DOSSIER DE CONTRABAS
HOME   
UITGEVERIJ   
UTRECHT 
FONDS   
versie: 25 augustus 2015

AFSCHEID VAN DE CONTRABAS (2)



Nog meer fabeltjes (in zes delen)

Commentaar bij deel 2 van de zesdelige reeks afscheidsstukken van Chrétien Breukers

Overzicht | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6
      


naar boven


Commentaar bij Chrétien Breukers' 'Afscheid van De Contrabas (2): Bart FM Droog, een rat?'

Door Bart FM Droog

Breukers tweede 'afscheidsstuk' bevestigt vooral wat al eerder in 'Dossier de Contrabas' over hem vermeld werd:

 
“Het patroon bij zijn oplichtingspraktijken is dit: Chrétien Breukers belazert iemand. Zodra Breukers in de gaten krijgt dat hij daar niet mee wegkomt, verspreidt hij kwalijke verhalen over de betreffende persoon én zet zichzelf daarbij in de slachtofferrol. Mensen geloven hem, want hij kan heel goed liegen, en raken moreel verontwaardigd over wat Chrétien aangedaan of overkomen zou zijn. Pas later, als ze de verhalen van Breukers gaan checken, komen ze erachter wat werkelijk gebeurd is.

Emotionele binding

Breukers zorgt ervoor dat mensen ook emotioneel aan hem gebonden raken. Waardoor velen zijn misstappen aanvankelijk met de mantel der liefde bedekken. Daarnaast doet C. er nog een schepje bovenop door zich bijvoorbeeld als trouwe vriend of loyaal uitgever te afficheren.”1

 

Terug naar het Breukers' geen rat-artikel. In de eerste plaats benadrukt Breukers dat ik geen rat ben. Dat is heel fideel van hem. Hij zegt dat hij ooit zelf door iemand voor 'rat' is uitgemaakt. Dat klopt. En wel door F. Starik, een kleine dertig (!) jaar geleden, in de tijd van Maximaal.2 Maar dit terzijde.

Vervolgens verzucht Breukers dat ik veel navraag naar hem heb gedaan. Inderdaad, dat heb ik gedaan. En dat was logisch, want ik onderzocht zijn handel en wandel. Daarbij dubbel- en triplecheckte ik beweringen van zowel Breukers als van de door hem gedupeerden én vroeg door waar anderen met ontwijkende antwoorden genoegen namen. Ook nam ik contact op met journalisten die hem ruimte hadden gegeven voor de verspreiding van lasterpraat over z'n ex-partner en mij, zonder ons recht op weerwoord te geven.3

Journalisten die kritiekloos Breukers' fabeltjes hadden overgenomen wees ik op wat werkelijk gaande was.4 En ik ben met twee organisatoren in contact getreden vóór een gepland interview met Breukers, om hen te wijzen op het Dossier de Contrabas, opdat er kritische vragen gesteld zouden gaan worden.5

naar boven

Breukers noemt ‘Dossier de Contrabas’ een ‘zogenaamd’ dossier. Dat het is opgebouwd uit verklaringen van bijna honderd direct betrokkenen doet kennelijk niet ter zake. Tsja.

Dit in het algemeen. In de vierde alinea van zijn artikel pakt Breukers uit:

 
“Bart FM Droog, dezelfde persoon die ooit een betaalde column had voor deze weblog...”
 

In 2011 leverde ik inderdaad wekelijks een column voor De Contrabas, à € 50,- per week. Echter: toen ik in oktober 2011 de factuur wilde indienen voor de recentste 8 columns, kreeg ik te horen dat het geld op was. Destijds heb ik daar geen punt van gemaakt en dit bestelde-maar onbetaald-gebleven- columns-gegeven was dan ook niet opgenomen in het Dossier. Tot nu - omdat Breukers het zélf oprakelt.

