheid wel 'de kunst' bevordert, maar zich zo min mogelijk mengt in een oordeel over de kunst. Van elke ministeriële beslissing moet in beginsel verantwoording worden afgelegd aan de Tweede Kamer, en dat is niet het meest geschikte orgaan om als kunstcriticus op te treden. Daarom is er een Fonds voor de letteren ingesteld, waarvan het bestuur wordt gevormd door mensen die verstand van letterkunde hebben. Daar worden de aanvragen ingediend en beoordeeld. De toekenning van subsidies vindt plaats aan de hand van een werkplan, waarin de aanvrager duidelijk maakt welke publikaties hij op stapel heeft staan.

naar boven


DOOR DIE werkplannen te vergelijken met wat de gesteunde auteurs werkelijk gepubliceerd hebben, kwam de student, P. Vleesch Dubois, tot de onthutsende conclusie, dat sommige auteurs jaar na jaar geld opstreken zonder daarvoor enige bijdrage aan de Nederlandse letteren te leveren. En zijn vragen luiden dan: is het bestuur wel kritisch genoeg? Behoort er geen controle te zijn op de uitvoering van de werkplannen? Worden wellicht goede vrienden eerder gesteund dan nieuwe talenten?

Het curieuze was dat de hoogleraar die vorig jaar deze doctoraalscriptie moest beoordelen, zelf in de onderzochte periode voorzitter van het Fondsbestuur was. Nu de zaak in de openbaarheid is gekomen, neemt hij afstand van de scriptie. Hij vindt zelfs dat hij achteraf had moeten verbieden dat daarvoor geheime gegevens waren gebruikt. En nu verklaart hij dat de scriptie te slecht geïnformeerd was om werkelijk van veel waarde te zijn. Erg sterk komt dit verweer niet over. Wie voorzitter is van een college dat gemeenschapsgeld beheert, en dan openbaarmaking ducht, die wekt toch wel de indruk van een slecht geweten.

naar boven

Overigens is de publikatie van een en ander ook niet uit pure objectiviteit gebeurd. De schrijver van het artikel in "Het Parool" was namelijk een dergenen die jaar op jaar bij het Fondsbestuur bot vingen met hun aanvragen. Zo iemand komt natuurlijk heel gemakkelijk tot de overtuiging dat het geld naar de verkeerden gaat.

[BD - De schrijver van het Paroolstuk was Herbert Leupen]

De huidige voorzitter van het Fonds zegt tot verweer, dat schrijvers artiesten zijn. Die kun je, anders dan gewone werknemers, niet exact aan een van te voren opgesteld werkplan binden. Een artiest moet vrijheid hebben om zijn activiteit te wijzigen. Hier is ongetwijfeld wel iets van waar, maar dan toch uitdrukkelijk binnen zekere grenzen. Terecht is wel eens gezegd, dat kunst slechts voor een klein deel inspiratie en voor een groot deel transpiratie is. Anders gezegd: ook een kunstenaar moet zwoegen in het zweet van zijn aanschijn. Wie wegens gebrek aan inspiratie tijdenlang niet meent te kunnen schrijven of de plicht daartoe te bindend vindt, dient dan ook geen beroep te doen op gemeenschapsgelden die bestemd zijn voor de bevordering van de kunst, maar zal op andere wijze in zn levensonderhoud moeten voorzien.

We zijn dus van mening dat wel degelijk, zij het met de nodige soepelheid, mag worden gekeken naar de uitvoering van de werkplannen, opdat deze gelden inderdaad de kunst dienen en niet enkel de kunstenaar. Een kritische doorlichting van de subsidiepraktijk is dan ook na al dit rumoer wel geboden.

naar boven

Daarbij zal ook de vraag aan de orde moeten komen of inderdaad de verdeling van dat geld kan worden toevertrouwd aan mensen die zelf allerlei persoonlijke banden met aanvragers hebben. Weliswaar wordt de samenstelling om de twee jaar gedeeltelijk ververst en zit niemand langer dan vijf jaar, maar er kan toch gemakkelijk een soort inteelt optreden.

WEER EEN andere vraag is of de overheid haar verantwoordelijkheid voor de doelstelling van belastinggeld zo geheel uit handen mag geven. Dat de politiek moeilijk esthetische oordelen kan vellen, is waar. Maar dit is niet het enige dat telt. De literatuur heeft, zoals alle kunst, ook een ethisch aspect en vandaaruit oefent ze invloed uit op de samenleving. De kunst, zeker de letterkunde, wordt vaak gezien als schepper en wegbereider van een nieuwe samenleving en in veler ogen hoort daarbij ook een nieuwe moraal. Daarbij mag de overheid niet in blinde neutraliteit toezien.

Als de overheid dan beducht is om met haar zilveren teugels de kunst te besturen - en naar een staatskunst zoals in Oost-Europa wil men terecht niet -, dan zal gekozen moeten worden voor een grotere afzijdigheid. Dat zal dan betekenen, dat veel literatoren hun full-time schrijverschap moeten opgeven. Vroeger kwam veel steungeld voor de kunst uit particuliere bronnen, van welgestelde notabelen.

naar boven

Maar dank zij de socialistische nivelleringspolitiek is deze bron praktisch opgedroogd. In die zin is het logisch dat de staat de ondersteuning van de kunst overneemt. Maar ideaal is het zeker niet.

Want ook al willen we geen staatskunst, de politiek kan via deze weg wel degelijk trachten de samenleving te beïnvloeden. Bij de uitreiking van de P. C. Hooftprijs, staatsprijs voor de letterkunde, op 19 mei jl., heeft de ontvanger van de prijs, prof. dr. K. van het Reve - niet te verwarren met zijn broer Gerard (van het Reve) - enkele rake opmerkingen hierover gemaakt.

HIJ HAALDE daar een aantal stukken uit de kring van de Partij van de Arbeid aan over cultuurpolitiek. Daarin werd betoogd dat de overheid de kunst wel moet ondersteunen en bevorderen, omdat de mensen, als ze geheel vrijgelaten worden in hun keuze, niet kiezen voor kunst van niveau, maar voor platvloerse zaken. Nu is zo'n constatering natuurlijk wat moeilijk te rijmen met de lofzangen op de democratisering en de mondigheid van de burgers. Waarom mag de burger wel zelf beslissen wat hij stemt en niet wat hij leest? Maar daarop hebben de socialistische cultuurpolitici wel een antwoord. Die vrije keuze van de mensen is in werkelijkheid niet vrij, omdat ze gemanipuleerd wordt door de kapitalistische krachten in de maatschappij.

naar boven

Men hoeft dit element niet voor de volle 100 pet. te ontkennen om toch afstand te nemen van het vrijheidsbegrip dat hierachter ligt. Want in deze zienswijze geeft een mens er pas blijk van echt vrij te zijn, als hij kiest voor de socialistische maatschappij van de toekomst. Maar voor die keuze kan hij evengoed gemanipuleerd worden, bijvoorbeeld door profeten die hem schone dromen voorspiegelen die helemaal niet uitkomen. De consequente marxist gaat zelfs zover, dat hij de mensen pas echt vrij acht als ze alleen nog maar kunnen kiezen wat hij goed voor hen vindt.

Een geleide cultuurpolitiek is een voorzichtige stap in deze richting. Om het met prof. Van het Reve te zeggen: "Je krijgt van onze soci's de indruk dat zij de keuze van de consument niet juist vinden, dat zij die keuze willen veranderen. Zij willen de huiskamer van de bejaarde, de schoolverlater, de cultureel misdeelde, de werkloze binnengaan en daar dat huisje van Anton Pieck en dat hertje van Poortvliet van de muur halen en vervangen door de zonnebloemen van Van Gogh of de mijnwerker van Toorop of een portret van Che Guevara. Zij willen het televisietoestel dat staat afgestemd op Dallas, uitzetten en die bejaarde een boek van Theun de Vries in handen drukken of hem aanraden te kijken naar een programma over schrijnend leed in de derde wereld of naar een met steun van CRM gemaakte film over een taxichauffeur die zijn identiteit zoekt".

naar boven

De conclusie van prof. Van het Reve was, dat een Nederlandse politieke partij en een Nederlandse regering geen oordeel over die keuze van de mensen behoort te hebben en niet op middelen moet zinnen om die te veranderen. Zo kras zouden wij het niet willen formuleren, want dit klinkt ons toch wel al te vrijblijvend in de oren. De overheid zal echter een kunstbeleid moeten voeren binnen de bevoegdheden die haar toekomen, en die zijn slechts bescheiden. Vooral in de niet-politieke sfeer, die van gezin, school en krant, zal de goede smaak voor kunst bevorderd moeten worden en zal geleerd moeten worden ook in deze dingen de geesten te beproeven.

Bron:
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010627805:mpeg21:a0004

naar boven



Nederlands Dagblad
, 07-07-1982

Minister De Boer steunt Fonds voor de letteren

(van onze politieke redactie)

[fragmenten]

DEN HAAG - Er is geen sprake van een geheim CRM-dossier, waaruit zou blijken dat net Fonds voor de Letteren van 1973 tot 1976 een beperkte kring van steeds weer dezelfde schrijvers heeft gesteund. Ook is in die jaren en daarna (op basis van een nieuwe regeling) door het bestuur van het Fonds steeds zorgvuldig en met inachtneming van een zo groot mogelijke objectiviteit gehandeld en beoordeeld.

Dit schrijft minister H.A. de Boer (cultuur, recreatie en maatschappelijk werk) in zijn antwoord op schriftelijke vragen van de PvdA-Tweede-Kamerleden A. Kosto en F. Niessen.

