|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
versie: 25 augustus 2015
AFSCHEID VAN DE CONTRABAS (2) Nog meer fabeltjes (in zes delen) Commentaar bij deel 2 van de zesdelige reeks afscheidsstukken van Chrétien Breukers Overzicht | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 Commentaar bij Chrétien Breukers' 'Afscheid van De Contrabas (2): Bart FM Droog, een rat?'
Terug naar het Breukers' geen rat-artikel. In de eerste plaats benadrukt Breukers dat ik geen rat ben. Dat is heel fideel van hem. Hij zegt dat hij ooit zelf door iemand voor 'rat' is uitgemaakt. Dat klopt. En wel door F. Starik, een kleine dertig (!) jaar geleden, in de tijd van Maximaal.2 Maar dit terzijde. Breukers noemt ‘Dossier de Contrabas’ een ‘zogenaamd’ dossier. Dat het is opgebouwd uit verklaringen van bijna honderd direct betrokkenen doet kennelijk niet ter zake. Tsja. Dit in het algemeen. In de vierde alinea van zijn artikel pakt Breukers uit:
In 2011 leverde ik inderdaad wekelijks een column voor De Contrabas, à € 50,- per week. Echter: toen ik in oktober 2011 de factuur wilde indienen voor de recentste 8 columns, kreeg ik te horen dat het geld op was. Destijds heb ik daar geen punt van gemaakt en dit bestelde-maar onbetaald-gebleven- columns-gegeven was dan ook niet opgenomen in het Dossier. Tot nu - omdat Breukers het zélf oprakelt.
Voor dat jaar, 2011 dus, hadden hij en Jan Pollet € 18.000,- gekregen voor werkzaamheden aan De Contrabas. Zodra het geld binnen was, werd Pollet uit De Contrabas gezet. Vervolgens huurde Breukers Willem Thies en mij in, voor een jaar. Waarom, vraag ik me nu af - want hij had toch kunnen voorzien dat hij ons niet voor een jaar zou kunnen betalen? Maar ook dit terzijde.
Die subsidieaanvraag voor de Nederlandse Poëzie Encyclopedie (NPE) werd door hem en mij opgesteld en ingediend. De afspraak was 50/50, qua geld en werk. Later werd nog een crowdfundactie gehouden. Ik wilde daarbij ook 50/50 aanhouden, Breukers stond er toen op dat de opbrengsten daarvan op 75 (voor mij)/25 (voor hem)-basis verdeeld zouden worden, omdat hij – jawel – nog even niet was toegekomen aan het uitvoerende werk voor de NPE.
Daarover is nooit gemekkerd. Tót ik er achter kwam dat hij zo goed als niets uitvoerde.
Breukers refereert hier aan een autotocht naar Gent. Waar hij en Philip Hoorne afgesproken hadden in het Poëziecentrum, voor research voor deze bloemlezing: De Nederlandstalige poëzie in pocketformaat. Ik ging toen mee, als chauffeur voor Breukers en om research voor de NPE te doen. Breukers betaalde de benzine (die uiteindelijk doorberekend werd naar uitgeverij Compaan, als reiskosten voor die bloemlezing). Ik heb toen de voorafgaande nacht bij Breukers te Utrecht gelogeerd, zodat ik niet eerst nog van Groningen naar Utrecht en dan nog eens naar Gent hoefde te rijden. Dat was overigens de enige keer dat ik in het huis van Breukers' ex-partner (want het was haar huis, niet dat van Breukers) overnacht heb. Die tocht naar Gent vond plaats op maandag 28 november 2011. Dat weet ik nog heel goed, omdat we op de terugweg om 18.13 uur, vlak voor de Kennedytunnel te Antwerpen, aangereden werden door een vrachtwagen. Het was een godswonder dat we zonder ernstige schade die aanrijding overleefden. Maar dit terzijde. Een directe leugen is het dat ik z'n pinpas gebruikt zou hebben om voor enige weken eten in te kopen. Ik heb zelfs die hele pas nooit in handen gehad: Breukers rekende op de tocht naar Gent zelf de benzine af. Wel voederde hij me enige, door hem betaalde, naar knoflook stinkende worsten. Dat dan weer wel. Breukers:
Het klopt dat ik - in 2008 - een werkbeurs had aangevraagd voor m'n in 2009 bij de Contrabas te verschijnen bundel Veldheer. Zowel ik als het Fonds voor de Letteren (zoals Nederlandse Letterenfonds destijds heette), verkeerden toen in de veronderstelling dat De Contrabas een normale, reguliere uitgeverij zou zijn. Het klopt ook dat die werkbeursaanvraag toen afgewezen werd – het hele werkbeurzensysteem was en is vooral een loterij. Misschien is het waar dat Veldheer - let wel: door Breukers zélf geredigeerd en op diens uitnodiging bij De Contrabas verschenen - slecht verkocht heeft. Maar misschien is het ook niet waar: Breukers antwoordde me dit, toen ik hem begin 2013 naar de verkoopcijfers vroeg: Vele andere dichters uit het Contrabasfonds kregen soortgelijke antwoorden op hun vragen naar verkoopcijfers en royalty's. Maar misschien was er wel hetzelfde aan de hand als met de latere Contrabasbundel van Nina Werkman (zie Meander, 8 januari 2015), met twee verschillen: ik hoefde geen 'aanbetaling' te doen én Breukers had tenminste enige exemplaren 'op voorraad'. Wat ook te denken geeft is dat Breukers nog op 15 augustus 2012, twee maanden nadat ik met hem gebroken had, me aanbood mijn 'Verzamelde gedichten' (in Breukers' mail als 'Verz. Werk' omschreven) uit te brengen. Dat aanbod deed hij, nadat hij een aankondiging van een optreden van mij in het Poëziecentrum Nederland had ontvangen: Waarom zou hij dat gedaan hebben, als Veldheer inderdaad zo slecht had verkocht? Maar goed – ook dit terzijde. Breukers:
De 'verhalen' over de uitzetting van de opslagruimte zijn gebaseerd op aanmaningen en twee telefoongesprekken met medewerkers van het opslagruimteverhuurbedrijf én op hetgeen Breukers zelf heeft verklaard over 'een verhuizing' van zijn jarenlang in bananendozen opgeslagen boeken. Zie: 'De bananendozen van Breukers'. De 'verhalen' over zijn romans' – kennelijk is het Breukers ontgaan dat hij onder eigen naam maar één roman heeft gepubliceerd, en één verhalenbundel. Breukers en zijn uitgever Marmer benadrukken dat die ene roman (Lot, 2015) een autobiografische zou zijn – en juist dat betwist ik. Het bevat hooguit een paar autobiografische fragmenten en die fragmenten heb ik geduid. De 'verhalen' over pseudoniemen... als maker van de NPE is het mede mijn taak om pseudoniemen van dichters te achterhalen. In het geval Breukers heb ik de mij bekende pseudoniemen op zijn NPE-lemma vermeld en c'est ça. Breukers:
Mogelijk doelt Breukers met de 'levende' vriend op Peter Drehmanns, die betrokken is bij tenminste één van Breukers' dubieuze zaken. Drehmanns komt op deze twee pagina's in het dossier voor: De Contrabas, Chrétien Breukers en de Letterenfondsen 'Onder onopgehelderde omstandigheden' (de WOB-vragen) Met vragen over een subsidietoekenning. Drehmanns zijn die vragen ook voorgelegd, maar hij verkoos om geen antwoorden en/of weerwoord te geven. Dan komen we op Breukers' 'overleden vriend'. Dat zou op twee mensen kunnen slaan: Jan Kostwinder (1960-2001) en Joris van Groningen (1962-2013). Nu komt Jan Kostwinder in het Dossier niet voor, dus zou het om Joris van Groningen moeten gaan. Wat staat over hem in het Dossier? “Breukers misbruikte (...) het overlijden van Joris van Groningen, maart 2013, wiens uitvaart - zoals gebruikelijk - door diens familie geregeld werd. Breukers gebruikte dit als excuus om niet aan een zakelijke verplichting te voldoen.”6 De broer van Joris van Groningen verklaarde dat hij de uitvaart had geregeld, en dat Breukers daarbij ''"met een aantal zaken" geholpen had.7 Dat is toch echt iets anders dan wat Breukers in maart 2013 verkondigde, namelijk dat hij die uitvaart geregeld zou hebben.8 “Drie hoofdpersonen heeft het boek: de schrijver Chrétien Breukers, de boekhandelaarster Leonie Lieftinck en een naamloos blijvende vriend. Deze derde hoofdpersoon is gebaseerd op de in 2013 overleden Joris van Groningen.” (…) In het boek figureert 'een Grote Liefde' - de op 25-jarige leeftijd gestorven vriendin van het ik-personage Chrétien Breukers. Die vriendin is geënt op de circa 1988 op 25-jarige leeftijd gestorven vriendin Janine van Joris van Groningen (1962-2013).”9 Als Breukers deze passages afschildert als opgediste leugens en door het slijkhalingen, dan heeft hij ergens toch een probleem. Komen we op de 'iemand' die hem dierbaar is. Aangezien hij verder geen mededelingen over dit persoon doet, heb ik geen idee wie die iemand zou kunnen zijn. Of doelt Breukers op de echte persoon achter de fictieve 'boekhandelaarster Leonie Lieftinck'? Waarover in het Dossier staat: “De echte naam is bij de samensteller van dit Dossier bekend; uit privacy-overwegingen wordt deze hier niet vermeld” (onder deze noot). Breukers:
Hier heeft Breukers het over zijn ex-partner, moeder van hun twee kinderen en eigenaar van het huis dat Breukers eerder in zijn geen-rattenstuk het zijne noemde. In tegenstelling tot wat Breukers beweert heb ik van haar geen informatie 'afgetroggeld' – na Breukers' vlucht voor schuldeisers uit háár huis, op 11 mei 2014, benaderde ze ex-zakenpartners van Breukers, in de hoop meer duidelijkheid te krijgen over zijn zakelijke strapatsen. Een van die ex-zakenpartners was ik. Omdat bij elk gevonden antwoord meer vragen rezen besloot ik grondig te werk te gaan. Alle informatie die zij mij verstrekte werd daarbij gedubbelcheckt en vaak ook getriple- en geviercheckt. Terwijl ik met mijn onderzoek bezig was liepen er óók onderzoeken van andere partijen: Stichting Utrecht Verdicht/Utrechts Dichtersgilde en de Dienst Fraudebestrijding van de Belastingdienst. Gevolgd door twee afzonderlijke onderzoeken, door Lidy Nicolasen van De Volkskrant en Bart Lauret van het AD/UN - de enige twee journalisten die de moeite hebben genomen zich in de affaires rond Breukers te verdiepen, door zelf research te doen. Breukers:
Breukers doelt hier op een in kleine kring verstuurde mail, waarin ik het – naar later bleek tijdelijk – offline gaan van het weblog De Contrabas signaleerde. Breukers:
Waarbij het gekke is dat Breukers in het afgelopen jaar geen enkel 'ontlastend' bewijsstuk heeft ingebracht.