 
“...van het geld waarvan hij in zijn ‘dossier’ beweert dat ik het ‘achterover drukte’,”
 

Voor dat jaar,  2011 dus, hadden hij en Jan Pollet € 18.000,- gekregen voor werkzaamheden aan De Contrabas. Zodra het geld binnen was, werd Pollet uit De Contrabas gezet.

Vervolgens huurde Breukers Willem Thies en mij in, voor een jaar. Waarom, vraag ik me nu af - want hij had toch kunnen voorzien dat hij ons niet voor een jaar zou kunnen betalen? Maar ook dit terzijde.

naar boven

 
“[Droog] die het starterskapitaal voor zijn poëzie-encyclopedie (waarin hij zijn functie als telraam kon intensiveren) via dezelfde weblog verwierf, waarna hij begon te mekkeren over een afgesproken verdeelregeling die wij maakten,”
 

Die subsidieaanvraag voor de Nederlandse Poëzie Encyclopedie (NPE) werd door hem en mij opgesteld en ingediend. De afspraak was 50/50, qua geld en werk. Later werd nog een crowdfundactie gehouden. Ik wilde daarbij ook 50/50 aanhouden, Breukers stond er toen op dat de opbrengsten daarvan  op 75 (voor mij)/25 (voor hem)-basis verdeeld zouden worden, omdat hij – jawel – nog even niet was toegekomen aan het uitvoerende werk voor de NPE.  Daarover is nooit gemekkerd. Tót ik er achter kwam dat hij zo goed als niets uitvoerde. 

Wat er toen precies gebeurd is, staat beschreven in de eindrapportage voor de NPE-startsubsidie. Die rapportage werd door het Letterenfonds goedgekeurd. En Breukers, die - lang nadat hij uit het project vertrokken was - bij het Fonds begon te mekkeren, werd na een juridische procedure door het Fonds in het ongelijk gesteld.5a

 
“Bart, die als hij in mijn vorige huis logeerde onbekommerd gebruik maakte van mijn pinpas om benzine te tanken, eten voor enige weken in te kopen en naar knoflook stinkende worsten te kopen,”
 

Breukers refereert hier aan een autotocht naar Gent. Waar hij en Philip Hoorne afgesproken hadden in het Poëziecentrum, voor research voor deze bloemlezing: De Nederlandstalige poëzie in pocketformaat.

Ik ging toen mee, als chauffeur voor Breukers en om research voor de NPE te doen. Breukers betaalde de benzine (die uiteindelijk doorberekend werd naar uitgeverij Compaan, als reiskosten voor die bloemlezing). Ik heb toen de voorafgaande nacht bij Breukers te Utrecht gelogeerd, zodat ik niet eerst nog van Groningen naar Utrecht en dan nog eens naar Gent hoefde te rijden. Dat was overigens de enige keer dat ik in het huis van Breukers' ex-partner (want het was haar huis, niet dat van Breukers) overnacht heb.

naar boven

Die tocht naar Gent vond plaats op maandag 28 november 2011. Dat weet ik nog heel goed, omdat we op de terugweg om 18.13 uur, vlak voor de Kennedytunnel te Antwerpen, aangereden werden door een vrachtwagen. Het was een godswonder dat we zonder ernstige schade die aanrijding overleefden. Maar dit terzijde.

Een directe leugen is het dat ik z'n pinpas gebruikt zou hebben om voor enige weken eten in te kopen. Ik heb zelfs die hele pas nooit in handen gehad: Breukers rekende op de tocht naar Gent zelf de benzine af. Wel voederde hij me enige, door hem betaalde, naar knoflook stinkende worsten. Dat dan weer wel.

Breukers: 

 
“... die Bart dus, die ook een werkbeurs aanvroeg nadat hij een bundel bij mijn uitgeverij had uitgegeven (en die werkbeurs niet kreeg, voor deze zeer slecht verkopende bundel, waarvan nog wel exemplaren voorradig zijn), waarna hij auteurs die wél een werkbeurs kregen door het slijk haalde, enfin, Bart FM Droog dus, die een dossier vol rancune en persoonlijke afkeer wist op te bouwen, diezelfde Bart, noem ik geen rat.”
 