Minister de Boer ontkent in zijn antwoorden niet, dat schrijvers, die al eerder een werkbeurs kregen, vaker een nieuwe bijdrage krijgen dan eerste aanvragers. Maar hij noemt dat voor de hand liggend, omdat "de kwaliteit bij de groep die al eerder op grond van een kwaliteitsoordeel een uitkering kreeg gemiddeld hoger is dan bij de ongeselecteerde groep eerste aanvragers". (...)

naar boven

Een beslissing wordt alleen genomen op basis van een werkplan, aldus minister De Boer. Bij het niet voltooien van het werkplan hoeft het geld niet te worden teruggestort. Minister De Boer acht dat terecht. (...)

(...) De bewindsman heeft inmiddels de Universiteit van Amsterdam om inzage gevraagd van de scriptie van drs. P. Vleesch Dubois over het subsidiebeleid van het Fonds voor de Letteren. Hij wil nakijken of een onlangs in Het Parool verschenen artikel over dit onderzoek wel klopt. De minister schrijft de faculteit, dat hij een eventuele weigering om de scriptie op te sturen, hoog op zal nemen.

Bron: http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010627807:mpeg21:a0073


naar boven



Vrij Nederland
, 24-07-1982

Borgers veroordeelt scriptie

Middels een ingezonden brief in Vrij Nederland neemt prof. Dr. Gerrit Borgers afstand van de door hemzelf in 1981 goedgekeurde scriptie van Peter Vleesch Dubois.

naar boven




Nieuwsblad van het Noorden
, 19-10-1982

Aarts 'Almanak' '83 & ander boekennieuws

[beginfragment plus een overzicht uit het boek]

Het geld en de letteren is het hoofdthema van Aarts' Letterkundige Almanak voor het Boekenjaar 1983. Wam de Moor gaat uitvoerig in op de manier waarop een auteur in Nederland met schrijven zijn geld verdient. Verdachtmakingen over vriendjespolitiek binnen jury's en binnen het bestuur van het Fonds voor de Letteren (dat werkbeurzen aanbeveelt) wijst hij van de hand. Overzichten van het aantal toegekende werkbeurzen in 1982 en van de 30 auteurs die de afgelopen zeven jaar de grootste werkbeurzen hebben gekregen, tonen aan dat het beschikbare geld inderdaad "gewetensvol" is verdeeld, zoals Wam de Moor stelt. Hij wijst er bovendien op dat het Fondsbestuur zich regelmatig vernieuwt, zodat auteurs die het ene jaar worden afgewezen het volgende jaar wel een kans maken (en omgekeerd), omdat bepaalde bestuursleden een andere smaak hebben. De werkbeurzen worden overigens in maandeenheden toegewezen, wat voor dit jaar f 2.963 per maand betekent, en slechts tien auteurs kregen dit jaar een beurs voor 12 maanden (f 35.556).

Het beleid voor de Nederlandstalige letteren in België wordt toegelicht door Henri-Floris Jespers. Hierbij valt op dat de toelagen aan auteurs heel wat lager liggen dan in Nederland. Omgerekend tussen de f 1.200 en f 7.200 per jaar. Jespers noemt literaire prijzen als een andere bron van inkomsten, naast lezingen en dergelijke. Volgens hem is er echter geen sprake van een gecoördineerd beleid en staat "de Vlaamse schrijvers- wereld nog onder een wettelijke bevoogding, terwijl de Nederlandse schrijver al een tijd de Regentenmentaliteit is ontgroeid". Naast de twee interessante hoofdartikelen bevat de vierde Aarts' 'Almanak een lijst met adressen van subsidieverstrekkers in Nederland en .Vlaanderen, waarmee het thema geld en letteren wordt afgerond. (...)

Bron: http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010592:mpeg21:a0261


Commentaar

Zie ook de NPE-pagina over dit boek:
Aarts' Letterkundige Almanak voor het boekenjaar 1983

Wat Wam de Moor stelde, wordt echter weersproken door onderstaande in het boek opgenomen overzicht van werkbeurzen 1976-1982. Daaruit blijkt dat bestuursleden van het Fonds (Ten Berge, Hamelink, Schierbeek, Polet) destijds opvallend veel 'maandeenheden' kregen toegedeeld:


naar boven


 



Vrij Nederland
, begin maart 1986

Max Pam stelt dat de bestuursleden van het Fonds vooral zichzelf subsidiëren. In een artikel in het weekblad Vrij Nederland over de verdeling van de overheidssteun concludeerde hij dat het "zeer lucratief is om bestuurs- of commissielid van het Fonds te zijn."


Commentaar: dit artikel is opgenomen in:

Max Pam. De armen van de inktvis. Een keuze uit het journalistieke werk. Samengesteld door Dap Hartmann. Met een woord vooraf dooor Jaap van Heerden. Prometheus, Amsterdam, 2005. 607p. Pag 121-134.
http://www.maxpam.nl/2006/09/de-armen-van-de-inktvis/

naar boven



Leeuwarder Courant, 17-03-1986

Fonds voor de Letteren is nu volwassen
'Bestuursleden die zichzelf subsidiëren? Onzin'

DEN HAAG - De stichting Fonds voor de Letteren viert dit jaar haar 21ste verjaardag als een jubileum, omdat het fonds volwassen is en omdat er vorig jaar door omstandigheden niets van een jubileumviering is gekomen. In het Letterkundig Museum, ondergebracht naast de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag, is een speciale tentoonstelling ingericht over het ontstaan van het fonds en het subsidiesysteem. Er liggen en hangen knipsels en foto's over de schrijversprotesten uit 1962 en 1970, de vertalersactie van 1980 en de eerste aanvraagformulieren voor subsidie, ingevuld door Gerard Reve en wijlen Cees Buddingh'.

Op vrijdagmiddag 18 april belegt het fonds in de aula van de Koninklijke Bibliotheek een forumdiscussie tussen schrijvers, vertalers en parlementariërs over het letterenbeleid. De auteurs Heila Haasse, Greetje van den Bergh, Bert Schierbeek en A.F.Th, van der Heijden leiden de discussie in met een causerie getiteld „Ik en het Fonds".

naar boven

De stichting Fonds voor de Letteren verdeelt dit jaar ongeveer 3,5 miljoen gulden subsidie aan schrijvers en vertalers in de vorm van werkbeurzen, aanvullende honoraria, opdrachten, debutanten en reisbeurzen. Volgens het bestuur is het fonds, dat opgericht werd in 1965, nu praktisch volwassen. Het Instituut voor Sociaal-Wetenschappelijk onderzoek van de Katholieke Hogeschool Tilburg bestudeert in opdracht van het ministerie van WVC nog of het subsidiesysteem verbetering behoeft.

De voorzitter van het Fonds voor de Letteren, de schrijver Ger Verrips, wees de beschuldiging, geuit in het weekblad Vrij Nederland, dat de bestuursleden van het Fonds vooral zichzelf zouden subsidiëren, van de hand. In een artikel in VN over de verdeling van de overheidssteun werd vorige week geconcludeerd dat het „zeer lucratief" is om bestuurs- of commissielid van het Fonds te zijn. Dichter-bestuurslid Peter Nijmeijer zou voor de publikatie van twee dichtbundels sinds 1974 ƒ 158.000 subsidie hebben ontvangen. Verrips: „Dat is pertinente onzin. Nijmeijer heeft dat geld in de eerste plaats gekregen voor zijn omvangrijke vertaalwerk."

Bron: http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010565989:mpeg21:a0189

De waarde van de bedragen uit 1986 anno 2014, mét inflatiecorrectie

fl. 3.500.000,- anno 1986 = € 2.809.471,29 anno 2014
fl. 158.000,- anno 1986 = € 126.827,56 anno 2014

Bron: Centraal Bureau voor Statistiek: Prijzen toen en nu.
http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/prijzen/cijfers/extra/prijzen-toen-nu.htm

naar boven



Het Vrije Volk, 20-03-1986

Fondsbestuurders

door FRANK VAN DIJL

De feestvreugde bij het 21-jarige Fonds voor de Letteren wordt enigszins overschaduwd door het rumoer dat is ontstaan over de wijze waarop het Fonds de subsidies over literair Nederland verdeelt. Max Pam deed vorige week in Vrij Nederland uit de doeken hoe de schrijvers die het bestuur vormen zichzelf de grootste bedragen toekennen. Zodra iemand bestuurslid werd, ging zijn toelage, in sommige gevallen, enorm, omhoog. Pam rekende voor dat de dichter en vertaler Peter Nijmeijer, wiens oeuvre, gezet uit een niet al te kleine letter, met gemak op één krantepagina zou passen, tot nog toe een bedrag van meer dan honderdvijftigduizend gulden heeft mogen incasseren. Hij is daarmee per woord de best betaalde schrijver van ons land. Maar hij is dan ook bestuurslid van het Fonds voor de Letteren.

Als een vader die niet boos maar wel bedroefd is reageerde Ger Verrips, schrijver en voorzitter van het bestuur van het Fonds. Hij spreekt, in een persbericht, van 'een ernstige beschuldiging' en zegt: 'Een dergelijke gang van zaken zou immers in strijd zijn met de statuten en regelingen van het Fonds en een grove schending betekenen van het vertrouwen in een gelijke behandeling van alle aanvragers en een zorgvuldige besluitvorming met het oog op de doelstelling van de Stichting Fonds voor de Letteren.'

naar boven

Een beroepspoliticus had het niet mooier kunnen zeggen. Maar Max Pam beweert nu juist, en staaft dat met bewijzen, dat de gang van zaken bij het Fonds het vertrouwen van schrijvend Nederland op zijn zachtst gezegd op proef heeft gesteld. Wat moet Tim Krabbé wel denken, wie een aanvullend honorarium voor zijn boek 'Het gouden ei werd' geweigerd omdat het te geringe literaire kwaliteit zou hebben (niemand weet hoe je zoiets meet, ook het bestuur van het Fonds voor de Letteren heeft geen criteria zwart op wit) en die moet constateren dat Peter Nijmeijer voor een eigen bundel en twee door hem vertaalde bundels respectievelijk fl. 2880, fl. 2880 en fl. 960 opstreek. Voor een vertaling van een stuk van Bertolt Brecht ontving Nijmeijer nog eens fl. 1360.