En daar gaan we: Breukers schiet weer in de slachtofferrol. Echter: de schaduw die over hem heen valt is zijn eigen schaduw. Breukers:
Obsessief ben ik zeker: ik ga voor waarheidsvinding en rust doorgaans niet voor ik de onderste steen boven heb. Dat zou je 'obsessief' kunnen noemen. Anderen noemen dat: grondig. Maar dat Breukers uitroept dat ik een alleen-rechten-en-geen-plichten-mentaliteit bezit, is toch wel een beetje... cru. Terwijl hij zijn afgesproken werkzaamheden voor de NPE niét verrichtte, maar wel het geld incasseerde, zag ik me gedwongen om tijdelijk in de bouw en op de visafslag te werken, om aan allerhande betaalverplichtingen te voldoen en de NPE draaiende te houden. Breukers holt voortdurend voor zijn verplichtingen weg. Dat is een keuze, natuurlijk. Maar wel zíjn keuze. Iets wat hij me op geen enkele wijze geloofwaardig kan verwijten. Breukers:
Ik heb, zeer voorzichtig en ná het benadrukken dat het om gevoelige zaken ging, waarbij ik het niet-antwoorden zou respecteren, en na het verkrijgen van expliciete toestemming tot het stellen van de vragen, die vragen aan de broer van de overleden Joris van Groningen voorgelegd. Zakelijke en ter zake doende vragen, waarop alleen hij antwoorden kon geven en die hij inmiddels ook gegeven heeft. Die antwoorden - aangevuld met informatie van mensen die Joris van Groningen én Breukers goed gekend hebben, bleken de laatste puzzelstukjes te vormen in wat ik maar 'het Grote Vriendschapsraadsel' noem: in de laatste anderhalf jaar van Joris van Groningens leven ontliep Breukers het contact met hem. Waarom? Wie het weet mag het zeggen. Breukers:
Het is dat Breukers dit in alle bescheidenheid meegeeft, anders was het me wellicht ontgaan. Breukers:
Tsja. Overigens, weet iemand wat een gimp is? Breukers:
Breukers verwijst bij 'hier' en 'hier' naar twee interviews met hem, die eind 2014 op De Utrecht Internet Courant (DUIC) en in het AD/UN verschenen. Hij kreeg de kans allerhande verdachtmakingen te ventileren. DUIC gaf naderhand recht op weerwoord, het AD/UN weigerde dat. Het DUIC-stuk plus weerwoord staat is hier te lezen. Voor het AD/UN-stuk raadplege men Google. Breukers:
Breukers heeft inderdaad € 20,- geld gestort, maar niet op mijn rekening, maar op dat van Stichting NPE. Dat beschouw ik dus maar als schenking aan een goed doel. Breukers heeft overigens rijbewijs noch auto. Bovendien: in de Eenrummer kerk mogen geen kaarsen opgestoken worden – iets wat hij had kunnen weten, als hij in de periode van samenwerking (2011-2012) niet alle afspraken om in Eenrum langs te komen op het laatste moment had afgezegd. Tot slot: in het afgelopen jaar heeft Breukers herhaaldelijk verklaard dat hij óf met alle schuldeisers betalingsregelingen heeft afgesloten óf dat hij 'over [vul maar in] maanden' uit de financiële problemen zou zijn. Allicht heeft Breukers met sommige schuldeisers betalingsregelingen getroffen – maar post van weer andere, zowel oude als nieuwe, schuldeisers arriveert nog steeds op zijn oude adres. Tot op de dag van vandaag - 24 augustus 2015. Breukers' complete 'Afscheid van De Contrabas (2): Bart FM Droog, een rat?' staat op: Noot 1 Bart FM Droog. 'Het bedrog van Chrétien Breukers'. Dossier de Contrabas, 2014-2015.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||