Het klopt dat ik - in 2008 - een werkbeurs had aangevraagd voor m'n in 2009 bij de Contrabas te verschijnen bundel Veldheer. Zowel ik als het Fonds voor de Letteren (zoals Nederlandse Letterenfonds destijds heette), verkeerden toen in de veronderstelling dat De Contrabas een normale, reguliere uitgeverij zou zijn. Het klopt ook dat die werkbeursaanvraag toen afgewezen werd – het hele werkbeurzensysteem was en is vooral een loterij.

naar boven

Misschien is het waar dat Veldheer - let wel: door Breukers zélf geredigeerd en op diens uitnodiging bij De Contrabas verschenen - slecht verkocht heeft. Maar misschien is het ook niet waar: Breukers antwoordde me dit, toen ik hem begin 2013 naar de verkoopcijfers vroeg:




Vele andere dichters uit het Contrabasfonds kregen soortgelijke antwoorden op hun vragen naar verkoopcijfers en royalty's. Maar misschien was er wel hetzelfde aan de hand als met de latere Contrabasbundel van Nina Werkman (zie Meander, 8 januari 2015), met twee verschillen: ik hoefde geen 'aanbetaling' te doen én Breukers had tenminste enige exemplaren 'op voorraad'.

naar boven

Wat ook te denken geeft is dat Breukers nog op 15 augustus 2012, twee maanden nadat ik met hem gebroken had, me aanbood mijn 'Verzamelde gedichten' (in Breukers' mail als 'Verz. Werk' omschreven) uit te brengen. Dat aanbod deed hij, nadat hij een aankondiging van een optreden van mij in het Poëziecentrum Nederland had ontvangen:



Waarom zou hij dat gedaan hebben, als Veldheer inderdaad zo slecht had verkocht? Maar goed – ook dit terzijde.

Breukers: 

 
“Als iemand als Bart FM Droog vervolgens volledig verzonnen verhalen opdist over een opslagruimte, waaruit ik gezet zou zijn, bananendozen, die uit diezelfde opslagruimte zouden zijn gehaald, over romans waarin ik bepaalde persoonlijke elementen heb verwerkt en over pseudoniemen die ik zou aannemen, dan nog ga ik niet over tot schelden.”
 

De 'verhalen' over de uitzetting van de opslagruimte zijn gebaseerd op aanmaningen en twee telefoongesprekken met medewerkers van het opslagruimteverhuurbedrijf én op hetgeen Breukers zelf heeft verklaard over 'een verhuizing' van zijn jarenlang in bananendozen opgeslagen boeken. Zie: 'De bananendozen van Breukers'.

naar boven

De 'verhalen' over zijn romans' – kennelijk is het Breukers ontgaan dat hij onder eigen naam maar één roman heeft gepubliceerd, en één verhalenbundel. Breukers en zijn uitgever Marmer benadrukken dat die ene roman (Lot, 2015) een autobiografische zou zijn – en juist dat betwist ik. Het bevat hooguit een paar autobiografische fragmenten en die fragmenten heb ik geduid.

De 'verhalen' over pseudoniemen... als maker van de NPE is het mede mijn taak om pseudoniemen van dichters te achterhalen. In het geval Breukers heb ik de mij bekende pseudoniemen op zijn NPE-lemma vermeld en c'est ça.


Breukers: 

 
“Al heeft hij een nog levende en een overleden vriend van mij én iemand die me dierbaar is tijdens het opdissen van die leugens door het slijk gehaald. Dat allemaal, hoe erg en vervelend ook, is geen reden om Bart FM Droog een rat te noemen.”
 

Mogelijk doelt Breukers met de 'levende' vriend op Peter Drehmanns, die betrokken is bij tenminste één van Breukers' dubieuze zaken.

naar boven

Drehmanns komt op deze twee pagina's in het dossier voor:

De Contrabas, Chrétien Breukers en de Letterenfondsen
'Onder onopgehelderde omstandigheden' (de WOB-vragen)

Met vragen over een subsidietoekenning. Drehmanns zijn die vragen ook voorgelegd, maar hij verkoos om geen antwoorden en/of weerwoord te geven.