Krabbé moest het in 1984 doen met twee maandeenheden oftewel fl. 6150 van het Fonds voor de Letteren. Nijmeijer kreeg behalve de al genoemde bedragen ook nog fl. 33.875, zijnde zes maandeenheden als auteur en vijf maandeenheden als vertaler. Bovendien mocht hij voor fl. 3000 op reis. In totaal keerde het bestuur van het Fonds voor de Letteren in 1984 fl. 44.895 uit aan zijn bestuurslid Peter Nijmeijer, waarvan fl. 8080 als additioneel honorarium. De bedragen staan in het Jaar verslag over 1984, dus ze zullen wel kloppen. Het Jaarverslag meldt overigens dat per auteur een gemiddeld bedrag van fl. 2403,72 werd uitbetaald als aanvullend honorarium.

naar boven

Peter Nijmeijer zit dus boven het gemiddelde.

In zijn persbericht gaat Ger Verrips hier niet op in, maar zegt slechts dat: 'Mochten de bestuurders van het Fonds of de vertegenwoordigers van de WVC, de Commissie van Berroep voor het Fonds van de Letteren, of de VvL van mening zijn dat ik onoirbare beïnvloeding van de beslissingen van het Fondsbestuur heb toegelaten, dan zal ik mijn functie onmiddellijk neerleggen.' Mochten de aangeroepenen vinden 'dat ik ooit zelfs maar een poging heb gedaan een beslissing te beïnvloeden over een door mijzelf ingediende aanvrage dan zal ik, ongeacht of ik een beschuldiging terecht vind, niet alleen mijn functie als Fondsbestuurder neerleggen, maar ook zonder er een woord aan vuil te maken het mij op grond van die beslissing overgemaakte bedrag terugstorten op de rekening van het Fonds ten behoeve van andere aanvragers.'

Het is te hopen dat de boeken van Verrips niet dit soort proza bevatten, want dan zou de schrijver spoedig tot de bedelstand vervallen. Maar literaire kwaliteit wordt voor een persbericht niet verlangd.

Verrips kreeg in 1984 fl. 26.520 uit het Fonds voor de Letteren, waarvan fl. 1920 als aanvullend honorarium. Bestuurslid Ernst van Altena kreeg aanvullende honoraria ten bedrage van fl. 25.524 en een vertaalopdracht ter waarde van fl. 1 3.300. Bestuurslid Thea Beckman kreeg een aanvullend honorarium van fl. 4800. Bestuurslid J. Hamelink kreeg een werkbeurs van fl. 36.900 en een aanvullend honorarium van fl. 2880. Bestuurslid J. Vogelaar kreeg een werkbeurs van fl. 36.900 en een aanvullend honorarium van fl. 3840. Bestuurslid Nicolaas Matsier kreeg een werkbeurs van fl. 12.300 en een aanvullend honorarium van fl. 213 (hé, wat weinig!).

Deze schrijvers mogen het geld dat overblijft verdelen onder andere schrijvers, die in 1984 gemiddelde werkbeurzen kregen van fl. 10.343 en, zoals opgemerkt, gemiddelde aanvullende honoraria van fl. 2403. Het is duidelijk: alle schrijvers van Nederland moeten in het Fondsbestuur.

Bron: http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010949111:mpeg21:a0196

naar boven



Leeuwarder courant, 11-04-1986

GER VERRIPS VERDEDIGT FONDS VOOR DE LETTEREN
'Welk systeem je ook kiest, er zijn altijd teleurgestelden'


Door: BART JUNGMANN

In 1963 boycotten Nederlandse schrijvers het Boekenbal. Twee jaar later heeft hun protestactie effect. De overheid geeft financiële steun aan de letterkundigen. De stichting Fonds voor de Letteren beheert dat geld en bepaalt welke schrijvers en vertalers ervoor in aanmerking komen. Vakbroeders die elkaar beoordelen. Fondsvoorzitter Ger Verrips vindt het de beste oplossing. Maar bij de viering van het 21-jarig bestaan wordt daar andermaal aan getwijfeld.

De schrijvers schreven in 1963 uiteindelijk maar een brief aan de koningin, „ongerust en verontwaardigd over de wijze waarop de regering in haar zorg voor de literatuur is achtergebleven bij de voorzieningen voor toneel, opera en orkesten". Ja, er was sprake van een noodtoestand onder letterkundigen en de staatssecretaris was blind voor één van de wezenlijkste problemen van het Nederlands taalgebied. Voor straf gingen de schrijvers dat jaar niet naar de opening van de Boekenweek.

naar boven

Het was het begin van de jaren zestig en Nederlandse letterkundigen voerden actie voor financiële steun van de overheid. Geld is tijd en tijd is nodig om te kunnen schrijven, citeerde een schrijverscomité de dichter J. C. Bloem. In 1965 had het 'schrijversprotest', zoals het later bekend werd. succes: er kwam een jaarlijkse subsidie die enige rust en zekerheid moest brengen in het wankele bestaan van de schrijver.

Maarten Vrolijk, toenmalig staatssecretaris van CRM (nu WVC), riep een stichting Fonds voor de Letteren in het leven en beloofde haar een bedrag van ruim drie ton. Ter vergelijking: nu heeft het fonds een bedrag van bijna drie miljoen gulden onder schrijvers en vertalers te verdelen.

1965-1986: het Fonds voor de Letteren bestaat 21 jaar en geeft daar op twee manieren blijk van. In het Nederlands Letterkundig Museum (naast het Centraal Station in Den Haag) staat tot en met 20 april de geschiedenis van het fonds in woord en beeld tentoongesteld. In de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag wordt op 18 april een forum gehouden over het letterenbeleid van de overheid.

naar boven

Viering van een 21-jarig bestaan duidt op een kennelijke blijdschap over het volwassen worden van het Fonds voor de Letteren. Maar zo moeten we dat niet zien. Het ligt simpeler. Het jubileumjaar 1985 ging ongemerkt voorbij omdat de secretaris van het fonds door ziekte was geveld en daarom ging het feest op de lange baan. Ger Verrips, voorzitter van het fondsbestuur, spreekt ook liever niet in symbolische termen over het bereiken van meerderjarigheid. „Wel hebben we het gevoel dat het systeem nu min of meer voltooid is. Het beleid blijft vooralsnog hetzelfde en nieuwe regelingen zullen er niet komen, hoogstens wat verfijningen. Kortom, we vonden het een mooie tijd om stil te staan bij de vraag wat er van het fonds is geworden."

Stel die vraag aan Verrips en er volgt een positief antwoord. „Met de instelling in 1965 van de stichting Fonds voor de Letteren heeft de overheid het beleid gedelegeerd. Direct betrokkenen verdelen het overheidsgeld. Dat is uniek. De rijksoverheid heeft het gewaagd beleid uit handen te geven, met alle risico's van dien en dat heeft gefunctioneerd. Alle wijzigingen sindsdien stonden in het teken van een verdere verzelfstandiging."

naar boven

Het bestuur van het fonds bestaat uit vijftien mensen, voor het merendeel schrijvers en vertalers. Zij behandelen en beslissen over alle aanvragen van collega's die financiële steun van de overheid willen. Dat bestuur verandert regelmatig (om willekeur te voorkomen) en heeft ruim tien commissies die een adviserende functie hebben. „Eerlijk gezegd lukt dat rouleren niet altijd. Maar toch: in zo'n kleine wereld daar elke keer tientallen mensen bereid voor vinden, dat duidt toch op een zeker plichtsbesef. Een besef van het belang van het Fonds voor de Letteren. Een leuke baan is het echt niet, heel delicaat werk. Je weet dat al die mensen die een aanvraag indienen dat geld ontzettend nodig hebben."

Van die aanvragen zijn er een paar tentoongesteld in net Letterkundig Museum. Zo schreef wijlen Cees Buddingh' als reden voor subsidie: „Ik moet praktisch alle tijd en energie opofferen om aan de kost te komen". Gerard Reve wilde „eindelijk eens rustig kunnen werken". In een toelichtende brief aan het fondsbestuur voegde de volksschrijver daaraan toe: „Over mijn werk en persoon wordt veel onzin beweerd en laster verspreid, waaraan ik uw college dringend verzoek generlei aandacht te willen schenken."

naar boven

Een schrijver of vertaler moet voor toekenning van een beurs een werkplan indienen. Verrips gedecideerd: „Zonder werkplan geen beurs. Dat moet je niet onderschatten, maar natuurlijk ook weer niet overschatten. Het is geen arbeidscontract. Ik bedoel: als een verhalenbundel poëzie wordt en het is nog goed ook, wat zullen we daar dan nog verder van zeggen? En als een echt beroemde auteur als werkplan alleen maar opschrijft 'roman', wat moet je daar dan nog verder over vragen? Daarom is net ook goed dat mensen uit het vak de beoordeling geven. Bij twijfel moet je natuurlijk wel eens verantwoording vragen, maar een roman kan best eens een half jaar onafgemaakt in de kast blijven liggen. Zo is het leven van de schrijver en je moet hem geen ambtenarenbestaanopdringen.

Toch is de suggestie om het fondsbestuur anders in te richten al meermalen gedaan. Is het wel zo verstandig vakbroeders elkaars werk te laten beoordelen? Ger Verrips weet niet hoe het anders zou moeten. „Er zijn behalve deze opzet nog twee mogelijkheden. De eerste is: je vormt een bestuur van liefhebbers, deskundigen van buitenaf. Dat kun je wel doen voor iets eenmaligs. Maar het fonds vereist gewoon veel meer werk. En als je een bestuur regelmatig wilt laten rouleren, lukt het nooit om daarvoor voldoende buitenstaanders aan te trekken. De tweedemogelijkheid is: een bestuur van ambtenaren. Maar daar heb je hetzelfde probleem. Bovendien is zo'n opzet in strijd met de grondwet. De overheid mag immers geen kwaliteitsoordeel over kunst vellen."

naar boven

„Welk systeem je ook kiest, er zijn altijd teleurgestelden. Het bestuur zoals het nu is samengesteld, heeft voor dat gevoel net meeste begrip. Wij weten hoe pijnlijk het is en al die verhalen over een mafia in het bestuur, allemaal onzin." Hij wijst op de invloed van anderen in het bestuur. „Dacht je dat Sem Dresden, een gepensioneerd hoogleraar, of Pieter Hagens, de uitgever van Van Dale, zich door een paar schrijvers lieten gebruiken?"

Verrips verheft zijn stem enigszins bij de laatste zinnen en dat is niet zonder reden. Het bestuur van het Fonds voor de Letteren had ruim een week geleden een aanval te verduren van het weekblad Vrij Nederland Gesuggereerd werd dat bestuursleden zichzelf bepaald niet overslaan bij de toewijzing van overheidsgeld.

Nu is het Fonds voor de Letteren al langer een dankbaar mikpunt van kritiek. Niet zo verwonderlijk voor een instituut dat bij zijn overwegingen weinig andere criteria dan kwaliteit en produktiviteit kent. „Geen objectieve criteria," beseft Verrips zelf ook. „Maar niemand verlangt dat. Wat er wel mag worden verwacht, is dat er recht wordt gedaan." Hij denkt dat het fonds redelijk slaagt in dat streven.

naar boven

Niettemin maakte Propria Cures zich jarenlang, getrouw aan haar satirische inslag, vrolijk over de stoet van onbekende namen die bij het fonds in de prijzen vielen. Vier jaar geleden kwam er serieuzer geschut in stelling toen Peter Vleesch Dubois in een scriptie het fonds aanviel. Hij beweerde onder meer dat er onder één hoedje werd gespeeld met het ministerie. Dat ambtenaren inzage hadden gekregen in vertrouwelijke gegevens van schrijvers. lets wat Ger Verrips ten stelligste ontkent: „De minister heeft dat trouwens destijds in de Tweede Kamer ook gedaan. Dat zegt misschien niet alles, maar toch wel veel.

Naar aanleiding van de scriptie werd in Het Parool later fel geageerd tegen het lettereninstituut: „Het fonds investeert in kwijnend talent, terwijl echt veelbelovend talent wordt afgepoeierd". Vrij Nederland nam het toen op voor het Fonds en onthulde dat de schrijver van het Parool-artikel zelf tot de afgepoeierden behoorde. Om maar aan te geven hoe klein het literaire wereldje is.

naar boven

Keurmeesters

Onder de kop 'Als je bestuurslid bent van het Fonds voor de Letteren ga je automatisch beter schrijven' kiest het weekblad nu voor een aanvallende rol. Journalist Max Pam heeft een staatje gemaakt waaruit zou blijken hoe de bestuursleden zichzelf bevoordelen.

Verrips haalt een schriftelijke reactie op die aantijging te voorschijn: in zijn loopbaan als voorzitter sinds 1981 zijn noch van overheidszijde noch uit literaire hoek bedenkingen over het bestuursbeleid geuit Mocht dat ooit gebeuren, dan belooft Verrips direct af te treden. Geen eigen bevoordeling dus? „Nee, iedereen wordt gelijk behandeld. Ook de bestuursleden." Als er werk van een bestuurslid ter beoordeling ligt, trekt de bestuurder zich terug. De cijfers die In het VN-artikel worden genoemd, zijn volgens Verrips ondeugdelijk. „We worden in dat artikel keurmeesters genoemd. Daar is sprake van en dat willen we helemaal niet. Ons oordeel is betrekkelijk, net zo betrekkelijk als het oordeel van de lezer of van de uitgever. We matigen ons niets aan. Er is een concrete taak en dat is een kwaliteitsoordeel uitspreken ten behoeve van de literatuur. Niets meeren niets minder."

naar boven

„Als een professor het verwijt uit dat een door ons te laag gewaardeerd boek in historisch oogpunt zeer belangrijk is, zegt me dat weinig. Dat is aan ook maar een mening. Bovendien: wij beperken ons tot het nu en wij zien het in relatie met andere inzendingen, niet in het licht van de geschiedenis. En ach: bij ons zit ook een hoogleraar, maar zijn stem weegt heus niet zwaarder dan dat van een ander bestuurslid."

„Nee, grote oplagen spelen geen rol bij de beoordeling, net zo min als publicitaire aandacht een norm is. Ik ken het geval van een auteur wiens belangrijkste boek niet werd gerecenseerd omdat er toen een poststaking van een paar maanden was. Juist van een fonds als het onze mag je in dat opzicht een corrigerende functie verwachten. Wij moeten ons losmaken van de markt."

naar boven

Openbaarheid

Er is in het verleden geregeld om meer openbaarheid bij het Fonds voor de Letteren gepleit. Zou dat alle, kennelijk onjuiste kritiek niet bij voorbaat in de kiem smoren?

Verrips: „We streven naar een optimale openbaarheid, maar daar zitten wel een paar grenzen aan. Er wordt inderdaad weleens gezegd: gooi de zaak helemaal open. Maar dat kan niet. Alle besturen die het fonds tot nu toe heeft gehad, gingen ervan uit dat bepaalde gegevens vertrouwelijk moeten blijven. Werkplannen en verslagen, daar zit vrij veel informatie in. Die kun je niet zomaar op straat gooien. Ze zijn nuttig voor een goede besluitvorming, maar verder moeten ze geheim blijven. Als een schrijver dat zelf wil, mag dat natuurlijk. Hij gaat zijn gang maar."

„Ook de notulen van de vergaderingen zijn vertrouwelijk. Wij gaan ervan uit: het gaat om de uiteindelijke beslissing en niet om de individuele mening van een bestuurslid of de mening van de adviescommissie. Het bestuur is verantwoordelijk, niemand anders. De schrijver Martin Hartkamp heeft ooit eens de openbaarheid daarvan willen afdwingen. Hij is gegaan tot de Raad van State, maar het is hem niet gelukt."

naar boven

Twee recente ontwikkelingen duiden er niettemin op dat de gang van zaken binnen het Fonds voor de Letteren toch te wensen overlaat: de instelling van een beroepscommissie en een intern onderzoek bij het fonds.

Dat laatste heeft volgens Verrips niets te maken met enig ongenoegen over het fonds. Het onderzoek, zelfs van harte toegejuicht door het bestuur zelf, moet inzicht geven in de maatschappelijke positie van schrijvers en vertalers en wat het fonds voor hun betekent. Het is min of meer een gevolg van onenigheid tussen minister en fonds. „De minister wilde een korting van drie procent. Dat is door ons afgewezen. We hebben toen aangedrongen op een degelijk onderzoek, ook met het oog op een oudedagsvoorziening voor schrijvers. Dat is opgepikt door de Tweede Kamer en de bezuiniging is ongedaan gemaakt. Er is toen met het ministerie afgesproken dat er geen wijzigingen in het beleid komen zolang dat onderzoek gaande is.

naar boven

De commissie van beroep, sinds twee jaar actief binnen het fonds, was een initiatief van het bestuur zelf. Verrips: „Er bestond bij een zeker onbehagen dat afgewezen auteurs verder niets konden beginnen. Zij schreven een brief, wij schreven terug en dat was het dan. Een verdere discussie was uitgesloten. Natuurlijk, ze konden naarde rechter stappen, maar dat is een kostbare affaire. Deze procedure kost maar 75 gulden en dat bedrag krijgt de schrijver terug als hij de zaak wint. Het fonds legt zich Dij voorbaat neer bij het oordeel van de commissie."

„Een kwaliteitsoordeel is daarbij wel uitgesloten. Terecht vind ik. Als men het daar niet mee eens is, moet de minister de commissie maar tot bestuur maken. Het gaat zuiver om de procedures en de zuiverheid van de procedures wordt zonder meer verhoogd door het werk van de commissie."

In 1985 heeft de beroepscommissie negen zaken behandeld. Twee werden er uiteindelijk weer ingetrokken, twee werden gegrond verklaard en vijf werden afgewezen. Verrips naar aanleiding daarvan: „We krijgen jaarlijks gemiddeld 1100 aanvragen binnen voor steun. Daarvan krijgt meer dan een kwart nul op request en 75 procent krijgt niet wat ze wil. Slechts een kleine minderheid krijgt dat wel."

„Voordat de commissie er was. kregen we twintig brieven binnen met bezwaren of op z'n minst klemmende vragen. Daar is met de komst van de beroepscommissie dus in feite geen verandering in gekomen. Op basis daarvan zeg ik: we doen het redelijk. En met net werk dat we doen, kun je ook eigenlijk niet meer verwachten.'

naar boven

Met naast bovenstaande deze tekst, in kader:

VVL vergadert over conflict

Binnen de schrijversvakbond, de Vereniging van Letterkundigen (VvL) zijn conflicten ontstaan over het beleid van de vereniging op het punt van de voordrachten voor bestuursleden van het Fonds voor de Letteren. Volgende week zaterdag, 19 april, zal in Amsterdam een bijzondere algemene ledenvergadering van de VvL worden gehouden, waar dat beleid aan de orde komt. Deze vergadering is op grond van de statuten afgedwongen door negentien leden. Aanvankelijk waren dat er twintig, maar één van de ondertekenaars heeft zich intussen teruggetrokken. De twintig schrijvers verlangen nu duidelijkheid over het functioneren van het fonds en de betrokkenheid van het VvL-bestuur daarbij. Tot de twintig schrijvers die de bijzondere ledenvergadering nebben geëist behoren Martin Hartkamp, Adriaan Morriën, Manuel van Loggem, Gerben Hellinga, Neeltje Maria Min, Jaap van de Merwe en Ad den Besten.