Dan komen we op Breukers' 'overleden vriend'. Dat zou op twee mensen kunnen slaan: Jan Kostwinder (1960-2001) en Joris van Groningen (1962-2013). Nu komt Jan Kostwinder in het Dossier niet voor, dus zou het om Joris van Groningen moeten gaan. Wat staat over hem in het Dossier?

“Breukers misbruikte (...) het overlijden van Joris van Groningen, maart 2013, wiens uitvaart - zoals gebruikelijk - door diens familie geregeld werd. Breukers gebruikte dit als excuus om niet aan een zakelijke verplichting te voldoen.”6

De broer van Joris van Groningen verklaarde dat hij de uitvaart had geregeld, en dat Breukers daarbij ''"met een aantal zaken" geholpen had.7 Dat is toch echt iets anders dan wat Breukers in maart 2013 verkondigde, namelijk dat hij die uitvaart geregeld zou hebben.8

“Drie hoofdpersonen heeft het boek: de schrijver Chrétien Breukers, de boekhandelaarster Leonie Lieftinck en een naamloos blijvende vriend. Deze derde hoofdpersoon is gebaseerd op de in 2013 overleden Joris van Groningen.” (…) In het boek figureert 'een Grote Liefde' - de op 25-jarige leeftijd gestorven vriendin van het ik-personage Chrétien Breukers. Die vriendin is geënt op de circa 1988 op 25-jarige leeftijd gestorven vriendin Janine van Joris van Groningen (1962-2013).”9

Als Breukers deze passages afschildert als opgediste leugens en door het slijkhalingen, dan heeft hij ergens toch een probleem.

Komen we op de 'iemand' die hem dierbaar is. Aangezien hij verder geen mededelingen over dit persoon doet, heb ik geen idee wie die iemand zou kunnen zijn. Of doelt Breukers op de echte persoon achter de fictieve 'boekhandelaarster Leonie Lieftinck'? Waarover in het Dossier staat: “De echte naam is bij de samensteller van dit Dossier bekend; uit privacy-overwegingen wordt deze hier niet vermeld” (onder deze noot).

Breukers: 

 
“Zelfs niet als hij informatie heeft afgetroggeld (informatie die vaak zijn enige bron is) van weer iemand anders, van wie ik vroeger ooit hield.”
 

Hier heeft Breukers het over zijn ex-partner, moeder van hun twee kinderen en eigenaar van het huis dat Breukers eerder in zijn geen-rattenstuk het zijne noemde.

In tegenstelling tot wat Breukers beweert heb ik van haar geen informatie 'afgetroggeld' – na Breukers' vlucht voor schuldeisers uit háár huis, op 11 mei 2014, benaderde ze ex-zakenpartners van Breukers, in de hoop meer duidelijkheid te krijgen over zijn zakelijke strapatsen. Een van die ex-zakenpartners was ik.

Omdat bij elk gevonden antwoord meer vragen rezen besloot ik grondig te werk te gaan. Alle informatie die zij mij verstrekte werd daarbij gedubbelcheckt en vaak ook getriple- en geviercheckt. Terwijl ik met mijn onderzoek bezig was liepen er óók onderzoeken van andere partijen: Stichting Utrecht Verdicht/Utrechts Dichtersgilde en de Dienst Fraudebestrijding van de Belastingdienst. Gevolgd door twee afzonderlijke onderzoeken, door Lidy Nicolasen van De Volkskrant en Bart Lauret van het AD/UN - de enige twee journalisten die de moeite hebben genomen zich in de affaires rond Breukers te verdiepen, door zelf research te doen.