Bron: http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010566010:mpeg21:a0391

naar boven



Nieuwsblad van het Noorden, 19-04-1986

Leuke meenemertjes van 't letterenfonds

Van onze kunstredacteur Gerlof Leistra

DEN HAAG — De schrijver J. Bernlef werd enige jaren geleden in zijn Amsterdamse stamcafé met handgeklap ontvangen toen in de kranten had gestaan hoeveel zijn stipendium van het Fonds voor de Letteren bedroeg. "Een paar uur later stond ik ƒ 175,- lichter weer op straat. Zon stipendium beschouwde men als een leuk meenemertje."

Deze smakelijke anecdote vertelde Bernlef gistermiddag tijdens een forumdiscussie die in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag was belegd ter gelegenheid van het 21-jarig jubileum van het Fonds voor de Letteren.

Nu had Vrij Nederland-journalist Max Pam twee weken geleden de feestvreugde al bijvoorbaat danig weten te verstieren door — volgens ingewijden daartoe opgehitst door een gefrustreerde Martin Hartkamp — het bestuur van het jubilerende Fonds van vriendjespolitiek te beschuldigen. Dat Fonds heeft jaarlijks zon 3,5 miljoen gulden aan subsidies te verdelen en de verdelers worden er volgens Pam zelf zeker niet armer op.

Aad Nuis, D66-senator en schrijver-criticus, reageerde in zijn inleiding op die kritiek door te stellen dat het volgens hem inderdaad beter zou zijn als het bestuur een vast salaris voor zijn werkzaamheden zou ontvangen. Daarnaast pleitte hij voor een gevarieerder samenstelling: "Er zitten nu alleen maar schrijvers in het bestuur en geen critici en literatuurgeleerden." Ook wees hij op de in zijn ogen te grote invloed van de Vereniging van Letterkundigen op de benoemingen. Vertaalster Greetje van den Bergh benadrukte de ontoereikende honorering voor vertaalwerk en vond het beleid van het Fonds "meer een tombola dan iets waar je op kunt rekenen."

naar boven

Waardering

Er waren gisteren natuurlijk ook genoeg waarderende woorden voor het Fonds. Zo zei de in Frankrijk wonende schrijfster Hella Haasse: "Vanuit de verte heb ik de indruk dat de Nederlandse overheid met het Fonds tot de voorhoede behoort. Vrijwel nergens bestaan voor schrijvers zoveel subsidiemogelijkheden als bij ons." Wel vond zij dat de overheid de taalbeheersing in het onderwijs krachtig zou moeten bevorderen. De schrijver A.F.Th, van der Heijden stelde in zijn humoristische bijdrage dat het inkomen van een schrijver in geen verhouding staat tot de geleverde prestatie: "Het honorarium bedraagd gemiddeld misschien een dubbeltje per werkuur. Het Fonds voor de Letteren ben ik daarom steeds meer gaan zien als een noodzakelijk bescherming tegen de bedreigende broodschrijverij."

Euvel

De op de inleidingen volgende forumdiscussie over het letterenbeleid, met als deelnemers naast Bernlef onder meer uitgever Laurens van Krevelen en de Tweede Kamer-leden Niessen (PVDA), Beinema (CDA) en Dijkstal (VVD), leed aan het bekende euvel: teveel sprekers over teveel onderwerpen in een te kort tijdsbestek. Toch vielen er nog wel wat aardige uitspraken te noteren. Zo zei VVD-Kamerlid Dijkstal in een onbewaakt moment: "Er mag van mij best één miljoen naar dat Fonds hoor, maar structureel levert dat natuurlijk weinig op." Wat een durf!

Bron: http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011011612:mpeg21:a0410

naar boven



Leeuwarder Courant, 21-04-1986

Schrijvers spreken vertrouwen uit in Fonds Letteren

AMSTERDAM (ANP) - De Vereniging van Letterkundigen (VvL) heeft dit weekeinde haar vertrouwen uitgesproken in het Fonds voor de Letteren. De VvL vindt wel dat in het fondsbestuur zo weinig mogelijk schrijvers en vertalers opgenomen moeten worden, die financieel van het fonds afhankelijk zijn. Een motie van die strekking werd volgens VvL-voorzitter prof. S. Dresden „met overweldigende meerderheid" aangenomen.

Een twintigtal schrijvers en vertalers had openbaar bezwaar gemaakt tegen de „vriendjespolitiek" binnen het Fonds voor de Letteren. Fondsbestuurders zouden bevriende letterkundigen en zichzelf bevoordelen. Binnen de VvL bestaat volgens de nu aangenomen motie echter „geen twijfel aan de goede trouw van het fondsbestuur". De vereniging wenst bovendien de traditie te handhaven dat VvL-leden deel uitmaken van het fondsbestuur, waarbij, zoals gezegd, de financiële onafhankelijkheid wel wordt benadrukt.

naar boven

De meeste klagers konden zich hierin vinden, aldus een toelichting van prof. Dresden. Slechts een enkeling van de honderd aanwezigen stemde tegen. De VvL telt in totaal een kleine zeshonderd leden.

De drie grote politieke partijen verklaarden vrijdag tijdens een forumdiscussie de financiële positie van het Fonds voor de Letteren te willen versterken. Het Fonds bestaat 21 jaar. De overheid stelde in 1985 circa drie miljoen gulden beschikbaar aan het Fonds. Dat geld werd verdeeld onder 350 schrijvers en 200 vertalers.

[daarnaast foto, met als onderschrift] De vergadering van de Vereniging van Letterkundigen kenmerkte zich zaterdag door een grote opkomst. Martin Hartkamp, een van de twintig schrijvers die bezwaar hadden gemaakt tegen de „vriendjespolitiek" die de bestuursleden van het Fonds voor de Letteren zouden bedrijven bij het verdelen van de schrijversgelden, vraagt hier het woord. Naast hem de dichteres Neeltje Maria Min.

Bron:
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010566018:mpeg21:a0124

Commentaar: Dit ANP-bericht laat onvermeld dat VvL-voorzitter prof. S. Dresden tevens bestuurslid van het fonds voor de letteren was. BD.

naar boven



De Waarheid, 16-11-1988

Letteren

De middelen voor de stichting Fonds voor de Letteren worden met 770.000 gulden verhoogd. Bovendien zal worden bekeken of en in welke mate, er ruimte moet worden gecreëerd voor verdere verbetering van de inkomenspositie van auteurs en vertalers.

Bron: http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010472636:mpeg21:a0028

naar boven



De Telegraaf, 03-05-1989

Produktiefonds voor literatuur in de maak

Van onze kunstredactie

DEN HAAG, woensdag Het ministerie van WVC heeft in samenwerking met de Koninklijke Nederlandse Uitgevers Bond (KNUB) een concept-voorstel voor de inrichting van een Produktiefonds voor de Literatuur geformuleerd. Het bestuur van dit fonds beslist over subsidieaanvragen voor alle mogelijke soorten uitgaven.

Het plan voor een Produktiefonds stond niet in de Letterennota die minister Brinkman eind vorig jaar het licht deed zien. Het voorstel past echter wel in het kader van die nota en er werd al enige jaren overleg over gepleegd, zo heeft gisteren een woordvoerster van zijn ministerie verklaard. In deze nota worden onder meer enkele voorstellen gedaan om de leescultuur te bevorderen.

Het bestuur van het nieuwe fonds zal bestaan uit maximaal zeven leden, van wie er twee afkomstig moeten zijn uit de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde en één uit het bestuur van het Fonds van de Letteren.

Bron: http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010645591:mpeg21:a0776

naar boven



Leeuwarder Courant
, 03-11-1989

Letterenfonds bepleit verdubbeling subsidie

Het Fonds voor de Letteren wil het 'letterenbudget' van de overheid verdubbeld zien. Het bedraagt nu, omgerekend, een gulden per hoofd van de Nederlandse bevolking, maar volgens het fonds moet dat minstens twee gulden worden. Het extra geld zou onder andere moeten worden gebruikt om het bestaande aanbod van literaire tijdschriften in stand te houden in plaats van, zoals WVC voor ogen staat, daar flink het mes in te zetten.

Als andere doelen waarvoor het 'extraatje' ingezet kan worden, worden genoemd: het mogelijk maken van bijzondere uitgaven, het tegemoet komen aan de toenemende buitenlandse vraag naar vertalingen van Nederlandse literatuur en tenslotte voor het uitbreiden van leesbevorderende op het publiek gerichte acties. Daarnaast heeft net Fonds gevraagd om een verhoging van de subsidie voor het jaarlijkse Poetry Internationalfestival.

Bron: http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010567104:mpeg21:a0390

naar boven



Nieuwsblad van het Noorden, 13-12-1990

Nieuwe voorzitter

Voorzitter Fonds letteren - Minister D'Ancona van welzijn, volksgezondheid en cultuur heeft Greetje van den Bergh (43) benoemd tot voorzitter van het Fonds voor de letteren. Van den Bergh, die in Amsterdam vertaalwetenschap studeerde, volgt daarmee oud-uitgever Pieter Hagers op.

Bron: http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011019519:mpeg21:a0337

naar boven


Leeuwarder Courant, 21-12-1990

Produktiefonds literatuur in januari in in werking.

De afdeling letteren van de Raad voor de Kunst is van mening dat bij de samenstelling van het bestuur van het nieuwe Literair Produktie- en Vertalingenfonds (LP & VF) in het bijzonder rekening gehouden moet worden met deskundigheden op het terrein van de kinder- en jeugdliteratuur, de Friese letterkunde en de migrantenliteratuur. De afdeling is gaarne bereid, zo schrijft zij in een brief aan de minister van WVC, hierbij van advies te dienen.

Het LP & VF treedt op 1 januari in werking. Het instellen van dit produktiefonds heeft ten doel het subsidiebeleid van de rijksoverheid voor literaire produkties (boeken, tijdschriften, geïllustreerde kinderboeken en vertalingen van Nederlandse literatuur in het buitenland) dichter bij de praktijk te brengen. De afdeling letteren van de Raad voor de Kunst meent, zo blijkt uit de brief aan minister d'Ancona, dat voor het beoordelen van hedendaagse literatuur en historische letterkunde, de literaire journalistiek en de literatuurwetenschap minstens zo belangrijk zijn als de schrijvers en de uitgevers. Voorts is de afdeling letteren van mening dat het bestuur van het fonds niet uit zeven maar uit negen leden moet bestaan, gezien de omvang van het takenpakket.

Bron: http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010567451:mpeg21:a0427

naar boven



Leeuwarder Courant, 21-06-1991

Rudi Wester in Fries-Nederlands literair fonds. 'We hoeven ons niet te schamen voor de Nederlandse literatuur.'

(fragmenten)

(...) Op 1 augustus treedt zij in dienst van het Literaire Produktie- en Vertalingenfonds. Ze is speciaal aangesteld om het vertalen van Nederlandse boeken te bevorderen. Daarnaast wordt zij belast met de beoordeling van subsidieaanvragen voor Nederlandse en Friese boeken.

Het nieuwe fonds verstrekt subsidies aan uitgevers, niet aan schrijvers. Die kunnen ook in de toekomst terecht bij het Fonds voor de Letteren. Tot dusver was de advisering over subsidies aan uitgevers in handen van de Raad voor de Kunst en de Stichting voor Vertalingen. Toen die laatste stichting na onenigheid en door het vertrek van de Vlamingen haar financiële basis aanzienlijk zag versmald, is besloten tot een nieuw fonds. Daarin is nu ook de reguliere literaire produktie ondergebracht.

(...)

Ze wordt samen met directeur Frank Ligtvoet de enige volledig betaalde kracht van het Literaire Produktie- en Vertalingenfonds. Het fonds heeft per jaar ongeveer ƒ2,5 miljoen te verdelen. Voorwaarde om voor steun in aanmerking te komen is dat het om een bijzonder uitgave gaat of dat het werk in kwestie van een bijzondere literaire kwaliteit is.

(...)

Haar belangijkste taak wordt het promoten van de Nederlandse literatuur in het buitenland. Door haar specialisatie in Franse en Angelsaksische literatuur voor verschillende bladen beschikt ze al over contacten met buitenlandse uitgevers. Die wil ze uitbreiden en dan vooral bij de grotere bedrijven in de grote taalgebieden. "Het is in het verleden wel gebeurd, dat van een Nederlandse dichter vier gedichten door een uitgever in. ik noem maar iets, Irkoetsk in het plaatselijke dialect werden uitgegeven. Dat zet geen zoden aan de dijk, dan zijn er wel manieren op het geld beter te besteden."


Bron: http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010567601:mpeg21:a0444

naar boven



Diverse kranten, 1992

Angst voor buitenlanders bij Nederlandse auteurs

Veranderende Europese wetgeving maakt het voor buitenlandse auteurs mogelijk subsidies aan te vragen bij het Fonds voor de Letteren. Bestuurders en auteurs maken zich grote zorgen.

Nederlandse auteurs ongerust over subsidie. Nieuwsblad van het Noorden, 29-01-1992.
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011019863:mpeg21:a0256
Buitenlandse schrijvers kunnen nu ook bij Fonds voor de letteren aankloppen. Leeuwarder Courant, 31-01-1992.
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010622537:mpeg21:a0436

naar boven



NRC Handelsblad
, 15-05-1992

Vernedering

Door Max Pam

[fragmenten]

In Het Parool lees ik dat Jan Kal geen toelage heeft gekregen van het Fonds voor de Letteren. Hij is daar verbolgen over, wat ik heel terecht vind, want Jan Kal is een van onze beste dichters. Maar het fonds houdt nu eenmaal niet van poëzie die rijmt en helemaal niet van de conventionele sonnetten die Jan Kal schrijft.

(...) Jan Kal is door de keurmeesters van het fonds niet goed genoeg bevonden voor de zesde en laagste schaal.

Als ik zoiets lees, word ik moedeloos. Er is altijd iemand die zulke indelingen bedenkt. Er moet iemand zijn geweest die de illusie heeft gehad dat je de dichters netjes kunt ordenen volgens de fijnmazige normen van de handelaar in koffie. Dan moet er ook een commissie zijn geweest, die het systeem boekhoudkundig heeft ingevuld. In Nederland bestaat zo'n commissie doorgaans uit integere poëziekenners, die na een zorgvuldige afweging tot de conclusie zijn gekomen dat een bepaalde dichter net een onsje te licht is voor de tweede of de derde schaal. Nederland is een eldorado voor zulke commissieleden, want je kunt met onkostenvergoedingen heel wat meer verdienen dan met dichten. (...)

Er staat deze week in Vrij Nederland een even schitterend als hilarisch relaas over de volstrekte willekeur bij de verdeling van muzieksubsidies. De criteria die de Raad voor de Kunst aanlegt, blijken te zijn verworden tot voze instrumenten die niets anders doen dan bezuinigingen legitimeren. Logisch natuurlijk, want er bestaan helemaal geen kwaliteitscriteria waarmee je kamermuziek kunt vergelijken met opera of moderne muziek met het romantische repertoire.

Het hilarische zit hem erin dat de musici die voor subsidie zijn afgewezen desondanks een beroep blijven doen op diezelfde criteria. “Wij brengen ook kwaliteit, wij hebben ook internationale contacten, onze zalen zitten ook bijna vol”, roepen zij. Het gevolg is een onderlinge jaloezie die op de lachspieren werkt, als alles niet zo treurig zou zijn. (...)

Wat iedereen wel weet, maar door geen der betrokkenen hardop wordt gezegd, is dat het hele subsidiegebouw - inclusief de Raad voor de Kunst - totaal is vermolmd. Maar een nieuw gebouw zal er niet komen. Wie vandaag nog subsidie krijgt, houdt zich stil en wacht tot hij een keer zelf aan de beurt is. Zo zal het doorgaan, kunstenaars ruziënd en vechtend over een bedragje dat zij toegeschoven krijgen, totdat er van de kunsten in Nederland niets meer over is.

Bron: http://www.nrc.nl/handelsblad/van/1992/mei/15/vernedering-7143513

naar boven



NRC Handelsblad, 30-06-1992

Fonds-voorzitter Greetje van den Bergh bij afscheid; "Letterenfonds raakt door EG-regeling in problemen'

Door Reinjan Mulder

De literair vertaalster Greetje van den Bergh neemt vandaag afscheid als voorzitter van het Fonds voor de Letteren. Zes jaar lang heeft zij zich ingezet voor een rechtvaardige verdeling van werkbeurzen over tweehonderd Nederlandse schrijvers en honderd vertalers.

AMSTERDAM, 30 JUNI. Het Fonds voor de Letteren staat voor een moeilijke periode en kan zich de komende jaren geen voorzitterswisseling permitteren, vindt Greetje van den Bergh (45). Dat is een van de redenen waarom ze vandaag, na zes jaar in het bestuur te hebben gezeten, het voorzitterschap van het Fonds neerlegt. Omdat de Europese regelgeving het verbiedt om onderscheid te maken naar nationaliteit, is vorige maand besloten om ook werkbeurzen te gaan toekennen aan Vlaamse auteurs. De gevolgen hiervan zijn niet te overzien.

(etc)

Bron: http://www.nrc.nl/handelsblad/van/1992/juni/30/fonds-voorzitter-greetje-van-den-bergh-bij-afscheid-7148247


naar boven



De Telegraaf, 26-02-1993

Subsidie-aanvragen bij De Slegte
Unieke verzameling literaire ontboezemingen

door I. SITNIAKOWSKY
AMSTERDAM, vrijdag.

Honderden subsidie-aanvragen, die in de jaren 1973-75 door Nederlandse schrijvers werden ingediend bij het Fonds voor de Letteren, dat vervolgens over de aanvragen besliste, bevinden zich sinds kort bij de firma De Slegte. Een deel van deze opmerkelijke collectie zal op de komende Europese Antiquarenbeurs in de RAI (4 t/m 6 maart a.s.) worden getoond.

Sommige aanvragen gaan vergezeld van uitvoerige toe- en bijlagen, zoals auteurscontracten en brieven. Onder de schrijvers die blijkens deze stukken om overheidssubsidie vroegen, bevinden zich verschillende gerenommeerde auteurs, onder wie Jeroen Brouwers, Jan Cremer, Adriaan van Dis, Yvonne Keuls, Gerrit Komrij, Harry Mulisch, Cees Nooteboom en Renate Rubinstein.

naar boven

Scriptie

De dokumenten zijn literair-historisch interessant vanwege de talrijke onbekende gegevens en de persoonlijke ontboezemingen. Er zit voor een student mogelijk een aardige doctoraalscriptie in. Daarom zou het het jammer zijn als de verzameling uiteenviel. Hopelijk wil een openbare instelling zich over het geheel ontfermen, het Letterkundig Museum bijvoorbeeld. Financiee zou dat moeten kunnen. De Slegte heeft de collectie weliswaarr nog niet van een een prijskaartje voorzien, maar heeft al laten doorschemeren niet het onderste uit de kan te willen.