Breukers: 

 
“Maar Chrétien, een zwanenzang voor deze weblog dan? Door Bart FM Droog in de rondte gemaild, inclusief link naar zijn ‘dossier’? Ja, lezer, zo’n email, die hij gisteren rondzond, is erg vervelend, en bevat onwaarheden, maar ik vind dat zoiets kan gebeuren, en zie geen reden om uit mijn vel te springen.”
 

Breukers doelt hier op een in kleine kring verstuurde mail, waarin ik het – naar later bleek tijdelijk – offline gaan van het weblog De Contrabas signaleerde.

Breukers: 

 
“Bart FM Droog vertelt nu al een jaar onwaarheden, daar kan best nog een tijd bij.”
 

Waarbij het gekke is dat Breukers in het afgelopen jaar geen enkel 'ontlastend' bewijsstuk heeft ingebracht.
 
 
“Je raakt er aan gewend, al raak je er nooit echt aan gehecht. De schaduw die soms over me heen valt: het is en blijft en schaduw”
 

En daar gaan we: Breukers schiet weer in de slachtofferrol. Echter: de schaduw die over hem heen valt is zijn eigen schaduw.

Breukers: 

 
“De persoon die deze schaduw werpt een rat noemen? Dat gaat me te ver. Het is een obsessief iemand, met de mentaliteit van een ex-kraker (alleen rechten en geen plichten), dat wel, en dat, alleen dat schrijf ik dan op.”
 

Obsessief ben ik zeker: ik ga voor waarheidsvinding en rust doorgaans niet voor ik de onderste steen boven heb. Dat zou je 'obsessief' kunnen noemen. Anderen noemen dat: grondig.

Maar dat Breukers uitroept dat ik een alleen-rechten-en-geen-plichten-mentaliteit bezit, is toch wel een beetje... cru. Terwijl hij zijn afgesproken werkzaamheden voor de NPE niét verrichtte, maar wel het geld incasseerde, zag ik me gedwongen om tijdelijk in de bouw en op de visafslag te werken, om aan allerhande betaalverplichtingen te voldoen en de NPE draaiende te houden.

Breukers holt voortdurend voor zijn verplichtingen weg. Dat is een keuze, natuurlijk. Maar wel zíjn keuze. Iets wat hij me op geen enkele wijze geloofwaardig kan verwijten.

Breukers: 

 
“Heel even zou ik de neiging kunnen voelen om hem een rat te noemen, als Bart FM Droog een familielid van een dode vriend benadert, een familielid dat ernstig ziek is, met allerlei opnieuw obsessieve en niet ter zake doende vragen over mij, mijn uitgeverij en de relatie tussen mij en die overleden broer. Maar zelfs dan kan ik die neiging onderdrukken, al moest ik daarvoor wel heel erg lang heel diep in- en uitademen..”
 

Ik heb, zeer voorzichtig en ná het benadrukken dat het om gevoelige zaken ging, waarbij ik het niet-antwoorden zou respecteren, en na het verkrijgen van expliciete toestemming tot het stellen van de vragen, die vragen aan de broer van de overleden Joris van Groningen voorgelegd. Zakelijke en ter zake doende vragen, waarop alleen hij antwoorden kon geven en die hij inmiddels ook gegeven heeft.

Die antwoorden - aangevuld met informatie van mensen die Joris van Groningen én Breukers goed gekend hebben, bleken de laatste puzzelstukjes te vormen in wat ik maar 'het Grote Vriendschapsraadsel' noem:
in de laatste anderhalf jaar van Joris van Groningens leven ontliep Breukers het contact met hem. Waarom? Wie het weet mag het zeggen.

Breukers: 

 
“Ik weet dat ik te goed ben voor deze wereld, maar ik weet ook dat je iemand die geen rat is ook geen rat moet noemen.”
 

Het is dat Breukers dit in alle bescheidenheid meegeeft, anders was het me wellicht ontgaan.

Breukers: 

 
“Dat het altijd verkeerd is, om te schelden, zelfs als iemand al langer dan een jaar als een zeer slechtgezinde gimp, dus eigenlijk als een rat, achter je aan sluipt.”
 