Blijkens zijn aanvraag uit 1973 wilde Harry Mulisch subsidie voor drie projekten: 'Het seksuele bolwerk', de verhalenbundel 'Niemandsland' en een studie over de Eerste Wereldoorlog, getiteld 'De loopgraven'. Daarvan heeft alleen de eerstgenoemde titel het licht gezien. Wat is er met de twee andere boeken gebeurd? Is het bij plannen of aanzetten gebleven, of zijn de verhalen toch, zij het onder een andere titel uitgekomen?

"Ik wil een half autobiografisch, half essayistisch boek schrijven over de problematiek rondom de ontbinding van een huwelijk. Uit de reacties op de korte stukies die ik in V.N. over dat onderwerp publiceerde, is mij gebleken dat er grote behoefte bestaat in (d.w.z. aan) een persoonlijke benadering van dit hand over hand toenemende probleem," zo luidde de toelichting van Renate Rubinstein bij een subsidie-aanvraag uit 1974 voor een boekje, waar de lezer haar toekomstige bestseller "Niets te verliezen en toch bang" in herkent.

naar boven

Jeroen Brouwers noteerde onder 'werkplan waarop de aanvraag betrekking heeft',dat uit 1974 stamt, in zijn kloe- [ onleesbaar ] tooien romans", en antwoordde op de vraag naar de 'geschatte duur voor uitvoering van dit werkplan': "Geen idee; in principe een halfjaar." Johan van Doorn, beter bekend als Johnny the Selfkicker, stuurde het Fonds voor de Letteren in 1974 een hartekreet: "Ik schrijf aan een lijvig boekwerk, getiteld 'Selfkicker'. Het gaat in kort bestek over de 14 jaar dat ik zo'n beetje aan de weg timmer in 'Adam, en elders. 14 jaar bewogen avantgardistisch leven kristalliseert zich uit in een klassieke tijdloze reis door De Blues, De Extases, De Krachten van de geest, Kunst en Cultuur, De Natuur, De Schoonheid, etc."

„Om weer niet zon beroerd jaar te hebben als 1973, betreffende het werk aan mijn boek, — een jaar van schnabbelen om koste wat het kost in leven te blijven, vraag ik u beleefd, doch dringend om mij nou eens in mijn waarde te laten als een Full-time schrijver! (met een stipendium zal dat zeker lukken). Ter herinnering breng ik u onder de aandacht: dure huur (fl. 400 in de maand), telefoon, levensonderhoud & 1 kind."

Geldnood

Hij vervolgt: „Ik beschouw het als het boek van mijn leven. Ik geloof erin. Velen geloven erin. Vele prominenten kijken vol verwachting uit - Maar goed. Ik hoop echt dat u mij goed subsidieert!! Ik meen oprecht dat ik het verdiend heb." Het jaar daarop laat hij onder het hoofdje 'werkplan' weten: "het voltooien van Proza-werk dat inmiddels tot een levenswerk is uitgegroeid. " En: "Er moet een einde komen aan de vicieuze cirkel van geld verdienen om het hoofd boven water te houden. Levenskosten stijgen (huur van huis is al b.v. fl. 425 in de maand) Het boek moèt af: en dat kan alleen in een rustige geïsoleerde sfeer, zonder kopzorgen, jammerlijke geldnood, neurotische schnabbels, stress. 1975 is voor mij een erop- of een eronder situatie." Het is onduidelijk of dit omvangrijke levenswerk ooit is afgekomen.

naar boven

Dat De Slegte deze opmerkelijke verzameling dokumenten in handen kreeg was geen toeval. "Kort nadat begin deze maand bekend was geworden dat wij de Reve-collectie van Adriaan van Dis hadden gekocht, werden wij opgebeld door een particulier die deze verzameling te koop aanbood," vertelt Eric J. Schneyderberg van De Slegte. "Ik moet bekennen dat ik, toen ik de papieren voor de eerste keer zag, door gêne werd overvallen. Wat moet ik hiermee doen? dacht ik, maar ik besefte tegelijkertijd: het is toch handel, en er zijn klanten die je er mee kunt plezieren."

De identiteit van de verkoper wil Schneyderberg niet onthullen. Ook wil hij niet kwijt hoeveel hij voor de unieke verzameling heeft betaald. Hoe de vertrouwelijke stukken in handen van de vorige eigenaar zijn geraakt, weet hij evenmin. "Misschien zijn de papieren ooit bij het huisvuil op straat gezet en door iemand opgeraapt," zegt hij.


Bron: http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010691750:mpeg21:a0608

naar boven




Telegraaf, 03-03-1993

Beslaglegging op oude subsidie-documenten Nederlandse auteurs

Van onze kunstredactie

Het Amsterdams Fonds voor de Kunst heeft gisteren conservatoir beslag laten leggen op de verzameling subsidie-aanvragen van Nederlandse auteurs, die onlangs door de firma De Slegte werd aangekocht van een particulier.

Het Fonds zal binnen twee weken een vordering indienen tot teruggave van alle documenten. Het gaat om naar schatting zeven à achthonderd formulieren, al dan niet met bijagen, uit de jaren 1973-75. De Slegte was van plan een deel van de stukken mee te nemen naar de Europese Antiquarenbeurs, die van 4 t/m 6 maart in de RAI wordt gehouden. Door het beslag kan dit niet doorgaan.

naar boven

Historisch

De documenten, die voor een deel met de hand zijn geschreven, deels zijn getikt of gekopieerd, zijn literair-historisch belangrijk vanwege de uitvoerige toelichtingen op de ingediende werkplannen en vaak gedetailleerd beschreven persoonlijke omstandigheden. lemands gezondheid, benarde financiële situatie, gebrek aan tijd en behoefte aan rust, opgroeiende kinderen: verschillende subsidie-aanvragers vonden dit zwaarwegende argumenten die speciale vermelding verdienden.

Dat maakt het lezen van de documenten in veel gevallen tot een pijnlijke aangelegenheid. Begrijpelijk dat het Fonds voor de Letteren ze als vertrouwelijk bestempelt.

Onder de aanvragers bevinden zich naast gerenommeerde auteurs als Harry Mulisch, Cees Nooteboom en Renate Rubinstein ook minder bekende schrijvers alsmede een groot aantal debutanten.

Hoe de stukken in omloop zijn gekomen, is op dit moment nog steeds onduidelijk. De firma De Slegte is niet bereid de naam van de verkoper te onthullen en wil evenmin zeggen hoeveel zij ervoor heeft betaald.

In 1981 verscheen er bij uitgeverij Aarts een boekje over literaire subsidies van de hand van P. Vleesch Dubois, getiteld 'Het geheime CRM-dossier', met als ondertitel 'Over het Fonds voor de Letteren.' In deze studie wordt volgens De Slegte dezelfde periode behandeld als waaruit de onlangs opgedoken documenten stammen.

naar boven

Samenwerking

Op de papieren staan twee instanties vermeld: de stichting Fonds voor de Letteren en en het Amsterdams Fonds voor Kunst. Beide instellingen werkten blijkens de door De Slegte aangekochte verzameling nauw samen. Afwisselend staat onderop een aanvraagformulier te lezen: aan het bestuur voor de Stichting Fonds voor de Letteren met de vermelding '2e exemplaar ten behoevevan het Amsterdams Fonds voor de Kunst', en het omgekeerde.

Het Fonds voor de Letteren liet vorige week vrijdag weten dat de subsidie-aanvragen niet uit zijn archief afkomstig waren. Ruth Jansen, secretaris van het Amsterdams Fonds voor de Kunst, over de bij haar kennelijk wèl ontbrekende documenten: „Als deze rel er niet was geweest zou ik ze nooit gemist hebben. Ik hoorde er pas vrijdag tegen zes uur voor het eerst over."

Zij voegt er aan toe dat zij pas sinds 1984 bij het Fonds voor de Kunst werkt.

Bron: http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010691854:mpeg21:a0604

naar boven



Nederlands Dagblad, 06-03-1993

Paperassen

AMSTERDAM - Boekhandel De Slegte heeft de documenten waarin auteurs in de jaren 1973-'75 subsidie hebben aangevraagd bij het Amsterdams Fonds voor de Kunst, teruggeven aan het fonds. De boekhandelaar heeft meegedeeld dat zij de paperassen heeft gekocht van Peter Vleesch Dubois. Het fonds liet dinsdag beslagleggen op de papieren, waarin zich brieven bevinden van gerenommeerde auteurs. Het bestuur meende dat de subsidie-aanvragen na een jaar waren vernietigd. Niemand had ze opgeëist nadat Vleesch Dubois ze in 1982 had gepubliceerd in zijn boek Het Geheim CRM-dossier. Over het Fonds der Letteren.

Bron: http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010629144:mpeg21:a0232

naar boven



NRC Handelsblad, 22-04-1994

Schrijvers: meer inkomsten.

(fragmenten)

Schrijvers en vertalers hebben de afgelopen vijf jaar zo'n 50 procent meer geld ontvangen uit de subsidiepot van het Fonds voor de Letteren. Dat blijkt onder meer uit de evaluatienota 1989-1992 van het Fonds.

De toename van de subsidiegelden is het gevolg van het veel ruimere budget van het Fonds. (...) Het huidige budget bedraagt bijna acht miljoen. (...) De toename van het subsidiegeld heeft niet geleid tot een groei van het aantal schrijvers. Het aantal auteurs dat in 1988 een werkbeurs kreeg bedroeg 174. In 1993 waren het er 180, exclusief de Vlaamse schrijvers. De Vlamingen doen steeds meer een beroep op het Fonds, dat op grond van het EG-verdrag verplicht is alle Vlaamse aanvragen die aan de kwaliteitsnormen voldoen, te honoreren.

In 1992 waren er nog maar 29 aanvragen, en keerde het Fonds voor het eerst geld (80.000 gulden) uit aan de Vlamingen. Dit jaar hebben al 90 Vlamingen een beroep gedaan op het Fonds.

Door die Vlaamse aanvragen is het budget voor aanvullende honoraria met een ton overschreden. Het Fonds voor de Letteren pleit daarom voor een geïntegreerd beleid met de Vlamingen.


Bron: http://www.nrc.nl/handelsblad/van/1994/april/22/schrijvers-meer-inkomsten-7222065
(€0,25)

naar boven



Limburgsch Dagblad
, 18-08-1994

Kunstsector woedend over dreiging bezuiniging

(fragmenten)

Woordvoerders uit de kunst- en cultuursector reageren woedend en met ongeloof op de dreigende bezuiniging van 43 miljoen gulden op het cultuurbudget. De WVC-fondsen reageerden 'geschokt' op een al opgelegde korting van 12 miljoen gulden over 1995 en 1996. Het Fonds voor de Podiumkunsten, het Fonds voor Beeldende Kunsten, de Mondriaan Stichting, het Fonds voor de Letteren, het Literair Produktie en Vertalingenfonds en het Fonds voor Scheppende Toonkunst noemen de bezuiniging 'een bizarre maatregel'. De directies willen nagaan of er juridische stappen mogelijk zijn. Ze willen zo spoedig mogelijk overleg met de huidige of nieuwe bewindspersoon en de Tweede Kamer.

(...)

Directeur Frank Ligtvoet van het Literair Produktie- en Vertalingenfonds, gekort met drie ton, vreest dat het werk van het fonds sterk onder druk komt te staan. "Juist nu de Nederlandse literatuur in het buitenland een doorbraak beleeft, de literaire tijdschriften eindelijk weer onderwerp van een levendig debat zijn en er een lang gewenste reeks Nederlandse Klassieken op stapel staat, is zon bezuiniging funest," aldus Ligtvoet. "Deze maatregel is bovendien in strijd met de uitgangspunten die het ministerie bij de oprichting hanteerde." (...)

Bron: http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010638052:mpeg21:a0068

naar boven



NRC Handelsblad, 12-12-1996

Nieuwe structuur Fonds voor de Letteren

(fragmenten)

ROTTERDAM - Het Fonds voor de Letteren, dat subsidies en beurzen aan schrijvers en vertalers verstrekt, krijgt een nieuwe structuur. Het college van vijftien leden dat de afgelopen jaren over de subsidies besliste, wordt vervangen door een bestuur van vijf leden. Voorzitter wordt schrijfster Nelleke Noordervliet.

(...)

Met dit nieuwe model hoopt het Fonds de regelmatig terugkerende kritiek dat het 'subsidiebeheer in eigen kring' zou bedrijven, te bestrijden. Daartoe wordt bovendien statutair bepaald dat bestuurders van het Fonds tijdens hun zittingsperiode geen aanspraak kunnen maken op subsidie.

Bron: http://www.nrc.nl/handelsblad/van/1996/december/12/nieuwe-structuur-fonds-voor-de-letteren-7335266 (€0,25)

naar boven



Trouw, 29-03-2002

'Kuitert moet namen en voorbeelden noemen'

[fragmenten]

Door Jonathan Huseman

Als Lisa Kuitert, hoogleraar boekwetenschap aan de UvA, beweert dat het subsidiëren van schrijvers onleesbare boeken voortbrengt, dan moet ze man en paard noemen. Wie zijn dan die schrijvers? En wat verstaat Kuitert onder onleesbaar? Schrijvers, recensenten en het Fonds voor de Letteren reageren korzelig op de oratie van Kuitert en een interview, gisteren in Trouw.

",Nadat ik het gelezen had, dacht ik: wat een onzin!'', zegt Rob Schouten, gesubsidieerd dichter, recensent en lid van literaire adviescommissie voor het Fonds voor de Letteren.

" Volgens mij doelt Kuitert op een oude praktijk. Vroeger kregen schrijvers van hermetische, ingewikkelde literatuur inderdaad meer geld. Het fonds stimuleerde moeilijke literatuur en literatuur die niet verkocht. Als je één keer in hun systeem zat, moest je wel heel raar doen, wilde je er nog uitraken.''

Dat systeem is inmiddels hervormd. Niettemin stelt Kuitert in haar lezing dat de adviescommissies (...) worden bevolkt door beroepslezers en andere literair ingewijden met een voorkeur voor moeilijke, gelaagde en zelfs onleesbare boeken, die vaak voor vernieuwend worden gehouden. "Dat is écht onjuist'', zegt Sylvia Dornseiffer, directrice van het Fonds voor de Letteren. "Er zijn moeilijke en makkelijk leesbare boeken en voor beide geldt: wat is de literaire kwaliteit?'' Zij benadrukt de veelzijdige samenstelling van de adviescommissies en de taak van het Fonds om diversiteit en pluriformiteit in de literatuur te stimuleren.

(...) Schrijver Allard Schröder vindt het Kuiterts plicht haar stelling te expliciteren met voorbeelden en namen. "Hoe weet zij dat de magazijnen vol boeken liggen? Heeft zij cijfers? Argumenten? Ze doet toch aan wetenschap? Welke boeken zijn dat dan? Hoeveel? Wie zijn die ingewijden die bepalen wie subsidie krijgt? Als ze een reactie wil moet ze: a. boeken noemen, titels willen we, en b. namen noemen van die ingewijden.''

Schröder wijst op de emanciperende werking van de subsidieverstrekking. ,,Vroeger konden alleen welgestelden een boek schrijven. Dankzij de subsidieregeling zijn ook arbeiderszonen vrij om een boek te maken.''

Bron: http://www.trouw.nl/tr/nl/5009/Archief/article/detail/
2790021/2002/03/29/Kuitert-moet-namen-en-voorbeelden-noemen.dhtml



naar boven





NRC Handelsblad, 04-04-2002

Ons leest ons

Artikel van Arjen Fortuin naar aanleiding van de oratie van Lisa Kuitert, hoogleraar boekwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam.

(fragment)

"De subsidieschrijver is ontdekt. Hij bouwt gestaag aan een oeuvre van serieuze, gerespecteerde literatuur, wordt geprezen door de mensen die ervoor doorgeleerd hebben. Er is alleen één klein probleem: zijn boeken zijn doorgaans onleesbaar. En onverkoopbaar.

Deze droevige figuur betrad de Nederlandse taal in De waarde van woorden. Over schrijverschap, de oratie die Lisa Kuitert, hoogleraar boekwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam, vandaag twee weken geleden uitsprak. Prompt stond de subsidieschrijver in het middelpunt van de literaire belangstelling, als symbool van een in zichzelf gekeerde literaire wereld. Want de enigen die zijn boeken mooi vinden zijn de critici en de subsidiegevers van het Fonds voor de Letteren. Waarbij die laatsten zich weer door dezelfde recensenten laten adviseren, zodat er een incestueuze cirkel ontstaat waarin het wemelt van de `verliteratuurde boeken' waar geen normale lezer iets om geeft.

De commotie nam alleen nog maar toe toen Kuitert er in interviews met het vakblad Boekblad, Trouw en NRC Handelsblad nog een schepje bovenop deed. ,,De magazijnen liggen vol met onleesbare en onverkoopbare boeken'', zei ze in Trouw. ,,Er zijn mensen die gaan schrijven om subsidies te krijgen. Niet alleen omdat ze er een inkomen mee weten op de bouwen, maar vooral omdat de subsidie van het Fonds je literaire status geeft.'' (...)

"Ontmoedigend was wat dat betreft de reflexmatige, afwijzende reactie van veel schrijvers en van de Vereniging voor letterkundigen op de hervormingen van het subsidiestelsel, twee jaar geleden. Die houden in dat schrijvers niet langer 'automatisch' een werkbeurs krijgen, maar eerst een plan voor een nieuw boek moesten indienen, ter grootte van een A4'tje.

'Wij zijn toch geen projectontwikkelaars', protesteerden de schrijvers. Nee, maar vooraf op papier zetten wat je ongeveer van plan bent, hoeft de goddelijke inspiratie niet onmiddellijk te vernietigen. Zoals ook een goed gesprek over die plannen dat niet hoeft te doen. Enige bezinning op de toekomst van het kunstenaarschap is voor de meeste artiesten gezond."(...)

De handelseditie van 'De waarde van woorden', de oratie van Lisa Kuitert, verschijnt in juni bij AUP/Vossiuspers en gaat E7,– kosten.

Bron: http://www.nrc.nl/handelsblad/van/2002/april/05/ons-leest-ons-7584309 (€0,25)

naar boven




Nederlands Letterenfonds, 07-07-2012

Kort na de dood van Gerrit Komrij (1944-2012) verscheen op de site van het Nederlands Letterenfonds een In Memoriam door Fondsmedewerker Victor Schiferli. Daarin stond o.a. dit:

"Het literaire werk van Komrij werd tot en met 1986 ondersteund met werkbeurzen van het toenmalige Fonds voor de Letteren en tot en met 2001 met aanvullende honoraria."

Bron:
http://www.letterenfonds.nl/nl/entry/112/gerrit-komrij

Gerrit Komrij beweerde echter op op 2 juni 2010:

"Ik heb in geen 25 (vijfentwintig) jaar een cent ontvangen van het Fonds. Ik heb ook nooit iets aangevraagd."

Bron: http://www.decontrabas.com/de_contrabas/2010/06/het-nederlands-letterenfonds-een-verkenning.html

Commentaar: Onderzoek in oude Fondsjaarverslagen zal moeten uitwijzen wie van beiden de waarheid schreef.

naar boven


Doneer! Hoe? Mail: droog@epibreren.com

Bronnen

Overlijden Herbert Leupen - Bob Polak, 2015.

| naar boven