Tsja. Overigens, weet iemand wat een gimp is?

Breukers: 

 
“Meer info: hier en hier””
 


Breukers verwijst bij 'hier' en 'hier' naar twee interviews met hem, die eind 2014 op De Utrecht Internet Courant (DUIC) en in het AD/UN verschenen. Hij kreeg de kans allerhande verdachtmakingen te ventileren. DUIC gaf naderhand recht op weerwoord, het AD/UN weigerde dat.

Het DUIC-stuk plus weerwoord staat is hier te lezen.

Voor het AD/UN-stuk raadplege men Google.

Breukers: 

 
“p.s. Onlangs heb ik 20 euro gestort op Barts bankrekening, voor het vervaardigen van zijn nep-dossier, aangezien ik geen zin had om naar Eenrum te rijden en in de plaatselijke kerk 20 kaarsjes voor hem op te steken. Dat geld heeft hij gewoon aangenomen, want zo is die jongen ook wel weer.”
 

Breukers heeft inderdaad € 20,- geld gestort, maar niet op mijn rekening, maar op dat van Stichting NPE. Dat beschouw ik dus maar als schenking aan een goed doel.

Breukers heeft overigens rijbewijs noch auto. Bovendien: in de Eenrummer kerk mogen geen kaarsen opgestoken worden – iets wat hij had kunnen weten, als hij in de periode van samenwerking (2011-2012) niet alle afspraken om in Eenrum langs te komen op het laatste moment had afgezegd.

Tot slot: in het afgelopen jaar heeft Breukers herhaaldelijk verklaard dat hij óf met alle schuldeisers betalingsregelingen heeft afgesloten óf dat hij 'over [vul maar in] maanden' uit de financiële problemen zou zijn.

Allicht heeft Breukers met sommige schuldeisers betalingsregelingen getroffen – maar post van weer andere, zowel oude als nieuwe, schuldeisers arriveert nog steeds op zijn oude adres. Tot op de dag van vandaag - 24 augustus 2015.


Breukers' complete 'Afscheid van De Contrabas (2): Bart FM Droog, een rat?' staat op:
http://www.decontrabas.com/de_contrabas/2015/08/afscheid-van-de-contrabas-5-liefdesverklaring.html


Naar: Overzicht van de afscheidsartikelen.

naar boven


Noot

1 Bart FM Droog. 'Het bedrog van Chrétien Breukers'. Dossier de Contrabas, 2014-2015.
http://www.bartfmdroog.com/cb/bedrog.html#hoe
2 Welingelichte bron uit Breukers'verleden.
3 Te weten: Jos van Sambeek en diens superieuren Jan Dankbaar en Christiaan Ruesink van het AD; Robert Oosterbroek van DUIC.
4 Te weten: Maarten Westerveen (VPRO-radio) en Rob Timmer (Vandaag & Morgen, Rotterdam).
5 Organisatoren Cultureel Café Weert en Peter van Steen, organisator van een poëzieavond in Sociëteit De Spreekkamer te Geldermalsen, 21 mei 2015.
5a Brief van Pieter Steinz, directeur Nederlands Letterenfonds aan Chrétien Breukers en Bart FM Droog. Besluit inzake toekenning eindbedrag startsubsidie aan Stichting Nederlandse Poëzie Encyclopedie. Kenmerk: B20130400504/WT, 02-05-2013. Op aanvraag is een kopie van dit schrijven verkrijgbaar bij Bart FM Droog.
6 Bart FM Droog. 'Breukers en sterfgevallen'. Dossier de Contrabas. 11-02-2015.
http://www.bartfmdroog.com/cb/dood.html
7 Eddie van Groningen. Mail aan Bart FM Droog, 18-08-2015.
8 Chrétien Breukers. Mail aan Bart FM Droog, 18-03-2013.
9Bart FM Droog. 'Het bedrog van Chrétien Breukers'. Dossier de Contrabas

naar boven


 

 

Samenstelling: Bart FM Droog, augustus 2015

naar boven